14. Ongeluk bestaat zelden alleen

736 25 3
                                    

POV Robbie

Ik ben halverwege mijn weg richting huis als ik besef dat ik mijn telefoon bij Matthy heb laten liggen. Zuchtend neem ik de eerste afslag die ik zie, om zo om te keren en terug te gaan naar Matthy. Deze weg lijkt langer te duren dan een paar minuten terug. Zodra ik aankom bij het huis, zie ik hoe Milo met betraande ogen voor het huis staat. Als ik uitstap, is een hoop geschreeuw vanuit het huis hoorbaar. "Milo, wat is er aan de hand?" Vraag ik aan hem. Hij schudt zijn hoofd. "Ik, Matthy, ik weet het niet." Is het enige wat hij weet uit te brengen. Bij het horen van Matthy zijn naam, ren ik naar binnen in de richting waar het geluid vandaan kwam. Het kwam uit Matthy's kamer. Ik zie Matthy op bed liggen, een flinke wond aan de zijkant van zijn hoofd. Zijn ogen zijn gesloten. Raoul heeft zijn pols vast en Koen hangt aan de telefoon met iemand. "Roel, is er nog polsslag?" Ik zie hoe Raoul aan Matthy's pols voelt en daarna knikt. Opgelucht haal ik adem. Pas nu valt het Koen en Raoul op dat ik hier sta. Raoul wenkt me naar zich toe. "Wat is er gebeurd?" Vraag ik zachtjes. Raoul schudt zijn hoofd. "Ik heb geen idee Robbie. Milo kwam thuis, met Matthy in zijn armen. Hij zei dat Matthy gevallen was." Zegt Raoul. Zijn blik blijft gefocust op Matthy. Zijn blonde haren hebben een rode gloed door de wond aan de zijkant van zijn hoofd. "De ambulance is onderweg." Hoor ik Koen zeggen. Mijn ogen vullen zich met tranen als ik dit hoor. Als ik gewoon iets langer gebleven was, was er niks met Matthy gebeurd. Koen komt naast me zitten en legt zijn hand op mijn schouder. "Hij is niet dood hoor Rob. Hij is gewoon even buiten bewustzijn. Ik heb de ambulance gebeld voor de zekerheid, omdat hij nu al zeker vijf minuten buiten bewustzijn is." Legt Koen uit. Ik knik afwezig. "Ik ga even bij Milo kijken." Zegt Koen en hij loopt de kamer uit. Raoul en ik blijven in stilte bij Matthy zitten, hopen dat hij zo wakker wordt.

"Goedemiddag, er was gebeld?" Hoor ik achter me. Ik draai me om en zie een vrouw staan in een blauwe broek met daarboven een gele jas. De ambulance verpleegkundige heeft een koffer in haar handen en een tas op haar rug. Raoul staat op en loopt naar de vrouw toe. "Klopt. Onze vriend en huisgenoot is gevallen en sindsdien buiten bewustzijn." Vertelt Raoul. De verpleegkundige loopt naar Matthy en legt de koffer en rugtas op de grond. "Hoelang is meneer al buiten bewustzijn?" Raoul kijkt even op zijn horloge. "Toch al zeker vijftien minuten." Zegt hij. De verpleegkundige knikt maar het stelt me niet gerust. Zij grijpt naar haar stethoscoop, die rond haar nek hing. Daarna trekt ze Matthy's shirt omhoog en legt de stethoscoop op zijn borst. "Ik hoor nog wel een ademhaling en een hartslag, alleen is de hartslag iets aan de zwakke kant." Vertelt de verpleegkundige. Ze doet nog een paar testjes, om te zien of Matthy ergens op reageert. Op dat moment komt er nog iemand binnen gelopen. Nog iemand in net zo'n geel/blauw uniform. "We nemen hem voor controle mee. Hij is al zeker vijftien minuten buiten bewustzijn, reageert niet op prikkels en heeft een verzwakte hartslag." Meldt de verpleegkundige aan de ambulancier. Deze knikt en met z'n tweeën lopen ze naar buiten. Nog geen minuut later komen ze terug met een brancard. "We nemen hem mee ter controle." Zegt de verpleegkundige weer, dit keer tegen Raoul en mij. De ambulancier en verpleegkundige tillen Matthy op de brancard. "Er mag iemand mee." Raoul wijst direct naar mij. "Robbie, ga alsjeblieft mee. Ik kom wel achter jullie aan met Koen en Milo." Ik lijk wel in trance. Afwezig knik ik en loop ik met de ambulancier mee. Matthy wordt achterin de ambulance gereden waarna de ambulancier voor in de ambulance stapt. De verpleegkundige stapt bij Matthy achterin. "Meneer, u mag voorin stappen." Zegt de ambulancier tegen mij. "Eh, ja." Weet ik te antwoorden. Ik loop naar de passagierskant. "Koen, kun jij mijn telefoon straks meenemen? Die ligt op Mat zijn nachtkastje." Roep ik nog naar Koen voor ik in stap. Hij geeft me snel zijn telefoon. "Je weet de code, bel ons als er iets veranderd. Wij komen zo snel mogelijk." Zegt hij. Ik bedank hem en stap in. De ambulancier is al vertrokken voor ik mijn gordel om heb gedaan, de sirenes loeien luid.

De rit naar het ziekenhuis duurt niet lang. De ambulancier probeert me gerust te stellen maar het feit dat we met loeiende sirenes naar het ziekenhuis rijden, zegt iets anders. Het geeft me geen gerust gevoel. Elke minuut die ik in de ambulance doorbreng, zorgt voor meer angst. Angst dat er iets ergs gebeurd, angst dat hij niet meer wakker wordt. Ik weet niet eens wat er gebeurd is. Milo zegt wel dat Matthy gevallen is, maar dat lijkt me heel sterk. Hoe weet Milo dat zelfs? "We zijn bij het ziekenhuis." Hoor ik de ambulancier zeggen. De sirenes zijn gestopt met loeien en ik hoor hoe ze de brancard met Matthy er op uit de ambulance rijden. Ik stap uit en loop achter het ambulancepersoneel aan. "Meneer, u zult even in de wachtkamer moeten wachten." Zegt de verpleegster tegen mij en ze houdt me tegen. Ik zie hoe zij de brancard een hokje van de spoed inrijden en het gordijn wordt dichtgedaan. Ik neem plaats op een van de stoelen, naast een oude vrouw. Mijn been trilt, mijn wangen zijn nog nat van de tranen en mijn ademhaling is ongecontroleerd. "Gaat het jongen?" Vraagt de vrouw naast me. Ik kijk haar aan en schudt mijn hoofd. "Mijn vriend is bewusteloos gevonden en met spoed door de ambulance opgehaald. Ik weet niet eens wat er gebeurd is." Zeg ik tegen de vrouw. Ze kijkt me meelevend aan. "Och jongen toch. Je weet dat je vriend in goede handen is, toch?" Ik knik. De vrouw glimlacht. "Zal ik even wat water voor je halen?" Vraagt ze en zonder dat ik antwoord kan geven, staat ze op. Even later komt ze terug met een bekertje water. "Dankuwel." Glimlach ik naar de vrouw. Ze legt haar hand op mijn knie en knijpt er even in, als teken van medeleven. "Het komt allemaal wel goed, geloof me." Zegt ze vriendelijk. "Mevrouw Neevens?" Hoor ik een zuster roepen. De vrouw naast me staat op. "Hou je taai." Zegt ze nog voor ze met de zuster mee loopt.

OngewoonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu