Hoofdstuk 1

397 12 0
                                    

Ik zit op de bank tv te kijken. Mijn moeder en mijn zusje zijn naar het ziekenhuis. Mijn vader is overleden toen ik klein was. Ik bel mijn beste vriendin Loes. Ik toets haar nummer in.

"Hey Cecile."

"Hey Loes. Heb je wat te doen?"

"Euhm.. Nee.

"Mooi. Dan kom ik naar je toe."

"Wacht. We kunnen ook gaan shoppen."

"Daar zeg ik geen nee tegen. Ik zie je zo in het winkelcentrum bij de Starbucks."

"Tot zo."

"Doei." Ik hang op. Snel pak ik mijn portemonnee en doe die in mijn handtas. Ik doe de deur op slot en ga op mijn roze scooter naar het winkelcentrum. Ik parkeer mijn scooter en loop naar de Starbucks. Loes is er al. Ik geef haar een knuffel.

"Heb je al wat gehoord van je zusje?" vraagt ze.

"Nee. Als ze nieuws hebben zouden ze mij bellen."

"Oke. Zullen we wat drinken?" Ik knik. We lopen de Starbucks. We bestellen een ijskoffie.

"Ik trakteer." zegt ze. Ik wil nee zeggen maar ze heeft het geld al gegeven. Als we onze koffie ophebben lopen we naar de dure winkelstraat. We lopen een winkel binnen. Ik pak een jurkje.

"Deze zou jou leuk staan." Ze bekijkt het prijs kaartje.

"Deze kost £300. Dat kan ik nooit betalen." zegt ze.

"Dan koop ik die voor je. Mijn ouders hebben toch genoeg geld."

"Nee, als mijn moeder er achter komt dat ik zo'n duur jurkje heb wordt ze kwaad." Ik hang het jurkje terug.

"Zullen we maar naar de goedkopere winkels?" vraag ik.

"Ja." We lopen naar de H&M. We lopen naar binnen. Ik loop naar de kledingrek en pak een shirtje met kant.

"Loes, wat vindt je van deze?" vraag ik.

"Best leuk." Ik geef die aan haar. Ze loopt naar de pashokje. Na een minuutje komt ze er uit.

"En?" vraagt ze.

"Het staat je super leuk." Ze loopt terug naar het pashokje. Ze kleed zich om en betaalt daarna het shirtje.

"Heb je nog zin om te winkelen?" vraagt ze als ze heeft betaald.

"Niet veel."

"Dan gaan we naar jou huis."

"Oké. En dan kijken we een film in de bioscoopkamer. We lopen naar onze scooter. Als we bij mij thuis zijn trap ik mijn schoenen uit. Ik pak wat chips en cola. Ik loop naar de bioscoopkamer.

"Welke film?" vraag ik.

"Paper Towns." zegt ze.

"Goeie keuze." Ze lacht. Ik start de film. Ik scheur de zak chips open en schenk twee glazen cola in.

"Best een goeie film." zeg ik na de film.

"Heb je nog niks gehoord van je moeder en zusje?"

"Ik kijk even op mijn telefoon." Ik loop naar de woonkamer en pak mijn iPhone. Nog geen berichten of gemiste oproepen. Ik zie Loes in de deuropening.

"Nog steeds niks." zeg ik.

"Dan bel je."

"Straks hebben ze iets belangrijk. Ik wil ze niet storen. Wat zullen we doen?"

"Geen idee. Weet jij nog iets?"

"Cupcakes bakken?" vraag ik.

"Chocolade?" Ik knik hevig. Ik loop naar de keuken en leg alles klaar. Ik doe de oven aan. Alle ingrediënten gooi ik in een kom en Loes mixt het door elkaar. Ik doe het beslag in de vormpjes. Als ik het in de oven heb gedaan zet ik de kookwekker op 25 minuten. Na 25 minuten haal ik de cupcakes uit de oven. Als ze zijn afgekoeld pakken we allebei een cupcake.

"Het is zo lekker." zeg ik.

"Ja. Ik lust er nog een."

"Ik ook." We pakken er nog één.

"Ik ga maar naar huis. Bedankt voor alles." Ze geeft me een knuffel en smokkelt stiekem nog een cakeje mee.

"Dat zag ik." roep ik. Ik hoor haar lachen. Ik ruim alles op. Daarna pak ik mijn telefoon en nog steeds geen berichten. Ik pak mijn oortjes en zet er muziek op. Intussen tijd speel ik spelletjes op mijn telefoon. Ik hoor de deur open gaan. Snel haal ik mijn oortjes uit mijn oren.

"Hoi. Hoe was het?" roep ik. Mijn moeder komt met rood, behuilde ogen binnen.

"Wat is er?" vraag ik bezorgd.

"Emma heeft leukemie." De wereld staat stil om me heen. Het kan gewoon niet. Ze is een gezond meisje. Ik barst uit in huilen.

The Day In The Hospital ft. Liam PayneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu