Ik hoorde een stem in de verte. 'Miss? We arrived in Norway.' Met een ruk schoot ik wakker. In een waas stond ik recht en liep naar de vliegtuigdeur. Ik liep de trap af en besefte dat dit de werkelijkheid was. Ik was officieel in Noorwegen. Hellemaal alleen. Ik had echt niemand. Ik voelde een steek in mijn hart. Dit zou waarschijnlijk nooit wennen. Iemand begeleidde me naar een ander, klein oud vliegtuigje. Ik herinnerde me vaag dat mijn moeder iets verteld had dat reizen in Noorwegen lastig was vanwege de vele rivieren, grootte meren en het wisselende reliëf. Een rit met de auto van Oslo naar Ramberg zou een hel zijn en haast onmogelijk. Dus moest ik met dit vliegtuigje van Oslo naar Bodo vliegen en daar een boot nemen tot in Ramberg. Ik stapte in en groette de piloot. hij zag er ervaren uit. Ik keek in de kleine ruimte en zag dat ik zijn enige passagier was. Wat had ik dan verwacht. Vlug ging ik zitten en deed de riem om. Ik hield niet echt van vliegen, laat staan in dit conservenblik. Na een helse drie uur landen we eindelijk. Nu nog de twee uur durende boottocht. Daar zag ik het meest tegen op. Ik haatte boten. Ik had genoeg naar Titanic gekeken om te weten dat ze niet veilig waren. De twee uren leken wel 2 maanden. Ik gaf drie keer over in de zee. De kapitein kon er alleen maar om lachen en zei telkens: 'More food for the fish.' En schatterde het uit. Hij had een grijze baard waar nog etensresten in zaten en restjes tabak van zijn sigaret. Hij had een belabberd Engels trouwens. Verschrikkelijk om naar te luisteren. Uiteindelijk zag ik de haven. Ik was zo blij dat ik eindelijk van die stomme boot mocht. Toen we da haven binnen vaarden zag ik een vrouw van middelbare leeftijd met een bordje in haar handen. Félice Deleu stond erop. Ik keek rond en zag verder niemand staan. Ik vroeg me af waarom ze een bordje met min naam vasthield. Ik was de enige op de boot buiten de kapitein. Ik stapte uit en liep naar de vrouw toe. Ze had bruin haar tot op haar schouders. Enkel grijze haren gaven aan dat ze al wat ouder was. Ze droeg een bril en had een stralende glimlach. Ik voelde me meteen op mijn gemak.
'Welkom in Ramberg ' zei ze opgewekter dan ik me voelde. Ze gaf me een stevige knuffel. Waarschijnlijk een gebruik hier in Noorwegen. ' Mijn naam is Hilda. Ik geef Engels in het Himmelen College. Ik ben zo blij je eindelijk te ontmoeten' riep ze uit. Ze maakte enkele sprongetjes en gaf me nog een knuffel. Ze mocht dan wel op leeftijd zijn, fit was ze nog steeds. 'Je moeder vertelde zoveel over je. Ze zei me al hoe mooi je was, maar ze had groot gelijk.' Ik voelde een steek in mijn hart toen ze over mijn moeder begon. Hoe kende ze mijn moeder zelfs? Ik keek haar vragend aan. 'Hoe kent u mijn moeder' vroeg ik haar. 'Je moeder is een oude vriendin van me. Ze is hier geboren. Wist je dat dan niet?' Ik had noot geweten dat mijn moeder uit Noorwegen kwam. Eigenlijk had ze nooit over haar geboorteland gesproken. 'Je beide ouders zijn hier opgegroeid' zei ze. Zo hebben ze elkaar dus ontmoet dacht ik. Ik besefte dat ik helemaal niet veel af wist van mijn ouders. 'Maakt niet uit' zei ze geruststellend. 'Ik breng je naar je internaat kamer.' Ze wenkte en samen liepen we naar haar auto, een rode truck. Onderweg vertelde ze me verschillende dingen. Ik hoorde haar maar half, want ik was betoverd door het prachtige landschap. Het was fantastisch. Ik gaf altijd al de voorkeur aan de winter. En hier was het praktisch altijd winter. Misschien zou het hier zo slecht nog niet zijn. 'Kijk dit is Ramberg' zei Hilda trots. Het was zoals ik verwacht had. Het was schattig dat wel, maar enorm klein. Zo'n verschil met Parijs. 'En daar,' ging ze verder wijzend naar een berg,' daar is het Himmelen College.' Ik keek door de voorruit naar boven. Het college was gigantisch. Het leek wel een middeleeuws kasteel. Het leek zelfs ingebouwd in de berg. We reden een straat in en ik zag wel honderden speldbochten omhoog. Dit zou niet goed komen. Gelukkig had ik niet overgegeven onderweg. We stopten voor een enorme poort. Hilda draaide het raampje open en drukte op een intercom. 'Hilda hier. Kunnen jullie de poort opendoen?' vroeg ze. Nog geen twee seconden later ging de poort open. Ze reed de lange oprijlaan op. De tuin was volledig bedekt met sneeuw net als de daken van het college. Ze stopte voor een brede trap die leidde naar de ingang van het college. 'Stap maar uit hoor.' Zei ze vriendelijk. Ik stond genageld aan de grond. Ik had nog nooit zoiets moois gezien. Het kasteel leek vanaf hier nog grootser en mooier. Ik kon amper geloven dat ik hier mocht verblijven. 'Wat sta je daar nou te staren.' Zei ze met een brede glimlach. Ik merkte dat mijn mond open stond en sloot hem onmiddellijk. Ze lachte naar me en gebaarde dat ik haar moest volgen. Binnenin was het nog mooier. Het kasteel was echt helemaal middeleeuws ingericht. Een rood tapijt beklede de vloer en liep tot aan het einde van de wel 50 meter lange gang. Overal hingen portretten van belangrijk uitziende mensen. Links waren de trappen en rechts een soort van balie. 'Sophia,' riep Hilda,' wil je even melden aan de directeur dat ze aangekomen is?' Sophia knikte en nam de telefoon. Hilda liep verder naar boven. Ik volgde haar meteen, bang dat ik hier anders de weg zou kwijt geraken. 'De slaapruimtes zijn in de linker vleugel.' En ze sloeg een gang naar links in. 'Ik denk wel dat je moe zult zijn, dus ik laat morgen wel iemand je een rondleiding zal geven samen met je lessenrooster.' Ik knikte en voelde hoe vermoeid ik was. Een bed zou nu wel heel leuk zijn. We liepen verder en kwamen aan bij een deur. Félice stond er in gouden letters op. Ze opende de deur en liep naar binnen. De kamer was gigantisch. Veel groter dan welke kamer ik ooit gehad heb. Ik had zelfs een dubbelbed. 'Goed, dit is je kamer. Je mag hem inrichten zoals je wilt.' Ik zette mijn koffer neer en was sprakeloos. Ze overhandigde me de sleutel. 'Als je iets nodig hebt, de telefoon staat daar.' Ze wees in de richting van het bureau. 'Je hoeft enkel het nummer 2 in te drukken. Heb je nog vragen?' ik schudde mijn hoofd. ' OK. Tot morgen dan8!' Ze gaf me nog een laatste knuffel en dacht weer aan mijn moeder. Toen liet ze me alleen achter in mijn enorme kamer.
JE LEEST
The choice
Fantasy'The devil doesn't come to you with his red face and horns, he comes to you disguised as everything you've ever wanted.' Ze moet een keuze maken. Bastien of victor. Goed of kwaad. Hemel of hel. Het wordt een keuze die heel haar leven zal veranderen...