Beside you

9 0 0
                                    

Het was zover. Hij stond op het vliegveld, met zijn koffer in zijn hand. Ashton wist niet zo goed wat hij moest doen, maar zijn "schoonouders" stonden achter hem. Zonder dat zij het wist, is hij naar een vliegveld gezet. Hij moet vrijwilligerswerk doen, van zijn schoonvader, ter compensatie voor de kosten van huis en inwoning. Hij gaat naar Afrika. Hij wilt dit helemaal niet, maar een dak boven zijn hoofd is belangrijk. Dat terwijl hij de avond daarvoor Amber had beloofd om nooit meer bij haar weg te gaan.

Het was 3.00 uur 's nachts. Een afschuwelijk tijdstip, als je pas om 1 uur bent gaan slapen. Zijn schoonvader stond naast het bed van zijn dochter (en Ashton) en schudde hem voorzichtig wakker. Amber mocht van niks weten. Ze zou gaan schreeuwen als ze er achter kwam. Boos dat ze zou zijn als ze hoort dat haar liefde, Ashton, naar de andere kant van de planeet is gestuurd. Afrika was een enorme vlucht, maar zijn schoonvader had hem gedwongen. Ter compensatie, had hij gezegd. Ashton zou alles accepteren, maar dit had hij nooit verwacht. Hij kreeg 1 minuut om zijn zomerkleding uit de kast te halen en alles in zijn koffer te proppen. Bijna was hij zijn telefoon vergeten. Niet dat hij daar wat aan had, in Afrika. Het tijdsverschil was te groot met die van Amerika. Als zij sliep, was hij wakker en andersom.

Zijn schoonouders zwaaide hem uit en wensten hem veel succes met het uitvoeren van zijn taken. Zijn schoonvader zou hem in de gaten houden. Het goede doel waar hij vrijwilligerswerk moest doen, was van hem. Hij wilde niet weten hoe Amber dit zou vinden.

Het was 7.00 uur, Amerikaanse tijd, toen hij het vliegtuig instapte. Zijn schoonouders moesten haast wel thuis zijn. Zou Amber nog wat van zich laten horen.

De eerste dagen vrijwilligerswerk waren vreselijk. Na aankomst moest hij meteen aan het werk, graven, om een waterleiding te installeren. De hele dag door van 7 uur 's ochtends tot een uur of 9 's avonds. Hij had als maar niks van Amber gehoord. Verdomme, wat had hij graag bij haar willen zijn. Zou ze? Hij schrok zelf van al zijn gedachten. Hij moest haar spreken! Hij liep naar de opzichter toe en vroeg naar een telefoon. Hij moest haar bellen! Maar... Wat was haar nummer okal weer? Hij wist het niet en kwam er ook niet op. F*ck. Hoe ging hij dit in godsnaam oplossen? 'Can I help you?' vroeg de opzichter voorzichtig. 'Yes. I want to call the boss.' De opzichter schudde zijn hoofd. 'It's time to sleep, for the boss.' Ashton kon zijn frustraties bijna niet inhouden. 'I don't f*cking care. I need to call the boss.' Ze opzichter zuchtte en gaf toe. Met trillende handen overhandigde hij de telefoon. De telefoon ging over en zijn slaperige schoonvader nam op met: 'Verbruggen. How can I help?' Ashton wandelde van de groep af en zei: 'Verbruggen. Ashton hier.' Het leek alsof hij een hartverzakking kreeg. Zo stil was het aan de andere kant van de lijn. 'Het maakt me niet uit dat ik hier zit. Oprecht niet, maar hoe gaat het met Amber?' Zijn schoonvader lachte. 'Die ligt al twee dagen te huilen op haar bed. Ze kan er niet van slapen.' Ashton vloekte gefrustreerd. 'Hoe kan je dat je dochter in godsnaam aandoen!' Verbruggen begon te lachen. 'Ah joh. Wees blij dat ze wel alleen slaapt. Ik had haar ook kunnen zeggen dat ze haar verdriet bij een ander moet opvullen.' Ashton werd witheet. Hij drukte zijn schoonvader weg. Hij moest het nummer van Amber vinden.

'S avonds op zijn kamer ging hij er meteen voor. Ondanks dat het bereik erg slecht was, kreeg hij haar te pakken. 'Verdomme Amber. Ik wil zo graag bij je zijn!' Amber stamelde. 'Ashton, Ik weet niet wat ik je moet zeggen, maar ik vind dit zo'n enorme naaistreek.' Ashton grinnikte. 'Dat is het ook, maar daar kan jij niks aan doen.' Ik merkte dat ik op zoek moest naar de woorden. Waarom was het zo lastig? 'Hoelang ben je nog weg?' vroeg ze hem toen. Hij had geen idee. Hoe moest hij nou gaan vertellen dat dit verrekte lang kan gaan duren? 'Ik heb geen idee, meis.' Zijn woorden sloegen in als een bom. Ze viel helemaal stil en hij hoorde de tranen door de telefoon. 'Rustig maar, meisje. Het is goed zo.' Ze belde nog een uur, voor het echt tijd was om te gaan slapen. Hij wilde zo graag bij haar zijn, maar hij kon niet anders.

Hij keek naar buiten, naar de weerspiegeling van een lamp. Hij wist dat ze niet ging slapen, maar wat kon hij doen. En met die gedachte stapte hij het bed in. Hij kon niets anders doen, maar god, wat was hij graag beside her

5 Seconds of Summer //One Shots//Where stories live. Discover now