Ik was bij het bankje aangekomen. In de acaciaboom naast het bankje stonden letters gekrast. Het leek oud. L ve f rl s was alles wat ik uit kon afleiden. Het leek alsof ik het moest ontcijferen. Een schatkaart, de schat was de innerlijke ik. De échte ik. Niet de door haar ouders achtergelaten Dawn.
Een ster streef miljoenen jaren geleden door de ruimte naar beneden, deed mij nu genieten van de mooiste kleuren van de hemel.
Ik strekte mijn hand, ik leek de sterren te raken. Mijn vingers vormden zich naar een rondje en een briesje stuwde mijn vingers voort. Ik slaakte een zucht.

JE LEEST
Bruine Ogen
RomanceDaar hadden ze elkaar ontmoet, voor het eerst elkaar gezien. Hij had haar zien zitten, de zon rees boven haar op. De mooiste tinten roze kleurden de wolken, de lucht heldergeel. Ze zat op het oude bankje, het gammele ding wat er al stond zolang hij...