Hoofdstuk 2

230 15 1
                                    

We stonden alle vier op één rij klaar. Ik, Mags, Annie en Yuro. Lors was ondertussen gestorven door zijn drankprobleem. Ik had hem maar een paar keer gezien en heb nog steeds de mening dat het misschien beter was voor hem dat dood was. Hij had geen leven meer. Zijn hele huis lag vol met lege flessen en stonk naar de drank. Ik had hem geen enkele keer iets zinnigs horen zeggen. Ik had al een paar keer mensen dronken gezien. Vaak leken ze gelukkig, maar hij nooit. Hij keek me dan aan met zijn ogen zonder glans in, alsof hij leefde in een wereld waar geluk niet bestond. Voor hem was dat waarschijnlijk wel zo. Ik zou de dag van zijn begrafenis nooit vergeten. Mags haar tranen liepen toen van haar wangen, maar in haar ogen was opluchting te zien. Het was goed geweest voor hem. Nu was hij op een betere plek. 
Ik keek naar de vredebewakers die op hun hoede rondkeken. Hun gezicht was bedekt met een masker, maar toch kon iedereen zien dat ze wantrouwig waren. 'Wat is er met hun?' Vroeg ik al fluisterend tegen Annie. Ze keek me verbaasd aan. 'Heb je het nog niet gehoord? Op televisie en op de radio?' Ik schudde mijn hoofd. Ik wou zo weinig mogelijk van Panem horen wanneer ik niet in het Capitool was. Dan leek ik even een ander leven te hebben, een beter. Natuurlijk was dat niet zo, maar het gevoel was genoeg voor mij. Dat stoorde mijn zus verschrikkelijk die vond dat ik op de hoogte moest blijven. Ze vindt dat winnaars nog extra op hun hoede moeten het zijn voor het Capitool. 'Er is een kleine opstand geweest in district 11', legde ze uit. 'Door Katniss Everdeen en Peeta Mellark?' Vroeg ik. Ze knikte. Ondanks dat ik hun en hun toneelspel niet mocht, had ik toch een beetje respect voor de twee winnaars van district 12. Het was denk ik niet gemakkelijk om een opstand, -hoe klein dan ook-, uit te lokken bij een district die ongelofelijk hard wordt in het oog gehouden door het Capitool en zijn vredebewakers. Toch voelde ik angst. Hoogstwaarschijnlijk waren er ook weer doden gevallen en wat als hier hetzelfde gebeurt? 'Na district 11 zijn er geen opstanden meer geweest. Waarschijnlijk zullen ze nu wat voorzichtiger zijn', zei Yuro. Dat stelde me al wat meer gerust, maar toch niet helemaal. 

Ik zag een wagen aankomen en het volkslied begon af te spelen. Als eerste kwam Effie Prul naar buiten. Je herkende haar meteen met haar gekleurde krullen en opvallende kleren. Een typische vrouw van het Capitool. Ze werd gevolgd door Katniss en Peeta met daarna de vroegere winnaar Haymitch Abernathy en de designer Cinna. Het viel me op dat hij niet veel shmink droeg, alleen wat gouden eyeliner. Ze leken alle vijf op hun hoede te zijn, maar dat viel niet op doordat iedereen achterdochtig was. Toch lachten we allemaal en deden alsof er niks aan de hand was. Zoals gewoonlijk. 
Ik luisterde niet echt naar hun speech. Het was zoals altijd zo'n opgelegde toespraak van het Capitool die vertelde hoe goed hun land het had enz. Ik haalde opgelucht adem toen ze weer weg waren. 'Het schijnt dat ze in district 11 de speech hebben genegeerd', zei Yuro. Ik fronste mijn wenkbrauwen. Dat was zeer gedurfd, maar vooral ook heel dom en naïef. Ik keek naar Annie. Ze glimlachte naar mij. 'Gaan we naar het strand vanavond?' Vroeg ze. Ik knikte. Ik wou haar rode haren aanraken en haar lippen op mijn lippen voelen, maar ik wist dat het niet mocht. Als de vredebewakers het zouden zien of als het op televisie zou komen, zou het Capitool woedend zijn. Ik had honderden bewonderaars in het Capitool die allemaal hoopten dat ze met mij zouden trouwen en dit zou een slag in hun gezicht zijn. Ik las in Annie's ogen dat ze hetzelfde dacht en even leken er zelfs tranen te komen. 'Om 19 uur', zei ze nog en toen stapte ze weg. Ik keek rond me of iemand het verdacht leek te vinden dat we daarnet zo met elkaar stonden te praten, maar niemand lette op ons. De meeste mensen waren alweer vertrokken. Alleen Mags en Marine bleven nog achter. Ik knikte hun toe en stapte weg. Ik hoorde Marine nog zeggen dat ze het niet erg vond dat het geen winnaar van district 4 was bij de vorige spelen, omdat ze zeker niet veel van hun had verwacht. Ik balde mijn vuisten. Hoe kon ze het zelfs zeggen?

Ik keek naar haar silhouet die staarde naar de zee en kwam naar haar toe. Ik nam haar hand vast. Het was een aanraking waar ik zo hard naar verlangd had. Ze keek naar me op. 'Dag Finnick', zei ze met haar tedere stem. 'Dag Annie', zei ik terug. Ik dacht terug aan haar Spelen dat voor de Capitool meer een teleurstelling was geweest. Ze hadden gezorgd voor een overstroming en omdat Annie het beste kon zwemmen, had ze het ook overleefd. Ze had niet eens iemand vermoord. Dat gebeurde niet bij veel winnaars. Het was een klein geluk voor haar, want alhoewel ze ook een trauma had meegemaakt, toch had ze niet zo'n groot schuldgevoel zoals ik. Want ik had tributen vermoord. 'Denk je dat ze ooit gaan eindigen?' Vroeg ze. Het was een vraag die ik me al lang afvroeg, maar ik wist het antwoord niet. 'Ik weet het niet', zuchtte ik. 'Ik hoop ervoor.' We zeiden even niks meer. Ik merkte dat de zon al was aan het ondergaan. 'Ik probeer me gewoon een leven voor te stellen waarin iedereen over straat kan lopen zonder bang te zijn. Net als wij. Dat wij gelukkig zouden kunnen zijn. Samen. En dat we kinderen zouden hebben, die... die niet naar de spelen zouden moeten gaan', zei ze. Ik glimlachte. 'Het lijkt wel een sprookje', zei ik. Ze keek me aan en ik zag haar bezorgde, groene ogen. 'Wat als ze jou uithuwelijken aan iemand van het Capitool, Finnick?' Vroeg ze. 'Dat doen ze niet. Ik heb te veel bewonderaars, er zouden conflicten ontstaan', stelde ik haar gerust. 'Wat als ze mij uithuwelijken?' Zei ze dan nog. Ik wist niet wat daarop te antwoorden. Ik zou het kunnen om Annie met iemand anders te zien. Met iemand anders zien kussen en kinderen hebben. Ik zag het voor me. Dat kon gewoon niet. Dat mocht gewoon niet. Als wijze van een reactie pakte ik haar vast en kuste haar. Het was zalig om dat te kunnen doen nu niemand ons zag, niemand ons er iets van kon zeggen. Niemand wist ervan, ook al denk ik wel dat Mags en Herlinde het door hebben. 'Ik blijf altijd bij je', fluisterde ik. 'Beloofd?' Vroeg Annie. 'Beloofd.' 

Finnick Odair's kwartskwellingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu