Hoofdstuk 16

206 17 4
                                    

Het duurde niet lang voordat ik werd opgepikt. 4 mensen van het capitool haalden me op. Ik kende ze niet, maar zij kenden mij. 'Gefeliciteerd, Finnick Odair', zei een vrouw met roze krullen. Ze glimlachten steeds naar mij. Ze waren trots op mij. En hoe trotser ze leken, hoe schuldiger ik me voelde.

Honderden mensen van het Capitool kwamen me feliciteren, maar ik merkte maar één vrouw op. Een normale, oude vrouw met grijs haar. Ze glimlachte, waardoor haar rimpels op haar gezicht nog duidelijker zichtbaar werden. Maar het waren mooie rimpels. Mags. Ik stapte naar haar toe en omhelsde haar. Ik had nog nooit in mijn hele leven zoveel nood gehad aan een omhelsing. Een simpele omhelsing. Het leek zo normaal dat het hier niet thuishoorde. Ik kwam uit een arena waar iedereen is gestorven. Aria, Yorre... Iedereen, behalve ik. Toen we klaar waren met omhelsen, pakte ze mijn arm en trok me mee. Ik was zo verdoofd dat ik niet doorhad wat rondom mij gebeurde. 'Hij is moe. Hij heeft rust nodig' was het enigste wat ik kon verstaan. Toen kwam ik in een kamer terecht. Het was de kamer waar ik voor de spelen in het Capitool geslapen heb. 'Dank je wel', mompelde ik. Ik stapte naar het bed, liet me vallen en sloot mijn ogen. Ik wou gewoon even weg.


Ik werd al schreeuwend wakker. Er was hier iemand, een tribuut die me wou vermoorden. Ik keek rond me, maar zag alleen een kamer. De zon scheen door het raam naar binnen. Ik hoopte even dat alles een nachtmerrie was geweest en dat ik thuis wakker werd. Maar dit was niet mijn kamer. Ik liet het bezinken. En toen kreeg ik tranen in mijn ogen. Ik begon te wenen en te wenen. De tranen bleven maar lopen. Niemand zag me. Gewoon even wenen, heel even maar. Ik weende van verdriet. Ik weende van opluchting. Ik weende van woede. Alles wat ik gevoeld heb, kwam eruit. Alles. En Mags kwam weer binnen. En ze omhelsde me weeral. Ik had het gevoel dat ze iedereen was die ik verloren heb in mijn hele leven. Mijn grootmoeder die 10 jaar geleden stierf, Aria, Yorre, alle tributen en hun families. Ze vergaven me alles wat ik ooit fout heb gedaan en omhelsden me. Ze zeiden me dat alles goed zou komen. Ze stonden bij me. En ik voelde hen en liet hun in mij komen. Ik probeerde ze me allemaal voor te stelen voor mij. Allemaal. Glimlachend. Geruststellend. Met glinsterende ogen. Het voelde bijna echt.

Het volgende wat ik me herinnerde was Mags haar stem. 'Finnick, wakker worden.' Ik besefte dat ik waarschijnlijk in al mijn verdriet was in slaap gevallen in haar armen. Ik kreunde. 'Waarom?'Ze zweeg even. 'Het interview. Iedereen winnaar moet een interview houden voor het capitool.' Interview. Winnaar. Capitool. Ik zuchtte. Nog heel even, nog maar heel even. En dan was het voorbij. Dan ging ik naar district 4 en zou ik weer starten met mijn gewone leven. Maar ik wist dat dat een leugen was.


Ik keek naar mijn kostuum: Helderblauw. Mijn bovenste deel was redelijk uitgesneden. Er zat een snee in tot het midden van mijn borstkas. Ik voelde me er niet goed bij, maar mijn stylisten waren in de zevende hemel. Ze feliciteerden me steeds en glimlachten naar me. Ze behandelden me als een held. Ik sloot even mijn ogen en maakte me klaar voor mijn nepglimlach. 'Dames en heren. De winnaar van de 65ste hongerspelen en daarmee ook de jongste winnaar die we ooit gehad hebben: De 14-jarige Finnick Odair uit district 4!!!' Ik lachte en stapte het podium op. Ik keek naar de duizenden mensen die me vol bewondering aankeken. Ik deed mijn best zelfzeker over te komen. 'Dank je!' Riep ik. Het leek zelfs gemeend. Caesar Flickerman kwam naar mij toegestapt en gaf mij een hand. 'Finnick Odair, proficiat', zei hij. Ik glimlachte. Ik had even zelfs het gevoel dat hij zich moest bedwingen om niet te beginnen wenen. En misschien was dat ook zo. Het was ook de eerste keer dat een 14-jarige de hongerspelen wint. 'Jij hebt bewezen dat het bijna onmogelijke toch mogelijk was. Hoe heb je dat gedaan?' Vroeg hij toen we gingen zitten. Ik besloot om voor één keer de waarheid te vertellen. 'Ik dacht aan mijn familie en besloot dat ik het moest halen voor hun. Zonder hun in mijn gedachten zou ik het niet gehaald hebben en zou ik hier nu niet zitten.' Mijn antwoord leek hem nog meer tranen in zijn ogen te brengen. 'Goed', riep hij. 'Laten we kijken naar het verloop van de spelen.' Mijn maag draaide zich om, maar ik bleef rustig. Ik keek naar alle doden. De doden die ik heb meegemaakt en degene die ik niet gezien heb. Ik probeerde niks te verraden bij Jorre en Aria, maar ik moest slikken om niet weer in tranen uit te barsten. 'Finnick, hoe vond je de Hongerspelen?' Vroeg Caesar. 'Het was hard en ik heb hard moeten knokken', begon ik. 'Maar om eerlijk te zijn...' Ik slikte even. '...vond ik het een geweldige ervaring.' Ik forceerde een glimlach, waar ik de laatste tijd goed in was geworden. Schijnheilig zijn. Maar het was mijn enigste manier geworden om te overleven. Caesar glimlachte ook naar mij. Maar hij wist ergens in zich dat ik gelogen had. Dat was ik zeker.


Ik hoorde nog een applaus en merkte dat er weer een paar vrouwen zijn flauwgevallen toen ik het podium afstapte. Voor de zoveelste keer begon iedereen mij te feliciteren. Mags kwam naar mij toegestapt. 'Goed gedaan', zei ze. 'Dank je', zei ik. Ze leidde me naar mijn kamer. 'Nog even geduld. Morgen gaan we naar huis', zei ze en toen sloot ze de deur achter mij. Ik was alleen en voor de eerste keer had ik een echt gelukkig gevoel gekregen. Ik ging naar huis. Morgen. Ik ging iedereen weerzien. Ik zou vertrekken van het Capitool en ik hoopte dat ik niet meer veel zou moeten terugkeren.


Finnick Odair's HongerspelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu