13

37 0 0
                                    

Ik heb nu al meer dan 11 uur niets gegeten of gedronken. Mijn keel is heel droog van het schreeuwen. Niet normaal. Ik heb zo hard geschreeuwd, en niemand heeft er op gereageerd. Ik denk dat hij weg is. Ik heb met al mijn macht geprobeerd me los te rukken, maar tevergeefs. Ik wil hier zo graag uit komen. Ik trek nog een keer aan het touw en ik voel iets knappen. Tegelijker tijd ben ik bang dat hij terug komt en dat ik nog niet ontsnapt ben. Ik probeer de deur te zoeken, maar ik kan hem niet vinden. Denk als een psychopaat, waar zou jij een deur laten? Ik zou niet eens een deur maken. Waarom zou je willen dat de gegijzelde ontsnapt? Dat is het. Er is geen deur, maar hoe komt hij dan iedere keer hier binnen. Er moet een luik zijn. En een lamp, ooit was het hier licht. Joëlle tast de muur af en vind uiteindelijk een schakelaar. Ze klikt de schakelaar om en er gaat een heel harde zoemer af, die maar niet stopt. Ondertussen zijn er allemaal alarm lampen aan het flikkeren. Ze moet dat alarm laten stoppen, maar ze bedenkt zich ook dat dit er misschien voor zorgt dat iemand buiten de politie belt. Ze moet hier uit. Ze rent naar een deur en probeert hem open te trekken tot ze er achterkomt dat de deur op slot zit. Ze zoekt een andere uitgang. Het alarm blijft nog steeds schreeuwen. Het moet nu echt stoppen. Plots ziet ze in haar ooghoek een een klink. Ze rent naar de klink toe, duwt hem naar beneden en hij gaat open. Als een gek loopt ze de gang in opent de voordeur en rent als een gek vooruit, maar ze is het terrein nog niet af of struikelt over een stoeprandje en valt kei hard op haar hoofd. Daardoor ligt ze bewusteloos op straat. Niemand in de buurt.

Linn mocht mee met een paar agenten terug naar het strand. Ze zouden de route gaan lopen die Joëlle waarschijnlijk naar de camping heeft afgelegd. Niet helemaal, maar misschien kunnen ze een aanwijzing vinden.

Ik word langzaam wakker, maar ik kan me nog niet bewegen. Mijn hoofd tolt en ik ben heel erg misselijk. Ik hoor een stem en open mijn ogen. Ik zie dat Mick boven me staat gebogen. "Mick wat ben ik blij dat je hier bent." Hij kijkt me bezorgd aan." Hoe ben je hier gekomen." Joëlle probeert het zich te herinneren."Ik zou het echt niet weten, maar ik ben zo blij dat jij hier bent. Ik zou niet weten hoelang ik hier gelegen zou hebben als jij niet was gekomen." Mick helpt haar overeind en samen beginnen ze richting een soort groot industrieterrein te lopen." Kom maar even met mij mee, dan maak ik de wond op je hoofd schoon." Zonder er over na te denken, waarom Mick hier is en waarom hij niet vraagt waarom ze er zo verschrikkelijk uitziet, loopt ze met hem mee. Als ze voor een groot pand staan heeft ze het pas door. Ze zit in de val. En ze is er met open ogen ingelopen.

AAN DE SPAANSE KUSTWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu