Proloog

48 3 0
                                    

Daar hadden ze elkaar ontmoet, voor het eerst elkaar gezien. Hij had haar zien zitten, de zon rees boven haar op. De mooiste tinten roze kleurden de wolken, de lucht heldergeel. Ze zat op het oude bankje, het gammele ding wat er al stond zolang hij het al kon herinneren. En misschien nog wel langer. Ze had haar knieën opgetrokken, bijna tot aan haar neus, haar armen om haar benen geslagen. Zacht wiegde ze mee op de maat van de muziek die de natuur haar had gegeven. Zij was compleet anders, meende hij. Ze was prachtig, een rustplaats. Ze had een betekenis. Maar wat, was hij nog niet achter.


Bruine OgenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu