Hoofdstuk 8

52 6 0
                                    

Als ik beneden aan kom, staan Thomas en Anna op mij te wachten.
"Heb je een fiets?" vraagt Thomas.
"Ja, duhh." zeg ik.
"Weet je het zeker, want anders mag je bij mij achterop." zegt hij met pret lichtjes in zijn ogen. Dit mis ik als ik thuis ben, liefde.
"Laat maar! Ik heb geen fiets!" zeg ik. Anna begint om mijn reactie te lachen. "Wat..?" vraag ik verontwaardigd.
"Niks hoor!" zegt Anna op haar beurt.

Als we op school aankomen, horen we allemaal dingen als: "Ahw, heeft Thomas een vriendinnetje? Is ook pas de zoveelste keer!"
Dat verbaasd me, aangezien we al lang hebben, zou hij iets verbergen? Ik vraag het hem na school wel.

Als ik bij Duits zit komt de afdelingsleider naar me toe.
"Lucy wil je even mee komen?"
Verbaasd sta ik op, pak ik mijn tas en loop ik weg. De klas kijkt me verbaasd na.

Als ik bij het kantoor van meneer Hildeboom, mijn afdelingsleider dus, aankom, staat mijn moeder daar te wachten.
"LUCY! Oh ik was zo ongerust!" zegt ze. Tuurlijk... Denk ik. Dat is het altijd en dan is ze de volgende dag weer heerlijk boos op me, niet meer geloven dus.
"Loop maar even mee dames, ik denk dat we het een en ander te bespreken hebben."

Als we zitten, beginnen we te praten.
Over hoe de ruzie is ontstaan, in wat voor een hel ik me nu bevindt, alles komt naar boven. Tranen komen en blijven maar stromen, alsof alles er uit moet.
Nog nooit heb ik me zo'n open boek gevoeld.
Het voelt goed, maar ook weer niet. Mijn wereld stortte in, maar is nu weer aan het opbouwen.

Als alles uitgepraat is ga ik naar huis met mijn moeder.
We komen thuis aan en er brandt licht thuis, terwijl mijn moeder alles uit had gedaan, zei ze.
We stappen de auto uit en lopen naar binnen.
"Is er iemand?" vraagt mijn moeder.
"Hallo dames!" Die vreselijke stem, de stem van Mart...

Verliefd op de verkeerde #2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu