Hoofdstuk 3: Een bad vol geheimen

1 0 0
                                    

In de schemerige kamer, slechts verlicht door het flikkerende kaarslicht, stond Lady Marian met de handen in de zij. Haar blik rustte streng op Robin Hood, de roemruchte rebel der bossen, die tegenover haar stond met een mengeling van verlegenheid en koppigheid in zijn houding. Een scherpe geur, ondubbelzinnig en onmiskenbaar, hing om hem heen en vulde de ruimte. Daarbij was zijn huid bedekt met een dikke laag roet, alsof hij rechtstreeks uit de haard was gekropen.

"Robin," begon Marian, haar stem vastberaden, "dit kan zo niet voortduren. Gij zijt mij wellicht een held, maar ook een man van vlees en bloed. En dat vlees ruikt alsof het al weken in de zon heeft gelegen, en erbij loopt alsof ge in de haard hebt geslapen."

Robin wreef ongemakkelijk over zijn kruis, alsof hij probeerde een onzichtbare jeuk te bedwingen. "Milady, het is niets. Een beetje vuil is goed voor de ziel."

Marian snoof, haar ogen samengetrokken. "Een beetje? Gij zijt meer roet dan man. Zelfs de schoorsteenveger zou van u weglopen. Lisa! Bereid het bad in mijn vertrekken." Zonder Robin een kans te geven om te protesteren, greep ze zijn arm en trok hem richting de trap.

Robin sputterde tegen, zijn hand nog steeds rusteloos op zijn broek. "Marian, echt, dit is niet nodig!" Zijn stem klonk haast smekend. "De geur houdt vijanden op afstand. Het heeft een doel!"

Marian draaide zich om halverwege de trap, haar ogen vlammend. "Robin Hood, gij blijft krabben als een hond vol vlooien. Dit is nodig, of gij wilt of niet."

Robin volgde haar met tegenzin naar haar vertrekken, waar Lisa al bezig was een houten bad te vullen met warm water. De damp van het sop vulde de kamer, een welkom contrast met de eerder aanwezige geur. Marian keek hem aan, haar blik ongeduldig. "Uitkleden."

Robin staarde haar aan alsof ze hem gevraagd had zich bij de vijand over te geven. "Milady, nee. Het is ongepast." Zijn hand ging opnieuw naar zijn kruis, dit keer sneller, alsof het argument zijn standpunt kracht zou bijzetten.

"En wat denkt gij dat ongepast is aan een bad?" Marian trok haar wenkbrauwen omhoog. "Dat krabben is eerder ongepast. Uit die kleren, nu."

Robin zette zijn handen in zijn zij, een poging tot verzet. "Ik ben een man van eer. Gij kunt niet van mij vragen—"

Marian onderbrak hem met een zucht, haar handen al bezig om de gesp van zijn riem los te maken. "Als gij het zelf niet doet, doe ik het voor u." Robin sprong achteruit, zijn gezicht vuurrood.

"Stop, Marian! Dit is absurd!" Zijn stem klonk een octaaf hoger. "Ik kan prima baden met mijn broek aan."

Marian lachte spottend. "En denkt gij dat het vuil zich dan ineens op magische wijze oplost? Nee, Robin. Geen broek, geen tuniek. Alles moet eraf."

Robin aarzelde, zijn ogen wanhopig op zoek naar een uitweg. "Het is niet... eh, gepast," mompelde hij. Maar toen Marian hem een blik toewierp die niets aan de verbeelding overliet, begon hij schoorvoetend zijn tuniek los te maken. Zijn handen bleven echter roerloos op de rand van zijn broek.

"De broek," beval Marian, haar stem scherp.

"Milady, ik zweer u—" begon Robin, maar toen Marian haar handen opnieuw naar zijn riem bracht, gooide hij zijn armen in de lucht. "Goed, goed! Ik doe het zelf!" Met een diepe zucht en een gezicht dat nog roder werd dan het vuurlicht in de kamer, duwde hij de broek naar beneden. Zijn benen waren net zo bedekt met modder en roet als de rest van zijn lichaam.

"Dat werd tijd," zei Marian droogjes. "In het bad, nu."

Robin stapte met tegenzin in het warme water, zijn blik naar de grond gericht. Het roet begon meteen in donkere strepen van zijn huid te druipen, en Marian pakte een spons. "Ziezo," zei ze terwijl ze zonder aarzeling zijn schouders begon te wassen, "dat was toch niet zo erg?"

"Dat is nog te bezien," bromde Robin, die zich nog steeds probeerde te verbergen achter het schuim dat langzaam vormde.

Marian keek hem aan met een blik die zowel streng als geamuseerd was. "Het is tijd dat ge leert dat een beetje hygiëne nog niemand kwaad heeft gedaan, Robin Hood. En misschien, als ge ooit ophoudt met krabben, zult ge mij zelfs dankbaar zijn."

Het Zwarte WaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu