Reddingsactie en Poohbear-pleisters

254 8 3
                                    

Hallo mensen, willen jullie allemaal het verhaal van mijn freundie FloorC lezen?? klik de link hiernaast ;) xD oke hieronder, want hij doet raar xD

http://www.wattpad.com/13406149-call-of-the-angel-face-to-face-with-evil

Alyssa p.o.v.

Daar zat ik dan, met dat verdomde briefje in mijn hand. Wat moest ik doen, mijn fiets halen of daar laten en er nooit meer terug komen? Ik weet dat als ik m'n fiets niet zou halen ik op den duur ruzie zou krijgen met mijn moeder. Mijn vader suste mijn moeder altijd wat, maarja dat kan hij niet meer doen, want mijn vader is er niet meer. Er biggelt een traan over mijn wang. Ik schrik van een hand op m'n knie. Ik kijk op en zie dat Sam naast me is gaan zitten, verderop in de gang zie ik Ethan, ik vertrouw hem echt niet helemaal. 'Lyss wat is er?' 'Sam, we moeten terug, ik moet mijn fiets ophalen, voordat hij niet meer te redden is!' 'Rustig, rustig! Lyss waar heb je het over?' ik gaf haar mijn briefje 'Hier heb ik het over Sam, het liefst ga ik nu direct daar heen, ik moet mijn fiets terug voordat ik ruzie krijg met mijn moeder. Ga je mee?' ik weet dat Sam nu denkt waarom ik me zo druk maak om mijn fiets aangezien ik ook mijn autorijbewijs heb voor als er een ouder naast zit, en dus gewoon een scooter kan kopen, maar die fiets heeft veel waarde voor mij. Het is het laatste ding dat ik van mijn vader heb gekregen, voor hij dood ging. 'Wow Lyss, ik ga met je mee, maar kun je mij uitleggen waarom die fiets zo belangrijk voor je is?' Ik kijk haar aan en zeg één woord 'Papa' direct zie ik dat ze het zich weer herinnert en ze slaat een arm om me heen. 'Weet je wat? We melden ons nu ziek en gaan je fiets halen.' 'Nee dat doen we in de pauze wel, laten we nu eerst naar de les gaan. Ik moet eerst wat afleiding hebben.' Dat was helemaal niet waar, maar dit was het vak waar ik naast Ethan zat. 'Oke is goed, laten we gaan dan anders komen we te laat.' We stonden op en liepen naar ons lokaal. Ethan zat er al, wat me niet verbaasde, hij liep immers langs ons enkele luttele minuten geleden. Ik ging naast hem zitten. 'Hoi' ik keek naar hem, ik was verbaasd dat hij hoi zei nadat ik gister zo bot tegen hem deed, 'Hey Ethan' zei ik vriendelijk terug. Ik zag hem verbaasd naar me kijken, dit had hij vast niet verwacht. Ik wil hem eigenlijk vragen of hij het kan zien maar ik had met mezelf afgesproken dat ik vriendelijker zou zijn. 'Alles goed? Je ziet zo bleek' zei Ethan, wat interesseert hem dat, dacht ik argwanend, maar ik antwoordde wel. 'Ja hoor alles is goed, alleen wat moe, met jou?' 'Joa gaat z'n gangetje.' 'Ethan en Alyssa letten jullie ook even op?' schalde de stem van de docent door het lokaal. Ik werd langzaam rood en wou wat zeggen toen Ethan me voor was. 'Ja doen we ook hoor meneer, ik begroette Alyssa alleen maar.' En hij ging weer verder met zijn les. 'Ethan mag ik je misschien vragen waarom je na ongeveer 3 maanden van school bent veranderd?' Ik zag de schrik op zijn gezicht komen, een paar seconden maar, daarna keek hij verbeten, hij dacht na. Ik was benieuwd naar zijn antwoord en waarom hij schrok van mijn vraag. 'Mijn oude school was niks meer, het had mij niks te bieden.' Was zijn antwoord, eheh en dat moet ik geloven? 'Eheh, vertel me maar een keer de waarheid als je daar aan toe bent.' Ethan antwoordde niet meer. En ik ging maar naar de docent luisteren want ik had nu echt afleiding nodig. Nog 2 uur op school en dan terug naar dat huis, in de hoop dat mijn fiets daar ook echt staat en nog heel is. God wat duurde dat lang, maar nu gaat toch de bel voor de pauze. Sam en ik lopen naar onze kluisjes en pakken onze spullen, dan gaan we naar de conciërge en melden ons ziek. We fietsten eerst naar huis omdat we moesten bellen als we thuis waren en we onze spullen konden dumpen en ik bij Sam achterop kon naar het huis. De rit leek langer te duren dan de vorige keer, maar dat kan ook komen doordat ik me daar niet veel meer van herinner. Ik had beide briefjes bij me, gewoon voor de zekerheid. Toen stopte Sam, 'Lyss we zijn er, stap je af, dan kan ik mijn fiets weg zeten.' 'Ja is goed, maar ik denk dat je je fiets beter bij je kunt houden want straks is mijn fiets weer terecht en is die van jou weg.' 'Ja je hebt gelijk, dat is waarschijnlijk wel slimmer, maar dan kan ik jou toch niet helpen met zoeken?' 'Dat is toch ook niet nodig, hij zal vast niet binnen staan, ik loop gewoon om het huis heen. Dan kan er ook niks gebeuren.' 'Daar denk ik anders over, ik loop met je mee, straks is er weer een of andere aantrekkingskracht waardoor je toch naar binnen gaat en dan sta ik hier in mijn eentje op jou te wachten, dat doe ik echt niet hoor, straks pakt hij mij dan ook.' Daar had ik nog niet aan gedacht inderdaad, ik vind t heel lief van Sam dat ze mij wil helpen maar ik wil haar niet in gevaar brengen. 'Sam, als je mee gaat en ik ga toch naar binnen loop je me vast achterna, en dan ben je pas in gevaar, dat wil ik echt niet.' 'Ik loop met je mee om het huis, ik ben me bewust van wat er kan gebeuren en het kan me niet schelen. Je bent mijn beste vriendin, ik laat je echt niet alleen gaan!!' Oke daar kon ik dus niks meer tegenin brengen. 'Oke vooruit dan maar, ik kan het toch niet meer uit je hoofd praten.' Op haar gezicht ontstond een glimlach. We keken elkaar aan en liepen toen tegelijk naar de zijkant van het huis. Daar stond nis dus liepen we door naar achteren. Daar stond ook niks maar er stond wel een klein donker vervallen schuurtje. 'Sam, als we aan de andere kant ook geen fiets zien, zullen we dan in het schuurtje kijken?' 'Ja is goed, ik vind het wel een raar schuurtje hoor, hij ziet er nogal luguber uit. Ik krijg er rillingen van.' Ik keek nog een keer en ook ik kreeg er rillingen van, ik knikte naar Sam. We liepen verder, en hoopten vurig dat de fiets aan de zijkant zou staan. We keken, en keken toen voor een tweede keer, ik werd bleek, er stond geen fiets. Kut nu moeten we toch nog naar het schuurtje. Ergens kreeg ik ook wel het gevoel dat dit een grote grap is, dat mijn fiets hier helemaal niet is. Maar toch, ik keek Sam aan 'Op naar het schuurtje dan maar?' ze keek terug en knikte. Zwijgend liepen we weer terug naar de achterkant. Sam zette haar fiets naast het schuurtje, terwijl ik de deur probeerde te openen. Na veel getrek, toen we het al bijna opgegeven hadden, gaf de deur mee en ging open. Het was er donker, wat een wonder toch ook, ik pakte mijn mobiel en scheen naar binnen, op de muren om te kijken of er een lichtknopje was. Tot onze verbazing was die er ook nog. Ik deed het licht aan en het schuurtje werd met een zwak licht verlicht. Leeg, het schuurtje was gewoon leeg. Nouja leeg, er lag vanalles, zelfs dingen die je niet zou verwachten, enge dingen, maar mijn fiets nee hoor die was er niet. Ik kreeg tranen in mijn ogen, was ik dan misschien toch te laat, nee dat mocht niet, en dat kon ook haast niet. Verdomme ik wil mijn fiets. 'Lyss, je fiets is er niet, laten we gaan voordat er iemand komt. Ik dacht net wat te horen.' Het kon me niet schelen wat Sam dacht te horen, ik wil gewoon mijn fiets, ik werd boos. Welk persoon doet dit, waar is dit goed voor? Ik wou niet weg maar liep toch met Sam mee. Ik had niet door dat Sam gestopt was en botste hard tegen haar op. 'AU!! Sam waarom stop je? Loop toch gewoon door!' Sam reageerde niet direct en daardoor werd ik nog bozer dan ik al was. 'Lyss ik denk dat je dit wel wil zien.' Ze trok iets van de binnenkant van de deur en gaf het aan mij. Ik pakte het aan, het was een briefje, hetzelfde papier als dat wat in mijn kluisje zat. ~Tja je fiets is hier niet meer. Ik ben bang dat je te laat was. En dat is je eigen schuld!!~ er stond nog meer, maar ik had genoeg gelezen. 'Verdomme!!' Ik gaf het weer terug aan Sam, die ondertussen naar buiten gelopen was en smeet de deur met een klap dicht. Ik was kwaad en verdrietig, ik wil mijn fiets, het laatste wat ik van mijn vader gekregen heb. Als ik aan mijn vader denk, moet ik steeds maar weer aan dat akelige moment denken. Toen alles anders werd, mijn hele leven. Soms vraag ik me wel eens af of het niet gewoon allemaal mijn eigen schuld is geweest, maar ik weet dat mijn vader niet zou willen dat ik dat zou denken. Ondertussen had Sam haar fiets gepakt en liepen we naar de straat. Sam begon te fietsen en ik sprong achterop.

Doodse stilteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu