hoofdstuk 1

28 2 0
                                    

Pov Mano

What do you mean, ooh ooh

When you nod your head yes, but you wanna say no.

What do you mean. Yeah yeah.

When you don't want me..

'Mano kan je even komen?' roept mijn moeder van beneden. Ik leg mijn gitaar aan de kant, en loop naar beneden. 'wil je zo snel mogelijk de spullen van jou en je broertjes inpakken? Over een paar uur komen de Fransen naar dit dorp.' Zegt mijn moeder. Ik knik en loop naar de zolder om mijn koffer te pakken. Als ik mijn koffer na een tijdje gevonden heb, loop ik weer naar mijn kamer waar ik Ali huilend op mijn bed zie zitten. 'Wat is er?' vraag ik bezorgd. 'waarom moeten wij nou weg? We doen toch niemand iets aan of wel soms?' vraagt hij snikkend. Ik ga naast hem zitten en leg een hand op zijn knie. 'luister, we moeten er gewoon voor zorgen dat we veilig zijn. We moeten doen wat papa en mama zeggen, anders kan het slecht aflopen.' Zeg ik zachtjes. Hij knikt en veegt zijn tranen weg. Ik leg mijn koffers op bed, en leg al mijn kleren in de koffer. Ook doe ik er 3 paar schoenen in en wat eten en water. Mijn telefoonlader doe ik ook in mijn koffer. Ik pak mijn gitaar van mijn bed, en stop hem in zijn koffer. 'Moet ik je helpen inpakken? Vraag ik aan Ali. Hij schud zijn hoofd. 'Ik heb mijn koffer al ingepakt, en die van Kurby ook.' Zegt hij. Oke fijn, hoef ik dat ook niet meer te doen. Ik pak mijn koffers, en loop naar beneden. 'we zijn klaar, waar moeten we naartoe?' vraag ik aan mijn ouders, die allebei voor het raam zitten. 'We zijn te laat jongens...' zegt mijn vader. Ik kijk hem verbaasd aan en zie een paar tanks achter elkaar het dorp inrijden. 'ga via de achtertuin naar buiten, en ga via de snelweg zo snel mogelijk richting Frankrijk. Daar ben je een stuk veiliger dan dat je hier bent.' Zegt hij snel en duidelijk. 'Ali kom snel naar beneden en neem je broertje mee!' roep ik naar boven. Nog geen halve minuut later hoor ik 4 voetjes van de trap afkomen. 'snel je jas pakken, en meekomen!' zeg ik. Ze doen hun jas aan, en ik ook. 'Mano, kom eens.' Zegt mijn moeder. Ik loop met haar mee naar de keuken, waar ze me een envelop geeft. 'hier zit genoeg geld in, gebruik het alleen in geval van nood, en voor treinen. Ga naar Nederland, naar je oma. Ze weet dat jullie eraan komen. Wij komen later.' Zegt mijn moeder. Ik bedank haar met een knuffel en een kus op haar wang. 'ik hou van je mam.' Zeg ik. 'ik ook van jou lieverd. Zorg goed voor jezelf en je broertjes.' Zegt ze met een traan in haar oog. 'ik beloof het je.' Zeg ik. Ik loop terug naar mijn vader en broertjes. Snel geef ik mijn vader nog een knuffel. 'kom jongens, we gaan naar oma.' Zeg ik. 'OMA!' Roept Kurby, waardoor ik moet lachen. Ik til Kurby op, aangezien hij nog niet zo goed kan lopen. 'kom Ali. We gaan.' Zeg ik. Mijn moeder loopt mee naar de poort, om hem daarna weer op slot te doen. Ik open de poort en samen met Ali die zijn koffer en mijn koffer meeneemt, en Kurby in mijn ene arm en mijn gitaarkoffer in de ander hand, rennen we naar de snelweg. 'gaan we nu naar Frankrijk?' vraagt Ali. Ik knik en loop door. Een harde knal klinkt achter ons. Ik draai me om, en zie iets wat ik liever niet wilde zien. Mijn huis staat in brand. Kurby begint te huilen en ik stop even om hem te troosten. 'stil maar kleintje, papa en mama komen naar oma toe.' Zeg ik, waardoor hij rustiger word. Hij knikt en loop weer door met hem in mijn arm. 'Ali kan je me een flesje water aangeven uit mijn koffer?' vraag ik, maar ik krijg geen reactie. 'Ali?' vraag ik nog een keer, maar weer geen reactie. Ik kijk achter me en zie hem achter me op de grond liggen. Snel ren ik terug naar hem. Er ligt een plas bloed rondom hem heen. Een traan verlaat mijn oog, maar ik moet sterk blijven, voor Kurby. Ik pak de band voor Kurby, zodat ik hem achter op mijn rug kan wikkelen. Als hij op mijn rug zit, pak ik de 2 koffers die Ali droeg en loop ik door. Ik zie in de verte het bord staan dat ik bijna in Frankrijk ben. Ik pak mijn paspoort, en die van Kurby. Eenmaal bij de grens aangekomen, laat ik onze paspoorten checken en nu zijn we officieel in Frankrijk. Als het al avond is, lopen een klein dorpje binnen. Ik zie een winkeltje waar ze kinderwagens en bolderkarren hebben. 'Goedemiddag, waarmee kan ik u helpen?' vraagt een mevrouw met een frans accent. 'Ik wil graag een bolderkar.' Zeg ik. Ze knikt en haalt een bolderkar. 'dat is dan 50 euro.' Zegt ze. Ik pak het geld van mijn ouders en geef haar een briefje van 50, en verlaat de winkel. Ik leg de koffers in de kar, en zet Kurby er ook in. 'is een stuk beter he mannetje?' vraag ik, waarop hij antwoord met een knikje. Ik pak de hendel van de kar, en loop verder. Na nog 3 uur gelopen te hebben, kijk ik in de kar. Kurby ligt lekker te slapen. Dat zou ik nu ook wel willen, slapen... maar helaas. Ik moet verder lopen. Ik loop op een zandpad, in een bos. In de verte staat een huisje. Misschien kan ik daar wel overnachten. Ik loop snel door en zie licht branden in het huisje. Daar aangekomen klop ik op de deur. Een ouder stel doet samen de deur open. 'Hallo, ik had een vraagje. Ik ben samen met mijn broertje aan het lopen naar Nederland. Zouden wij hier mogen overnachten?' vraag ik beleefd. 'Maar natuurlijk jongeman. Kom binnen, en ze doet de deur verder open. 'Dankuwel'. Bedank ik het stel. De vrouw leidt me naar boven, waar een tweepersoons bed staat. Ik Leg kurby in het bed, en ga er zelf ook naast liggen. Man wat ben ik moe... al snel val ik in slaap.

fleeing the war, to be with you. ft. nour mensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu