7|Fenna|

11 0 0
                                    

Hoofdstuk zeven;

Daar zat ik dan, op de bank met mijn moeder. Haar hoofd leunde op mijn schoot, en ze lag zo onschuldig met haar ogen dicht, het deed me pijn. Terwijl ik met mijn hand door haar haren streelde, viste ik mijn mobiel uit mijn zak. Het nummer van mijn vader toetste ik in en al snel klonk zijn zuivere stem door de telefoon.

'Hoi Fen, alles oke?' Het ging weer zoals de vorige keer, ik moest hem bellen. Hij moest komen, en mijn moeder werd gebracht.

'Nee, papa. Alles gaat fout.' Een eenzame traan rolde over mijn wang, en mijn masker brokkelde af. Ik had er zo lang over gedaan om al mijn emoties te verwijderen.

'Wat is er meid? Huil je?' Hij klonk bezorgt, verdrietig en verbaasd.

'Ja ik huil pap, hoe ik haar vond, in de badkamer. In haar jurk.' Nu stroomden de tranen over mijn wangen. Niets kon me meer stoppen, alles werd te veel.

'Het is mama hè?'

'Ja pap, het is mama,' fluisterde ik.

'Ik kom lieverd, beloof me dat je nu je tranen weg veegt, en op mij wacht?'

'Beloof jij mij dan dat je snel komt? Ik wil een knuffel..' Mijn stem klonk zacht, ik verbaasde me al dat hij het had gehoord.

'Ja.'

'Ja.'

-

Mijn vader stormde de kamer binnen, zijn ogen waren rood en opgezwollen. Hij nam mijn moeder van me over, en hield haar vast in bruid stand. Zo liepen we samen naar buiten. Zonder emotie, sprakeloos naar de auto, op weg naar het ziekenhuis.

Toen ik in mijn eigen gedachtes weg zonk, werd ik ontwaakt door mijn moeder. Ze begon te schreeuwen en bewoog wild met haar armen. Alsof haar leven hier van af hing.

'Nee, nee!'

'Waar gaan we heen?'

'Ik. Ga. Niet.'

'Mark, laat me niet gaan! We gaan terug ik voel me goed, ik ben goed!'

'Fenna, Fenna zeg jij eens meisje lief? Ik ben toch goed? Kijk ik heb lippenstick op, ik heb mijn mooie jurk aan. Waarom vinden jullie mij niet mooi?' Halverwege begon ze te snikken. En het enige dat ik kon doen was kijken. Kijken naar mijn moeder die door had waar we naar toe gingen.

'Ja Monique, liefje je bent prachtig. Omdat je d'r zo mooi uitziet gaan we uit eten. Oke? Wil je nu weer lekker gaan zitten?' Mijn vader zijn stem klonk niet overtuigend, maar mijn moeder knikte met een trotse glimlach.

'Uit eten, leuk.. Ja leuk..' Ze nestelde zich tegen de auto deur, en wiegde haar zelf heen en weer.

Het leven was lastig, knap lastig. Je wilt er zelf een draai aan geven. Je wilt zelf je eigen verhaal schrijven. Hoe het loopt, afloopt en wat er allemaal gebeurd. Kon dat maar. Dan zou ik voor een leven gaan, dat bestond uit vrede. Mijn moeder die dan beter werd. En dat niemand meer huilde.

Ik keek naar buiten, naar de wolken die mee bewogen. Auto's die voorbij raasden.

Ik wil vliegen.
Ver in de lucht.
Weg van alles.
Problemen.
Stres.
Huilende mensen.
Ik wil weg vliegen, ja dat is wat ik wil.

'Fenna, we zijn er,' fluisterde een zachte mannen stem. Ik knikte en stapte uit. Weer hield mijn vader mijn moeder vast. Mijn moeder die spartelde in de handen van mijn vader. De deuren gingen open en als eerste kwamen we een receptie tegen moet.

'Hallo, welkom bij psychiatrische inrichting Het Noorderlicht. Kan ik u helpen?'

Hoort mijn moeder nou echt in het gekkenhuis?

*

Woorden; 574

Ja ja, dit was een erg lastig hoofdstuk. Ik weet niet wat er mis ging, maar in mijn hoofd beschreef ik de emoties anders, heftiger. Toen ik begon te schrijven, leek het als of alles, alle inspiratie foetsie was.

Maar ook sorry voor het korte hoofdstukje. Het kon niet anders, want dan werd het langdradig en ik vond dit einde er bij passen. Don't judge me people.

Liefde is nooit fout!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu