Hoofdstuk 7: Het hart van de strijd

1 0 0
                                    

Marian knielde neder naast Robin, haar zachte handen gleden behoedzaam over zijn verwonde huid. Zij had zijn wonden reeds gespoeld met het heldere water van de beek, de koele stroom verzachtte de pijn enigszins, doch de tekenen van het gevecht bleven onmiskenbaar. Zijn oog, blauw en gezwollen, getuigde van de harde klap die hij had ontvangen, en schrammen teerden zijn armen en schouders. Toch leek geen wond ernstig genoeg om te vrezen. Wat haar meest beroerde, was de blik op zijn gelaat: een schaduw van schaamte die daar zwaar rustte.

"Dit zal zeer doen," waarschuwde Marian zacht, terwijl zij het linnen op de diepe snee in zijn arm legde. Haar stem klonk als een fluistering, maar de ernst erin was duidelijk.

Robin wendde zijn hoofd af, en een bittere glimlach krulde aan zijn lippen. "Gij behoeft mij niet te herinneren aan de pijn," sprak hij kort. "Die voel ik reeds genoeg, dat moet gij weten."

Marian antwoordde niet terstond, doch haar ogen, vol van mededogen, bleven op hem rusten. "Gij hebt u goed laten raken," sprak zij uiteindelijk, haar toon licht, alsof zij zijn trots wilde sparen. "Kleine Jan kan waarlijk een venijnige slag uitdelen, zo blijkt."

Een schamper lachje ontsnapte Robin, meer zucht dan vreugd. "Dat was een gemene slag," gaf hij toe, doch er school iets anders in zijn stem. Hij aarzelde, alsof hij een strijd voerde met zichzelf. "Maar... het was niet enkel de slag. Het was... omdat gij met hem stond te spreken."

De woorden kwamen schoorvoetend over zijn lippen, alsof hij beschaamd was over zijn eigen gevoelens. Marian keek hem aan, een zachte glimlach op haar gezicht, doordrongen van begrip. Zij wist hoe zwaar het voor hem moest zijn om zijn jaloezie uit te spreken.

"Waarom voert gij strijd, Robin?" vroeg zij zacht, haar stem nauwelijks meer dan een ademtocht. "Waarom laat gij zulke gevoelens u zo beheersen?"

Hij zuchtte diep, en zijn ogen ontmoetten de hare, vol van spijt en onrust. "Het voelde als een steek in mijn hart," bekende hij, zijn stem dof van emotie. "U te zien met hem... het woog zwaarder dan ik had verwacht. Ik... ik wist niet hoezeer ik mij zorgen maakte om u, Marian."

Zijn woorden waren een rauwe bekentenis, en Marian knikte langzaam, haar handen werkend aan zijn wonden terwijl haar blik zacht bleef. "Gij hadt het mij eenvoudig kunnen zeggen," antwoordde zij met kalme ernst. "Er is geen noodzaak tot vechten voor mijn aandacht, Robin. Dat vraag ik niet van u."

Robin sloot zijn ogen, alsof hij haar woorden wilde opnemen, ze wilde voelen in zijn hart. "Gij hebt gelijk," fluisterde hij na enige tijd. "Ik was blind van woede. Maar het was enkel omdat ik u niet wil verliezen, Marian. Gij zijt alles voor mij."

Haar hand legde zij zacht op zijn arm, haar ogen ontmoetten de zijne met een vastberaden blik. "Gij hebt mij niet verloren," zei zij beslist. "Maar gij moet leren dat woede uw pad niet zal verlichten. Twijfelt gij ooit weder, of worstelt gij met uw gevoelens, spreek dan tot mij. Reageer niet met uw vuist, maar met uw hart."

Robin keek haar aan, de schaamte week langzaam uit zijn blik, en een zwakke glimlach brak door zijn vermoeidheid. "Gij hebt gelijk," herhaalde hij, zijn stem nu zachter, wijzer. "Het was dwaasheid van mij."

Marian zweeg verder en verzorgde zijn wonden met tedere toewijding, terwijl Robin haar met een mengeling van dankbaarheid en berouw gadesloeg. Hoewel de pijn in zijn lichaam bleef, voelde hij de last op zijn ziel verlichten. Het was een begin van heling, voor zijn wonden én voor zijn hart.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: 17 hours ago ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Het Zwarte WaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu