Hoofdstuk 5

15 2 3
                                    

Terwijl ik mijn tandenborstel in mijn mond heb, trek ik mijn pyjama aan. "WELTERUSTEN PA" roep ik vanaf bovenaan de trap. "WELTERUSTEN MEISJE, IK KOM JE STRAKS NOG WEL EEN KUSJE GEVEN" Ik schrik van zijn reactie. Nee, alsjeblieft niet, hij hoeft niet nog een keer in mijn kamer te komen. Trillend ga ik in bed liggen met de dekens strak over me heen getrokken. De dekens trillen door mijn handen en ik merk dat mijn ademhaling versnelt. Zonder dat ik het door heb rollen de tranen over mijn wangen. Ik besluit ze niet tegen te houden en val in slaap.

Ik word wakker met een nat gezicht, nat van de tranen. Ik denk dat ik huilend in slaap ben gevallen, omdat ik me zo angstig voelde. Ik haat dat gevoel, het is zo raar, verschrikkelijk en eng. Niet meer aan denken nu, zeg ik tegen mezelf.

Ik kleed me aan, doe wat make-up op en kam mijn haren voordat ik naar beneden loop. Ik wacht bovenaan de trap tot mijn vader de deur uit is. "DOEI LIEFJE" roept hij en de deur valt met een klap dicht. Ik zucht van opluchting. Snel ren ik de trap af en smeer ik mijn brood.

"Shit!" zeg ik tegen mezelf als ik met alles op slot heb gedaan, me telefoon ligt nog binnen. Gehaast maak ik de deur open, ren naar binnen en voor ik het weet zit ik alweer op de fiets. Doordat ik zo snel fiets heb ik geen eens door dat ik door rood rijd en hoor ik de auto, die mij bijna aanrijdt, keihard toeteren. "ZEG, KAN JE NIET UITKIJKEN, TRUT!!!!" roept de man achter het stuur boos. Niets wetend rijd ik door. Hij kijkt me boos na maar ik besluit mijn hoofd weg te draaien en het te negeren. Er zijn belangrijkere dingen op de wereld, denk ik bij mezelf, zoals op tijd op school komen.

Madelinde komt meteen naar me toe gerend en knuffelt me. Als we samen naar binnen gaan loopt Boris langs ons, als ik even zijn kant opkijk geeft die een knipoog. Ik voel mijn wangen rood worden en kijk snel de andere kant op. Madelinde port me even, ''Zie je nou wel, hij vindt je echt leuk hoor, een jongen knipoogt niet zomaar.'' ''Nee, het is niks, hij bedoelde het vast niet op die manier.'' ''Nou Clau, niet zo bescheiden. Hij vindt je echt leuk, geloof mij nou maar. Misschien moet je is een keer naar hem toegaan.'' ''Ik weet niet of ik dat wel durf, wie weet wat er mis kan gaan.'' Ze glimlacht naar me en zegt zelfverzekerd, ''Ik help je wel.'' Ze is lief, maar ik wil nu echt even niet aan jongens denken. Mijn vader is al erg genoeg.

We hebben maatschappijleer, het saaiste vak van de hele wereld. De stof is al saai, maar de docente haar uitleg is helemaal slaapverwekkend. En dan die hoge stem erbij, verschrikkelijk. De gedachten en vragen tollen door mijn hoofd, ik word er gek van. Ik steek mijn hand op als ik zie dat mevrouw van der Velden mijn richting op kijkt, ''Mag ik even naar de wc?'' Ze knikt en gaat verder met de les. Snel ren ik naar de wc, doe de deur op slot en ga met mijn rug tegen de deur aan staan. De pijn in mijn buik maakt me misselijk. Ik heb het gevoel dat ik moet overgeven en buig naar voren. Het lukt niet, terwijl ik kotsmisselijk ben. Ik adem diep in, hou het een paar tellen vast en adem weer rustig uit. Even blijkt het gevoel verdwenen te zijn, maar nog geen minuut later komt het weer. Snel ga ik op mijn hurken zitten en spuug alles eruit.

Zoveel braaksel is het niet, alleen mijn ontbijt en de rest is water. Gelukkig is de pijn in haar buik verdwenen. Het voelt alsof ik de angst eruit heb gespuugd. De angst en onrust in mijn hoofd maakt mij letterlijk ziek. Ik trek door en zucht van opluchting. Als ik de wc uit ben kijk ik nog even in de spiegel. Mijn gezicht ziet wit, ik vraag straks wel of een van de meiden Dextro bij zich heeft. Zodra ik de klas weer binnen kom kijkt de docente mij bezorgd aan, ''Claudia, wat zie je wit, gaat het wel?'' ''Ja mevrouw, ik voelde me gewoon niet zo lekker, maar nu gaat het wel weer.'' ''Goed, ga maar gauw zitten.''

*In de pauze* ''Wat was dat nou net bij maatschappijleer?'' vraagt Madelinde. ''Weet ik ook niet, ik werd opeens heel erg misselijk. Heeft een van jullie misschien een Dextro'tje voor me?'' Julia zoekt in haar tas en geeft mij er een, ''Alsjeblieft, het zijn er drie, voor als je er nog meer nodig hebt vandaag.'' Ik bedank haar vriendelijk, eet mijn brood op en neem de Dextro in. Langzaam voel ik mijn hoofd wat lichter worden.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Feb 14, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Voor altijd bangWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu