Hoofdstuk 2

271 12 0
                                    

Mijn moeder troost me.

"Hoe kan het nou?" vraag ik als ik ben uitgehuild.

"Weet ik niet. Ze begint morgen meteen met haar eerste chemo."

"Morgen al. Kan ik naar Emma toe?" Ze schud haar hoofd.

"Bezoekuur is al geweest."

"Hallo, het gaat wel om mijn zusje!" schreeuw ik.

"Morgen na de chemo kunnen we naar haar toe. Heb je al gegeten?" Ik veeg de laatste tranen weg.

"Nee, alleen twee cupcakes."

"Dat was die lekkere geur."

"Ik heb ze samen gemaakt met Loes."

"Ik ga even koken." Ik pak mijn telefoon en ik kijk of Emma online is. Ze is online.

Ik: Hey Emma.

Zij: Hey.

Ik: Hoe is het?"

Zij: Gaat wel. Morgen de eerste chemo.

Ik: Ik hoorde het van mam.

Zij: Ik wil niet dat mijn haren er af gaat.

"Ciel, kom je eten." zegt mijn moeder.

Ik: Snap ik. Ik zie je morgen weer. Ik ga eten. Doeg

Zij: Doei

Ik leg mijn telefoon weg en schuif aan tafel. Onder het eten zeggen we niks tegen elkaar. Na het eten help ik met afwassen. Als dat klaar is ga ik naar mijn kamer. Ik plof op mijn bed. Ik doe mijn oortjes in. Als ik het lievelingslied van Emma hoort rolt er een traan over mijn wang. Ze is nog maar 14 en ze heeft nu al kanker. Ik weet zeker dat ze het gaat halen. Ze is sterk. Sterker dan de ziekte. Ik krijg een appje van Loes. Ik open de appje.

Zij: Hey. Hoe is het afgelopen met je zusje?

Ik: Ze heeft leukemie.

Zij: Echt. Die zag ik niet aankomen.

Ik: Ik ook niet. Ik kan er niks aan veranderen. Ik ga stoppen. Doeg.

Zij: Doeg.

Ik doe mijn oortjes uit en loop naar beneden. Ik zie dat mijn moeder weer heeft gehuild. Ik ga naast haar zitten.

"Mam, ze verslaat die kanker." zeg ik.

"Wat nou als ze dood gaat."

"Ze gaat niet dood. Ze is sterk."

"Wat nou als ze niet sterk genoeg is."

"Je moet niet negatief denken. Daar wordt het niet gezelliger in huis."

"Sorry, maar ik ben zo bang dat ze het niet haalt."

"Ik ook, mam. Maar we moeten positief blijven denken. Ik ga op bed."

"Welterusten."

"Trusten." Ik loop naar boven. Ik trek mijn pyjama aan. Ik haal mijn make up af en poets mijn tanden. Ik ga in mijn bed liggen. Ik sluit mijn ogen en val in slaap.

-----

Ik word wakker door mijn moeder die er uit gaat. Ik ga er ook maar uit. Ik pak een kledingsetje. Ik trek dat aan. Daarna poets ik mijn tanden en doe mijn make up. Ik loop naar beneden.

"Goeiemorgen." zeg ik.

"Goeiemorgen." Ik loop naar de keuken en smeer een ontbijt. Ik eet mijn ontbijt op.

"Hoelaat heeft Emma de chemo?" vraag ik.

"Tien uur. Om kwart voor elf is ze klaar met de chemo. Ga je straks mee?"

"Ja. Maar we kunnen toch pas na de chemo naar haar toe."

"Ik was gister even in de war." Ik pak mijn Nike schoenen. Ik trek ze aan en we stappen in de auto. Als we bij het ziekenhuis zijn lopen we naar de kamer waar Emma ligt. Ik loop de kamer binnen. Ze kijkt tv.

"Hey." zeg ik. Ze kijkt op.

"Hey Ciel." Ik geef haar een knuffel.

"Kijk je op tegen de chemo."

"Ja. Maar het moet." De verpleegster komt er aan lopen met een zak vocht. Ze legt uit dat dit de chemo is. Ze sluit die aan bij Emma. Daarna gaat ze weg. Er rolt een zucht over mijn lippen.

"Wat is er?" vraagt Emma.

"Niks. Ik heb gewoon een hekel aan ziekenhuizen." Ik hoor zachtjes lachen.

"Je bent niet de enige. Weet je wat ik het meest ga missen?"

"Nee."

"Mijn bed."

"Dat was te verwachten achter af." Drie kwartier later is de zak leeg. De verpleegster komt de zak ophalen.

"Ciel, kun je dat kartonnen bakje geven?" Ik geef het en meteen moet ze overgeven.

"Gatver." zeg ik.

"Sorry." Ik geef haar een zakdoekje om haar mond schoon te maken. Ik gooi het bakje weg.

"Gaat het weer een beetje?" Ze knikt.

"Ik ga even naar de wc." zeg ik. Mijn moeder is met de arts aan het praten. Ik loop naar de wc. Als ik klaar ben was ik mijn handen. Als ik wil terug lopen bots ik tegen iemand op waardoor ik val. Hij helpt me overeind als ik goed kijk is het Liam Payne.

"Oh my gosh." mompel ik onhoorbaar.

The Day In The Hospital ft. Liam PayneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu