51 - Eindje

952 43 6
                                    

Rob blaast de koude lucht weg terwijl hij de cola aan de jongens aanrijkt. Ze zitten op hooibalen tussen de geitjes te wachten op de vrienden van Rob.

Vroeger was hun erf de verzamelplaats. Af en toe was er meer man op het erf van Van de Graaf dan in Millertime.

Sofie was er ook bij komen zitten en kletst wat met de jongens die op hooibalen verspreid zaten. "Dus nog niets spannends gebeurd de afgelopen weken?" De jongens schudden hun hoofd.

"Niet echt," lacht Rob terug naar zijn zus, "alleen een kinderfeestje waar we allemaal nog van moeten bijkomen." Sofie moet zacht lachen en knikt. Kinderfeestjes. Ze hebben er honderden gevierd hier op de boerderij, maar de beste feestjes waren die van henzelf.

Koen rent angstvallig door de schuur. Die godvergeten geiten wilde zijn trui opeten. Waarom wilde elke geit nou sabbelen aan een trui?

"Koen doe nou eens rustig maat." Lachend kijkt Milo hem na. "Ze eten me op Miel! Mijn trui! Robbie hou ze tegen!"

Rob en de rest rollen lachend over de hooibalen. Koen zag in alles een drama. Waaronder de geiten en zijn trui.

Robbie staat op en pakt een geitje op. "Hmm zullen we maar naar je grootste fan gaan benjamin?" Het geitje mekkert tevreden en Rob loopt met het geitje achter Koen aan.

Het werd ontvangen met schaterlach van de andere aanwezige in de schuur. Koen bleef hysterisch rennen. Voor even was het zoals het had moeten zijn. Maar aan al het goede komt ooit een eind.

Al het goede.

"Maat zelfs nuchter kan jij niet capabel fietsen Rob!"

Matthyas roept hem na als de jongen weer een verkeerde straat in was geslagen. Zijn vrienden staan weer op de achtergrond te lachen. Sinds Rob uit Eindhoven was vertrokken leek ook zijn automatische piloot met de noorderzon te zijn vertrokken.

"Zullen wij maar naar Miller rijden?" Een van de vrienden van Rob, die luisterde naar de naam Mouk, riep het zo in het dialect dat niemand er een touw aan vast kon knopen.

Nou ja, iedereen behalve Robbie. In nietverstaande woorden schreeuwt Rob terug. Naar alle waarschijnlijkheid dat hij het ermee eens is want nog geen vijf seconden later draait Mouk zijn fiets en rijdt de andere kant op.

De rest volgt de actie en rijdt richting het centrum. Raoul zat achterop bij Robbie. Hij legt zijn hoofd tegen de wamre jas van de jongen.

"Alles oké Roel?" De hand van Rob gaat naar achteren en knijpt in Roel zijn arm. Raoul lacht zacht. "Ja tuurlijk maar is het oké met jou? We zijn wel terug op je oude plek hé."

Robbie slikt. Ook hij had vele gesprekken gevoerd voordat hij hierheen ging. Was het mogelijk? Wat zouden zijn vrienden wel niet denken als hij terug was? Kon hij zich staande houden in de stad waar het al zo vaak mis was gegaan?

In gedachten verzonken merkt Rob niet dat de stoet tot stilstand was gekomen. "Zijn we er al?" klinkt het vanachter op Rob zijn fiets.

Rob schudt zijn hoofd en probeert langs de groep heen te kijken die hun fietsen neergooid. "Mouk wat is er!?"

Mouk komt richting Rob gelopen. "Iemand out gegaan op het fietspad. Ook lekker overdwars dus niemand kan er langs."

Zuchtend legt Rob ook zijn fiets weg. Iets naar achteren rijdt Matthyas nog. "Matt! Bewusteloos persoon!"

Matt trapt iets harder en komt naast Rob tot stilstand. "Waar?" De jongen legt zijn fiets naast die van Robbie.

"Fietspad," vult Mouk aan terwijl hij richting een groep mensen wijst. Matthyas knikt en loopt richting de groep met Rob. Niet dat Rob iets van medische kennis had maar hij was wel de enige die vaker kots uit een bewusteloos persoon had gevist.

Daarnaast was Rob zijn persoonlijke vertaalmachine. De enige die het Brabants terug kon vertalen naar het normale Nederlands voor Matthyas.

"Joo wat is er aan de hand!" schreeuwt Rob terwijl hij de hand van Matt pakt om zich door de menigte te wurmen.

"Iets met te veel alcohol," wordt er door een random iemand geroepen terwijl ze zich er nog verder door proberen te wurmen.

Als ze bij de persoon in kwestie aankomen, ziet Matt meteen wat er aan de hand is. Alcohol en niet zo'n klein beetje ook.

"Iemand de ambulance al gebeld?" Rob zijn stem is hard en duidelijk. Er moet actie ondernomen worden om de onbekende jongen nog enige kans van leven te bieden.

Matt zag dat de jongen op zijn rug lag. Hoe lang hij de weg al blokkeerde was voor hem niet duidelijk maar aan de menigte te zijn was het toch al enige tijd.

Het been van de jongen zet Matt in een hoek van 90 graden. In een soepele beweging trekt hij de onbekende jongen in een stabiele zijligging.

"Hey kan je me horen!"

Matthyas knipt zijn vingers naast de jongen zijn oor en oefent drukt uit op zijn borstbeen. Hij hoopte op deze manier de jongen bij te krijgen.

"Rob kan je voor me uitzoeken hoe hij heet?" Rob knikt en gaat opzoek naar de mensen die bij de jongen zouden kunnen horen.

"Hey als je me kan horen, knijp even in mijn hand." Matt wrijft over de knokkels van de jongen om hem geruststelling te bieden dat hij er was en er niks ging gebeuren.

Rob kwam terug met de mededeling dat niemand hem kende en de ambulance al enige tijd geleden was gebeld.

Matt knikt terwijl hij de jongen met geen mogelijkheid bij kreeg. "Rob laat hem kitsen." Met ruw geweld trekt Matt de kaak open en Rob steekt snel een vinger achterin de keel van de jongen.

Het hoofd laat Matt later een beetje op zijn been rusten zodat alles eruit komt.

"Hey het komt goed maat. We laten je niet achter oké." Rob blijft gerustellend over zijn rug wrijven tot de ambulance er is.

Als Matt de overdracht heeft gedaan, sluiten beide jongens weer aan bij de groep.

"En?" vraagt Mouk. Rob lacht, "keer wat anders dan jou laten kotsen in elk geval. Nou op naar Miller want we zijn al vertraagd!"

(t)huisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu