Hoofdstuk 8

124 9 6
                                    

Angst. Paniek. Verwardheid. Maar vooral angst. Doodsangst. Al deze emoties schieten door haar hoofd. Ze probeert haar ogen te openen. Het lukt niet en het blijft donker om haar heen. Gefrustreerd omdat iets niet lukt zoals zei het wil dwingt ze haar spieren om naar haar te luisteren. Ze probeert het nog eens als een golf van paniek haar mentaal bijna omver slaat. Ze heeft zich nog nooit zo angstig gevoelt en weet ook niet waar het vandaag komt. De paniek golft wordt minder totdat hij uiteindelijk helemaal weg is. Ze wacht af totdat hij weer terug komt. Als dat niet gebeurt beseft ze dat het nog steeds donker is omdat ze nog steeds haar ogen dicht heeft.
Opnieuw dwingt ze zichzelf om haar ogen open te doen. Na veel moeite lukt het haar om haar ogen een stukje open te doen. Er stoomt een fel licht naar binnen. Zo fel dat ze meteen haar ogen weer moet sluiten. Als ze geen witte puntjes meer ziet opent ze voorzichtig opnieuw haar ogen. Er stroomt nu een klein beetje licht naar binnen. Ze wacht een paar minuten totdat ze aan het licht gewend is. Als ze gewend is aan het licht opend ze haar ogen helemaal. Een fel licht verblind haar. Haar eerste reactie is om haar ogen te sluiten. Ze dwingt haar ogen om open te blijven en te wennen aan het licht.
Langzaam wordt haar zicht beter en ze kan vaag een blauwe lucht herkennen. Ze draait zich om en kijkt achter zich. Ze ziet niks dan een eindeloze blauwe lucht. Ze ziet steeds scherper en ziet nu dat er tussen de blauwe lucht groene slierten wolk zweven. Ze probeert om het groen te onderscheiden van het blauw maar dat lukt nog niet. Alle kleuren lopen in elkaar over en ze raakt er gefrustreerd van omdat ze hier geen controle over heeft. Ze wil hier controle over hebben. Ze houd niet van verassingen en ze wil nu weten waar ze is. Het kost haar veel moeite alsof ze dagen niet geslapen heeft. Vermoeiend sluit ze haar ogen en valt in slaap.

Geeuwend opend ze haar ogen. Ze heeft geen idee hoelang ze geslapen heeft. Het heeft haar wel goed gedaan. Ze voelt de energie door haar heen stromen. Ze ziet nu ook haarscherp. Ze ziet hoe de blauwe lucht eigenlijk geen lucht is maar iets anders. Ze kan niet echt plaatsen wat het wel is. Het lijkt op een blauwe muur, meer op een soort koepel. Het is overal, er lijkt geen einde aan te komen.
Het is niet helemaal blauw. Ze ziet nu dat er ook groen is. Alsof de muur leeft en aders heeft die dan groen zijn het klinkt zo raar, maar iets anders weet ze er ook niet op.
Er komt een soort licht door. Het lijkt op de zon maar het is vaag. Alsof iets de rest van het licht tegenhoud.
Ze heeft al geprobeerd om door de muur heen te komen maar dat heeft nog geen nut gehad. De muur blijft onbeschadigd alsof er niet tegenaan is gekomen.
Ze ligt nu maar een beetje te niksen omdat ze door ideeën is.
Een plotseling geluid laat haar overeind veren. Waar kwam dat vandaan? Ze luisterd en hoort een vreemd geluid met rare klanken.
Ze beseft dat het van buiten de rare muur moet komen.
'Het bewoog ik zag het baas,' klinkt er een zware stem. De stem is een beetje vervormd maar nog wel duidelijk verstaanbaar.
'Stel je niet zo aan. Dat is onmogelijk,' klinkt er een veel hogere stem dan de eerste die sprak. De stem hoord duidelijk bij een vrouw.
Ze legde haar oor tegen de vreemde muur aan om hun woorden op te kunnen vangen.
'Misschien is het toch mogelijk. Je weet het nooit. Misschien heeft het hem of haar wel gevoeld,' probeerd de man de vrouw te overtuigen.
Pats. Klinkt het. Ze gaat er van uit dat de vrouw de man heeft geslagen. Want de vrouw is duidelijk de baas over de man.
'Natuurlijk kan dat niet idioot. Het is al jaren in ons bezit en niemand anders is er bij in de buurt geweest. Het is altijd goed verborgen gebleven voor de anderen. Niemand weet dat het bestaat en dan denk jij dat het hem of haar gevoeld moet hebben. Denk toch eens even na voordat je je muil open trekt.'
Nou ze zijn niet echt aardig voor elkaar denkt ze bij zichzelf. Natuurlijk moet de vrouw laten weten dat ze de baas is maar dat kan ook op een andere manier.
'Ik zeg al niks meer,' jammerd de man een beetje.
'Misschien is dat ook beter zo want er komt toch niks nuttigs uit jouw.'
Ze heeft genoeg van de man en de vrouw en haalt haar oor van de blauwe muur af.
Nu ze erover nadenkt heeft ze geen idee van wat de man en vrouw hebben gezegd. Dat het over haar ging was wel duidelijk. Maar wat had ze dan gevoeld moeten hebben.
Nu ze zich alles zo afvraagd weet ze ook nog niet waar die golf paniek vandaan kwam die ineens op kwam zetten.
Ze haalt haar schouders op. Dat zal ze later wel uitzoeken. Ze kon voorlopig toch geen kant op. Ze zat nog steeds opgesloten in de vreemde koepel.
Het inspannend luisteren naar de man en vrouw had haar moe gemaakt.
Ik kan net zo goed gaan slapen, dacht ze. Het is niet zo dat ik veel mis.
Ze sloot haar ogen en dacht hoe vreemd vandaag eigenlijk was. Net voordat ze in slaap valt flist er een beeld voorbij. Het was niet echt een beeld maar meer een persoon. Maar dan ook geen persoon maar meer iemand ogen. Ze waren fel maar wel helder van kleur. Eigenlijk vond ze het wel een mooie kleur, waren haar laatste gedachten voordat ze in slaap viel. Heel mooi zelfs.
Dat helder grijs.

Dit is weer eens iets anders! Zijn jullie benieuwd wie dit is?
Of hebben jullie al een idee?
Als jullie een idee hebben laat het dan weten. Ik ben benieuwd wat jullie idee is!!!!!

Een vreemde wereldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu