Achter dat ik gegeten had, besloot ik niet op Aria te wachten. Ik mocht haar wel, maar ze maakte me alleen maar depressiever met haar gehuil. En ik moest voorkomen dat we goede vrienden werden. Dat moest gewoon. Ik moet winnen. Ik probeer te glimlachen terwijl Marine me naar de trainingszaal leidde terwijl ze vol enthousiasme over de Spelen zat te praten. Toen we stopten bij de deur van de zaal, wou ik naar binnen gaan, maar Marine hield me tegen. Verveeld keek ik haar aan. 'Wat is er?' Vroeg ik. 'Luister, Finnick', zei ze, en ze kwam een stapje dichter staan. Ze fluisterde. 'Zeg dit niet aan Aria. Ik wil haar niet nog meer laten wenen dan nu, maar jij hebt een zeer goede kans om te winnen dit jaar. Dat zie ik gewoon aan je. Het is redelijk lang geleden dat district 4 nog een winnaar heeft gehad. Straks beginnen we nog te lijken op district 12. Dus alsjeblieft: Win de 65ste hongerspelen.' Toen ze dat gezegd heeft, stapte ze weg. Ik keek haar na. Winnen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. En ook al haatte ik haar, toch was ik blij dat ze dat gezegd had. Er had iemand er vertrouwen in dat ik kon winnen. Ik stapte de zaal binnen en keek rond. De meeste tributen waren er al. Ze stonden in een cirkel rond een vrouw met een bruine huid. Waarschijnlijk de trainster. Ze zag er nog jong uit. Toen ze mij zag, kwam ze uit de cirkel. 'Naam en district?' Vroeg ze. 'Finnick Odair, district 4', antwoordde ik. Ze knikte. 'Ga maar daar staan', zei ze, terwijl ze een open plaats aanwees tussen de vrouwelijke tribuut van district 3 en de mannelijke tribuut van district 5. Toen ik er stond, hoorde ik ook Aria binnenkomen. Ze kwam naast me staan. Toen ook de tributen van district 9 waren aangekomen, begon de vrouw met haar uitleg. 'Hallo allemaal. Mijn naam is Atala. Ik wordt jullie trainster. Ik wil dat jullie hier goed opletten, want eenmaal in de spelen is het te laat. En je krijgt niet veel kansen. Enkel één van jullie zal het halen en dat hangt allemaal hiervan af. Geen vechten. Daar is er tijd genoeg voor in de spelen.' Haar uitleg klonk koel. En zo moest het ook. Ik keek rond me hoe de andere tributen reageerden. Sommigen knikten, sommige grijnsden (de tributen van district 1 en 2) en sommige leken tranen in hun ogen te krijgen. De blinde jongen uit district 6 keek gewoon voor zich. Hij deed zijn best om niks te laten tonen, maar toch zag ik zijn gezicht even betrekken. Ik zuchtte en keek naar beneden. Geen vrienden maken, Finnick. Vooral geen vrienden maken. Maar ik kon natuurlijk wel bondgenoten maken. Maar met wie? Degene die ik wel aardig vind, zullen zeker sterven in de spelen. Ik stopte mijn gedachten. Dat zag ik later wel. Eerst moest ik trainen. Mags had me vanmorgen gezegd dat ik me niet te sterk mocht voordoen, maar ook niet te zwak. Dus liep ik naar het speerwerpen. Ik had het eigenlijk nog nooit gedaan, maar ik denk dat ik het wel goed zou kunnen. Ik pakte een speer en smeet het. Het was moeilijker dan ik dacht, maar toch belandde hij niet zo ver van de roos. De leraar van het speerwerpen knikte goedkeurend. 'Het is goed', zei hij. Ik besloot om nog een paar keer te gooien, maar stopte dan. Ik zou dat kunnen gebruiken om te tonen aan de jury. Maar toen zag ik de drietand glimmen. Verbaasd stapte ik naar hem toe. Er stond niemand bij en de leraar leek te denken dat er ook niemand zou komen. Totdat hij mij zag. Hij stond verwachtingsvol op. 'Worden er ook drietanden gebruikt in de spelen?' Vroeg ik. 'Ja', zei hij. 'Proberen?' Ik knikte. Ik pakte de drietand en focuste me op denkbeeldige tegenstanders. Ik vergat de omgeving om me en even voelde het alsof ik thuis was. Ik voelde het water tussen mijn tenen drijven en leek zelfs even mijn zus in de verte te horen roepen. 'Finnick!' Maar toen besefte ik dat het niet mijn zus, maar Aria was. Ze kwam op me af. 'Je bent goed', zei ze, terwijl ze naar mijn drietand wees. Ik glimlachte verlegen. 'Dank je', zei ik. Ik zette de drietand neer. 'Heb je al iets gevonden?' Vroeg ik. Ze zuchtte en schudde haar hoofd. 'Niet iets dat indruk zal maken. Ik denk dat ik maar gewoon met de vishengels zal beginnen', zei ze. Ik wou haar opbeuren, maar ik mocht niet. Want ze was mijn tegenstander. En op deze momenten moest ik egoïstisch zijn. 'Je ziet wel', zei ik uiteindelijk maar. 'Ja, ik zie wel', mompelde ze en stapte weg. Ik keek haar na. Ik wou haar volgen en haar omhelsen. Ik wou haar zeggen dat alles goed zou komen. Niet alleen voor haar, maar ook voor mezelf. Gewoon nog eens iemand omhelsen. Wie zegt dat ik dat ooit nog zal kunnen? Ik draaide me om en besloot wat te oefenen bij het boogschieten. Dat bleek een ramp te zijn. Ik kon de pijl niet eens opspannen. Ik besloot niks met de boog te doen en stapte weg. Ik deed bijna alle wapens, maar kwam toch weer terug naar de drietand. Het was het enigste wapen waar ik me goed bij voelde. Alsof het me dichter bij thuis bracht. Het gaf me het gevoel dat alles zou goed komen. Als ik er veel tributen mee zou kunnen vermoorden, zou inderdaad alles goed komen. Maar alleen met mij. En dan nog... Zou ik dat eigenlijk wel aankunnen. Een drietand in iemand zijn lichaam steken en het leven uit zijn ogen zien vloeien. En weten dat het allemaal door mijn schuld is. 'Einde van de training!' Hoorde ik Atala roepen. Ik zuchtte. Goed, want ik had honger. Ik stapte naar de eetzaal. Toen ik het lekkere eten rook, had ik nog meer honger dan daarvoor. Ik had veel tegen het capitool, maar je moest wel zeggen dat ze lekker eten hadden. Ik ging bij Aria zitten. Ze glimlachte naar mij. 'Het is lekker', zei ze. Ik knikte. Ik hoorde de tributen van district 1 en 2 achter mij lachen alsof er niks aan de hand was. Alsof ze elkaar nooit zouden moeten vermoorden. Ik haatte hun, maar toch wou ik op dit momentzoals hun zijn. Veel zelfzekerder en veel wreder. In de blik van Aria zag ik dat ze hetzelfde dacht. Ik keek naar de blinde jongen die met zijn bord aan kwam stappen op zoek naar een tafel. Hij struikelde en zijn bord viel in stukken op de grond. Ik hoorde gelach. En ik mocht hem eigenlijk niet helpen. Geen vrienden maken. Vooral geen vrienden maken. Maar ik kon het niet. Ik kon niet weerloos toezien. Ik stond recht, wat de andere tributen al zeer raar vonden. 'Ga maar zitten. Ik raap de scherven wel op', zei ik tegen hem. HIj keek verrast, maar ging toen zitten. Ik raapte alle scherven op en gaf ze aan een medewerkster in de keuken. 'Dank je', zei hij. 'Het is niks', zei ik kortaf. Ik had hem geholpen, maar ik mocht geen vrienden worden. Dus stapte ik weg en ging weer bij Aria zitten. En ik weigerde om te kijken om te zien wat hij aan het doen was.
JE LEEST
Finnick Odair's Hongerspelen
FanficDe 14-jarige Finnick Odair uit district 4 wordt gekozen om mee te doen als tribuut in de 65ste hongerspelen. Met zijn knappe uiterlijk kan hij sponsors strikken, maar hij kan er nog niet mee winnen. Hij had zijn familie belooft terug te keren en hij...