[Update] [Suprise]

422 20 7
                                    

Oké dit is niet echt een verassing ofzo maar ik ga jullie een one shot geven :).

Het is geschreven door mij, omdat ik voor mijn portofolio een verhaal moest schrijven, en ik wou eigenlijk weten wat jullie ervan vinden :).

BELANGRIJK:

• aangezien ik al lang niet meer aan TYF geschreven heb moet ik nu alles herlezen, etc. . Hierdoor zag ik ook dat sommige delen in het verhaal niet kloppen 0.o . Het kan dus zijn dat ik misschien alles ga herschrijven ;a

• het verhaal is gekenmerkt met een [R] Beperkt, wat ik best stom vind :( . Iemand enig idee of ik dit nog aanpassen kan? :)

 PLEASE GEEF JE MENING!

Ik heb er moeite over gedaan, want ik had het per ongeluk niet opgeslagen en moest ik het allemaal snel hertypen :/

LUISTER HET LIED HIERNAAST ^^

Zoals de afgelopen paar jaar liep ik weer door de vertrouwde poort van de school alleen binnen. Alleen voelde deze plek niet rustgevend of vertrouwend voor mij aan, nee dat was het helemaal niet. Het was eigenlijk een dagelijkse routine geworden, een dagelijkse gewoonte waarna ik weer pijn en angst zou voelen als ik binnen deze poort zou stappen.

Met snelle stappen liep ik angstig zo snel mogelijk voorbij de mensen die mijn leven een echte hel gemaakt hadden, in de hoop om niet opgemerkt te worden.

Mijn hart bonsde hard tegen mijn borstkast en als ik niet beter wist zou ik denken dat het elk moment uit mijn lichaam zou springen. Snel wreef ik met mijn handen over mijn broek zodat mijn bezweette handen minder klef waren.

Eenmaal ik in het schoolgebouw aangekomen was, liet ik een opgelaten zucht uit mijn mond komen. Het was een wonder, een wonder dat ze me niet opgemerkt hadden, een wonder dat er me nog niks overkomen was, een wonder dat er niks gebeurd was.

Op een rustig tempo liep ik naar mijn locker dat zich op het einde van de witte gang bevond. Ik had eigenlijk geluk dat ik een daar een locker kreeg, aangezien de leraarskamer maar een paar meter verder stond. Hierdoor kwamen ze minder vaak naar mij toe terwijl ik mijn spullen in de locker stopte of iets ging halen.

Ik keek even op mijn zilverkleurig horloge. Twintig na acht, nog zo’n tien minuten voordat het eerste lesuur begon. Of met andere woorden, nog tien minuten dat ik vrij had en kon doen wat ik wou.

Veel keus was er eigenlijk niet, want wat kon ik nu eigenlijk doen?

Doordat ik gepest werd had ik geen vrienden. Ik had geen persoon waarmee ik tijd kon doorbrengen, geen ziel die er was om mij te troosten, niemand op wie ik kon bouwen, alleen.

Ik schudde mijn hoofd. Ik moest niet weer slecht beginnen te denken of ik zou weer in een depressie terecht komen…

Met mijn hand nam ik het goudkleurig sleuteltje vast en stopte het in het slot van mijn locker. Ik draaide twee keer en greep onhandig het ding vast. Ik stopte het samen met mijn sleutel in het zijvak van mijn rugzak.

Om een of ander reden rook ik een vreemde geur. Ik kon geen specifieke naam geven aan wat ik rook dus schudde ik gewoon maar met mijn hoofd. Het kwam vast weer van een toiletten dat blokkeerde. Maar wat zat ik er toch naast…

Maar ik had nooit verwacht wat er toen zou gebeuren.

Eenmaal ik mijn locker opende kreeg ik een laag vreemde smurie over mij heen. Het stonk, maar dan ook verschrikkelijk.

Nog geen halve seconde later hoorde ik gelach en gebrul. Met een ruk draaide ik me om en zag de hele graad voor mij staan. Ik twijfelde niet langer en liep meteen de school uit.

Ik wou enkel nog maar alleen zijn…

Zover waren ze nog nooit gegaan. Meestal, en daarmee bedoelde ik dus de afgelopen vijf jaar, was het maar schelden of iets in de aard van geweld, maar nu… Ze hadden het zelfs gefilmd!

In een spurt liep ik naar huis. Na een tiental minuten te lopen hield ik opgelucht adem. In de verte zag ik mijn huis staan en ik moet toegeven, ik was nog nooit zo blij om het te zien.

Mijn ouders waren zoals gewoonlijk weer niet thuis aangezien hun auto’s niet op de oprit stonden. Eigenlijk waren ze dat nooit. Voor zover ik me kon herinneren had ik zelfs niet eens een intiem gesprek met hun gehad!

Slenterend volgde ik het pad dat me naar de witte deur leidde dat als ingang van mijn huis diende .

Eenmaal de voordeur achter me dicht deed ging ik meteen naar boven, richting mijn kamer. Mijn Dakine rugzak liet ik op de grond vallen en mijn kamerdeur deed ik  meteen achter me op slot.

“Waarom?”, fluisterde ik met een trillende stem, “Waarom altijd ik?”

De geur van ketchup, mosterd, mayonaise, kaas en nog wat ander eten, dat over datum rook, werden weer door mijn neus opgenomen. Met een walgende blik trok ik haastig mijn kleren uit, gooide ze in de vuilbak en verving ze met een propere kleren.

Op dat moment kon ik de onderdrukte tranen die er waren vanaf het moment dat ik me omdraaide in de gang, niet meer tegenhouden waardoor ze als een wilde rivier over mijn wangen gleden. Ik wil niet wenen, helemaal niet als zij de reden waren. Maar soms kon ik gewoon niet anders…

Grote hoeveelheden tranen liepen er over mijn wangen heen. Mijn ademhaling was onregelmatig en zwaar. Mijn lichaam ging op en neer terwijl ik onhoorbaar snikte.

Een zucht verliet mijn mond. Ik wou gewoon dat dit alles stopte. Ik kon het voorkomen, ja dat kon ik. Maar ik was nu eenmaal niet dapper en sterk. Nee, ik was zwak en breekbaar.

Ik was het beu! De haat, overbodig zijn, eenzaam zijn, … Uiteindelijk, wat was ik eigenlijk? Een speeltje dat diende als vermaak van mensen?

Nee, dat was ik niet!

Ik wilde gewoon dat alles wegging. Ik wou gewoon geen pijn meer voelen. Ik wou geen pijn voelen omdat ze me sloegen, omdat ik niemand had of omdat ik een buitenbeentje was. Natuurlijk waren er nog veel andere dingen waardoor ik pijn had, maar dan zou ik meteen honderd bladzijden kunnen schrijven.

Maar nu, nu kon ik alles oplossen: de pijn, verdriet, vermoeidheid,…  Alles kon ik doen weggaan door één manier, één handeling die alles veranderde.

En opeens voelde ik me niet meer bang of angstig maar licht. Licht omdat ik van alles af kon zijn.

Met trage stappen liep ik naar het balkon. De tranen liepen niet meer over mijn wangen want ik wist, dat ik snel weer bij mijn zus ging zijn.

 Ik ademde nog een keer diep in. Hier stond ik dan, op een halve meter van het einde van mijn balkon. Als mensen mij vijf jaar geleden gevraagd hadden of ik deze stap ooit zou doen zou ik overtuigend nee geroepen hebben. Maar dingen veranderen net zoals mensen veranderen.

Ik zette me op de leuning recht en hoopte dat alles snel zou gaan. Misschien was het geluk eens aan mijn zijde en zou ik niks van pijn voelen, maar wanneer stond het geluk aan mijn kant? Snel fluisterde ik nog iets voordat ik me vooroverboog en in volle vaart op de grond neerviel, dood.

“Dood zal ik niet gaan want dood was ik al vanaf dag één in de strijd, ik was gewoon te zwak om te overleven.”

Turn your face - Dutch [Onder Bewerking]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu