hoofdstuk 3

19 2 0
                                    

S' middags in de pauze zit ik alleen op een bankje. Ik kijk naar de kinderen om me heen. Iedereen heeft plezier behalve ik. Ik zit nu al een week op deze school. Ik heb er alles aan geprobeerd om vrienden te maken, maar ik denk dat ze me niet mogen omdat ik anders ben. Ik pak uit mijn rugzak een groen broodtrommetje en haal mijn heerlijke boterham met hagelslag eruit. "Tringggggggg." De bel gaat al weer. Alle brugklassers rennen naar binnen, net alsof het een wedstrijd is wie als eerste binnen moet zijn. In mijzelf moet ik lachen, maar daarna is de toon al weer gezet. Ik loop rustig achter de rest aan. Ik loop de trap op naar boven, naar het lokaal. Als ik binnen ben blijf ik even voor de klas staan om te kijken waar er nog een plekje vrij is. Ik zie dat er naast catlin de pestkop nog een plekje vrij is en ik ga dan maar naast haar zitten. "Waarom kom je naast mij zitten, kon je niet in de prullenbak gaan zitten ofzo", snauwt ze tegen me. Ik wil wat terug zeggen maar ik bedenk me snel. Rustig rits ik mijn tas open en pak mijn geschiedenis boek eruit, maar hij ligt nog niet op tafel "ieeeeeeeeee" wat heb jij nou weer op je boek". Roept catlin uit. Nu zie ik het zelf ook. De hele klas begint te lachen. Er zit een grote poep vlek op mijn tas. Ik weet al wie dat heeft gedaan catlin natuurlijk weer of een van haar mode trutjes. Mijn geschiedenis boek stop ik weer terug in mijn tas en ik loop de klas uit. Ik loop in de richting van de prullenbak en scheur mijn kaft papier eraf en gooi het in de prullenbak. Ik kijk of er iemand bij de ingang staat en loop naar buiten, richting mijn fiets. Ik stap op en fiets richting het park. In het park staat een bankje waar ik naartoe loop en mijn huiswerk erbij pak. Kon ik maar weer terug naar de basisschool.

alleenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu