Ik negeerde mijn ouders de hele week. Het was misschien wel de laatste week dat ik hen zag voor 1 jaar lang. Ik was kwaad en dat hadden ze duidelijk gemerkt. Het enige wat ze zeiden was waar en wanneer ik naar Noorwegen moest. Ik had nog 1 dag dat ik kon geniet van Parijs. Tenminste dat was ik van plan geweest, maar mijn vader verbood me nog naar buiten te gaan zonder hen. Waarschijnlijk was hij bang dat ik zou weglopen. Dat was ik oorspronkelijk ook van plan. Alleen wist ik niet waarheen. Ik had geen vrienden waar ik terecht kon. Ik had ook geen familie voor zover ik wist. Dus besloot ik maar thuis te blijven en mijn koffer te maken. Ik haalde alle warme kleren uit mijn kast. Het was herfst en ik had gelezen dat zelfs in de zomer de temperatuur onder nul kon gaan. Ik stak mijn Uggs in een zak bij alle andere dikke schoenen. Ik zag er enorm tegenop. Het stadje waar ik naar toe ging heet Ramberg en had ongeveer 350 inwoners. 350 inwoners! Dat was een groot verschil bij Parijs met 2,25 miljoen inwoners. Als ik hier al geen vrienden vond hoe moest ik dat daar dan voor elkaar krijgen. Ik sloot mijn koffer en keek of ik niks vergeten was. Hij was loodzwaar. Er zat niks anders op dan mijn vader te roepen om de koffer naar beneden te brengen. Ik liep naar beneden en vond mijn vader in de woonkamer. Hij keek op uit zijn krant en had een veraste blik.
'Mijn koffer is te zwaar' zei ik simpelweg. Hij twijfelde even en zei toen ' Ik haal hem wel naar beneden als dat je vraag is.' Ik draaide me om en liep onmiddellijk weer weg. Ik mocht dan wel een week niet tegen hen gesproken hebben. Het deed me enorm veel pijn dat ze me na al die jaren gewoon weg stuurden. Ik zou ze enorm missen. Ik besloot een boek te nemen om mijn gedachten te verzetten.Het was zover. Ik zou vandaag naar dat dom stadje gaan. Als je het al een stadje kon noemen. Ik stapte in de auto van mijn vader. Ze hadden tenminste nog het fatsoen om me af te zetten op het vliegveld. Het vliegveld was niet ver aangezien we in Parijs woonden. Daar aangekomen stapte ik uit en bleef staan. Ik wilde niet naar Noorwegen. Ik wilde niet naar Ramberg. Ik wilde niet weg uit Parijs. Ik draaide me om en keek naar mijn ouders. Ik kon het niet meer. Diep vanbinnen brak iets. De tranen vloeiden over mijn wangen.
'Waarom doen jullie dit? Ik wil hellemaal niet weg uit Parijs. Ik heb me toch altijd gedragen. Ik ben overal geweest waar jullie heen wilden. Beteken ik dan niets voor jullie?' zei ik tussen het snikken door. Mijn moeder huilde ondertussen ook tranen met tuiten.
'Och, liefje.' zei mijn moeder ze rende naar me toe en omhelsde me. 'Natuurlijik houden we van je. Het doet ons zo'n pijn om je weg te sturen. Maar het moet.' Mijn vader keek haar streng aan. 'Ach wat maakt het uit Richard. Ze zal er toch achterkomen.' Ze richtte zich weer tot mij. 'Liefje, weet dat je daar veilig bent. Hij zal altijd bij je zijn.' Wat bedoelde ze? Waarvoor zou ik veilig zijn? Waar zou ik achter komen? Wie was hij?Ik keek niet begrijpend van mijn moeder naar mij vader.
'Je zal het wel begrijpen schat. Wees gerust' zei mijn moeder geruststellend. Erg gerust gesteld was ik niet. In minder dan een hafuur zat ik op het vliegtuig naar Noorwegen en dit moest me geruststellen?
'Komaan Félice. Je vliegtuig vertrekt zo dadelijk.' Mijn vader gaf me de zware koffer aan. Misschien wilde ik die vlucht wel missen. Dat was zo'n slecht idee nog niet. Ze gaven me beiden een knuffel en reden weg. Daar stond ik dan in men eentje. Komaan Félice dacht ik bij mezelf. Je kan het. Zo moeilijk kan het toch niet zijn. Je doet dit al jaren. Alleen doe je het dit keer alleen. Denk aan alle vrijheid die je krijgt. Zeker van mijn stuk liep ik het vliegveld binnen. Het was er enorm druk voor een weekdag. Ik zag vooral veel zakenmanen en vrouwen. Ik checkte in en liep naar de gang waar stond dat het vliegtuig naar Oslo die richting uit was. Ik stapte in en zag een bijna lege ruimte. Dat vermoeden had ik dus al. Wie ging in godsnaam naar Noorwegen? Ik liep naar mijn zitje. F17. Ik ging zitten en stopte mijn oortjes in. Tijd om wat te slapen en alles even te vergeten...
JE LEEST
The choice
Fantasy'The devil doesn't come to you with his red face and horns, he comes to you disguised as everything you've ever wanted.' Ze moet een keuze maken. Bastien of victor. Goed of kwaad. Hemel of hel. Het wordt een keuze die heel haar leven zal veranderen...