Hoofdstuk 2

29 3 0
                                    

Alle kenmerken van vampieren waren verdwenen en ik ging gewoon naar school. Ik voelde me goed, heel goed zelfs. Ik voelde me alleen wel aangekeken. Toen zag ik het, in een hoekje naast de kluisjes staarde een jongen naar me. Ik liet niet merken dat ik hem zag en keek wat zijn bedoelingen waren. Hij kletste met wat vrienden. Het leek alsof ik hem kon horen, in een drukke gang, op tien meter afstand. Hij had het over mij. Hij zei van alles over me tegen twee meiden en een jongen die ik nooit eerder zag. Ze waren net zo oud als ik. Ik bleef luisteren. 'Ze is er een', hoorde ik een van de meiden zeggen. Waar hadden ze het over? Waar was ik er een van? Ik besloot erheen te gaan. Ik begon rustig. Ze staarden naar me. Die ene jongen keek vreemd uit zijn ogen. Ze waren rood, maar hij was geen albino. Na school kwamen ze alle vier naar me toe bij de fietsen. Ik was brutaal en begon meteen met: 'Waar ben ik een van?' Er kwam geen antwoord, dus ik vroeg het nog eens. 'Je bent er een, anders had je het niet gehoord', zei hij. 'Een wat?' Vroeg ik. Hij gaf deze keer wel antwoord. 'Een monster', zei hij. 'Hoe weet je het', vroeg ik. Zij waren ook monsters. De jongen met rode ogen was een vampier. De twee meiden waren weerwolven en de laatste jongen was een half vampier. Ik wist meteen dat ik ze niet kon vertrouwen, maar ik deed alsof ik ze wel vertrouwde. Na nog een heel lang gesprek kon ik eindelijk naar huis.

Het was een maand na die ontmoeting. Het was weer volle maan en ik maakte me nergens zorgen over. Ik wist immers van niets. Ik ging op het balkon zitten. En ik keek naar de maan. Ik kon niet wegkijken, echt niet. Ik dacht niet na en sprong van het balkon, van 2 hoog, zonder ook maar even na te denken. Ik kwam gewoon goed terecht en rende het bos in. Ik was sneller dan ooit. Ik was opeens verandert in een wolf. Ik schrok en stopte. Toen ik een vampier werd kon ik het beheersen, misschien nu ook wel. Ik probeerde terug te veranderen. Het lukte niet de eerste keer, dus ik probeerde het opnieuw. Het lukte de tweede keer wel. Ik veranderde weer terug in een wolf en rende door het bos. Ik kwam twee andere elven tegen en stopte. We werden alle drie meteen mensen. Het waren die twee meiden die ik een maand daarvoor had ontmoet. Ze stelden zich voor en ik deed dat ook. Nikki en Lara zo heetten ze. We werden in die ene nacht al vriendinnen. Als wolven maar ook als mensen.

De zo'n brandde fel in mijn ogen. Toen ik wakker werd, was ik nog steeds moe. Maar ja, ik moest naar school. Ik kwam Nikki en Lara daar weer tegen. Zonder de jongens en niet in het bos. Ik had blijkbaar twee echte nieuwe vriendinnen. Mijn beste vriendin Emma stond op een afstandje te kijken. Ze liep naar me toe en vroeg of ze me privé kon spreken. Ze wilde graag weten wie die meiden waren en hoe ik ze kende. Ik kon alleen niet zeggen dat ze had ontmoet toen ik als een wolf door het bos rende...

MonstersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu