Hoofdstuk 3

37 3 1
                                    

Hoofdstuk 3

Ze werd wakker van het gebonk op de deur. 'Doe open, doe open!' Riep een zware en lege stem, de stem van een harteloze. Rose schrok op en duwde de dekens van haar af. 'Doe nu open of we trappen de deur in!' Riep een andere stem, ook van een harteloze. Rose pakte snel al haar spullen en de paardedeken en stopte ze in de rugzak. Ze keek naar een uitweg. 'Ik tel tot drie, en als je dan nog niet buiten bent komen we je halen!' Riep de harteloze. Rose keek om zich heen naar een uitweg, maar ze zag niks. Ze moest de hartelozen een afleiding geven, iets om over na te denken. 'Ik kom al! Ik kleed me even aan, dan kom ik naar buiten!' Riep ze met een beverig stemmetje. Zo, nu had ze nog heel even om weg te komen. Ze keek omhoog, daar was een luik naar het dak. Ze deed haar rugzak om en sprong naar de hendel, mis. Het was te hoog, ze kon er niet bij. Ze sprong nog een keer, ze raakte de hendel met haar vingertopje aan. Nog een keer, hebbes! Ze had de hendel van het luik vast en trok er met al haar kracht aan. Het luik vloog met een klap open en Rose viel op de grond. 'Wat er gebeurt er daar allemaal?' Riep de harteloze. 'Probeer niet te vluchten, we krijgen je toch wel! Kleed je aan, pak je spullen en kom naar buiten!'. Rose gooide haar rugzak door het luik en hees zichzelf ook er door heen. 'Kom eraan!' Riep ze nog een keer en toen sloot ze het luik. Het was pikkedonker op het kleine zoldertje. Ze kon alleen maar kruipen en er viel alleen maar licht naarbinne door de gaten in het dak. Er waren geen ramen en er lagen overal balken. Ze kroop naar het grootste gat in het dak en wrikte het gat verder open door het verrotte hout stuk te trekken. Ze stak haar hoofd voorzichtig door het gat en keek omzich heen. Het schuurtje was omsingeld door 5 hartelozen, allemaal met hun nagels uitgestoken en een valse blik in hun ogen. Ze klom verder door het gat tot ze helemaal op het dak zat. Ze kroop over het dak naar het uiterste puntje van de schuur. Naast de schuur was een grote denneboom, dat wist ze nog van gisteravond. Ze liet zich in de boom zakken en zocht steun bij de dikke takken. Ze schoof verder naar de stam toe en klom omlaag. Ze was nu bijna op de grond, vlak bij de boom stond een harteloze om zich heen te kijken. 20 meter van de boom begon het bos, haar enige uitweg. Ze hoorde de hartelozen bevelen schreeuwen tegen elkaar. Ze kon hun taaltje niet verstaan, de hartelozen hadden namelijk een eigen taal ontwikkeld. Zo konden de mensen hun aanvalsplannen niet verstaan. Ze hoorde de vrouw jammeren en smeken om hulp. 'Ik wist niet dat ze daar zat, asjeblieft! Genade!' Riep ze de hele tijd door. De hartelozen werden hier gek van en trapte haar bewusteloos met de hak van zijn voet. Ze pakte een grote denneappel en gooide deze op het dak. De hartelozen merkten het niet op, ze gooide er nog een. De hartelozen het dichtst bij haar keek omhoog en riep wat tegen de anderen. Dit nam ze als een teken en ze rende zo hard als ze kon richting het bos. De hartelozen begonnen te schreeuwen en ze renden achter haar aan. Ze wist dat het nutteloos was, de hartelozen waren door de wetenschappers ontwikkeld als oorlogwapens. Ze konden snel rennen, goed zien, goed horen, onuitputtelijk en sterk. Hun nagels waren lang en scherp als messen en ze hadden allemaal hun eigen gave. Ook sommige mensen hadden gaven, maar die ontwikkelden zich meestal pas laat en slecht. Er waren wel veel mensen met goede gaves, door de ontploffing van kernreactoren, maar die werden meteen vervolgd en uitgemoord door de hartelozen. Zijzelf had nog geen gave ontdekt, maar ze hoopte dat ze er een zou krijgen. Zo zou ze zichzelf iets beter kunnen verdidigen tegen de hartelozen.

Ze sprong over takken, ontweek bomen en dook onder lage takken door. Ze ging zo snel als ze kon, maar de hartelozen kwamen telkens dichterbij. Ze begon buiten adem te raken, ze had meer moeten trainen vroeger. Ze hoorde de hartelozen schreeuwen tegen elkaar in hun eigen taaltje. Toen struikelde ze over een omgevallen boom en viel plat op haar gezicht. Ze probeerde nog weg te kruipen maar een harteloze had haar enkel al in een ijzeren greep. 'Laat me los!' Riep Rose, als wist ze dat ze niet zouden reageren hierop. 'Zo, zo kijk, een mooie vluchteling!' Zei een harteloze terwijl hij zijn lippen aflikte. Hij streelde haar wang met zijn vlijmscherpe nagel en Rose kreeg er kippenvel van. 'Blijf van me af!' Riep ze maar hierop moesten de hartelozen alleen maar lachen. 'Kom maar met ons mee, je bent nu van ons.' De voorste tilde haar op en gooide haar over zijn schouder. Rose bonkte met haar vuisten op zijn rug. 'Laat me gaan!' En ze stribbelde tegen door zich aan elke tak vast te klampen die ze tegen kwamen. De hartelozen begonnen snel te rennen waardoor Rose tegen alle obstakels aanboste in de pogingen om ze vast te grijpen. Na een tijdje gaf ze het op, haar handen zaten onder het bloed en de schrammen.

Na een stukje rennen kwam er een werkkamp in zicht, precies zoals ze het had voorgesteld. Een groot veld omheind door prikkeldraad en wachttorens met in het midden een groot betonnen blok. Hierin sliepen de mensen.  Hartelozen zelf lieten overal in de wereld grote villa's bouwen en als je geluk had werd je gevraagd om als bediende te werken in zo'n villa. Dit was beter werken dan in een kamp. Als een harteloze een mens beet, net zoals een vampier, werd de mens ook een harteloze. Maar dit gebeurde weinig, alleen als een harteloze verliefd werd op een mens of als er overlopers waren.  Op het veld lagen allemaal blokken beton, de gevangen moesten deze in kleine stukjes hakken en in kruiwagens afvoeren. Andere gevangenen moesten deze op de paden leggen en met cement aanelkaar vastmaken. Hierdoor kreeg je betonnen paden die door het hele land liepen omdat ze al zoveel gevangenen hadden. Deze paden werden de dodemanspaden genoemd omdat veel mensen de dood vonden bij het aanleggen van deze paden. Op deze paden liepen de hartelozen ook van dorp naar dorp om overlevenden te vangen en terug te brengen naar de kampen. Ze werden dus gemeden door de mensen. Alle gevangenen hadden een cijfer op hun pols en een chip in hun hals zodat ze terug te vinden waren, ontsnappen was bijna onmogelijk. De mannen droegen allemaal een zwarte joggingbroek aan, versleten gympen en een wit shirt. De vrouwen droegen een kort donker spijkerbroekje en een wit hemd en versleten gympen. De meeste gevangen waren mannen omdat de vrouwen of naar de villa's waren gebracht om te werken, of ingepikt waren als echtgenote. De meeste hartelozen wouden een echtgenote om het bed mee te delen, mooi aan te kleden en meetenemen naar feestjes en om mee te pronken. Je kon dus bijna geen mooie meisjes meer vinden in de kampen omdat sommige hartelozen wel 10 vrouwen hadden. Hoe meer vrouwen en villa's, hoe groter je aanzien. Niet overal in de wereld werd meer gevochten, bijna heel europa was al onderdrukt. In Amerika werd nog hevig gevochten maar Afrika, Zuid-Amerika en Azie waren al helemaal hervormd naar de wil van de hartelozen. Alle mensen woonden in kampen en alle hartelozen in villa's om de kampen heen. De mensen werkten op de akkers, in de fabrieken en in de kampen. De hartelozen hielden alles in de gaten en genoten van feestjes. Toch waren er over de hele wereld actiegroepen, groepjes van mensen met gaven. Zei vernielden villa's en kampen. Lieten gevangen vrij en zochten naar een verdedigingsmiddel tegen de hartelozen. 

De poort van het kamp schoof open, haar handen waren op haar rug gebonden en de hartelozen duwden haar het kamp in. Om haar heen liepen allemaal gevangen stenen stuk te slaan en te werken. Dit was een van de betonkampen, de slechtste soort waar je terecht kon komen. Ze duwden haar naar een klein gebouwtje in de hoek van het kamp. Binnen was een balie met daarachter een harteloze. 'Wat is je naam?' Vroeg de harteloze achter de balie. 'Rose, Rose Evy'. Mompelde Rose. 'Leeftijd?' Vroeg de harteloze zonder op te kijken van het papier. '15' De harteloze schreef wat op het papier en ging naar de volgende vraag. 'In welk dorp woonde je?' 'Apeldoorn, wat er nog van over was.' De harteloze keek haar streng aan en schreef Apeldoorn op. Ze pakte een apparaat uit een laatje. 'Denk maar niet dat je hier brutaal mag zijn, Rose. Luister naar ons en alles komt goed. Verzet je of geef een grote mond en het is met je gedaan.' Ze pakte Rose haar hand en schoof hem in het apparaat. Toen ze haar hand er weer uittrok stond er een nummer op haar pols gedrukt, 15RAP6BK. 15 stond voor haar leeftijd, R voor haar naam. AP voor Apeldoorn. 6BK voor betonkamp nummer 6. Nu kon iedereen zien wie ze was, waar ze vandaan kwam en wat haar taak was. Als ze  ouder werd of een andere taak kreeg moest je een nieuwe code nemen. Dit was voortaan haar naam, haar nummer. De harteloze pakte nu een ander apparaat uit een kastje achter het bureau. Ze pakte een chipje uit een bakje en stopte hem in de computer. Ze vulde de informatie van het formulier in op de computer en haalde het chipje er weer uit. Ze stopte het chipje in het apparaat en drukte het in de hals van Rose. Een steek ging door haar heen, ze taste naar de huid om haar hals en de pijn nam toe. Alles wat ze niet wou, was nu gebeurd. Ze had een nummer, een chip en ze zat vast in een betonkamp. 

++++++++++++++++++

dankje voor het lezen, zet asjeblieft reacties als je het leuk vind! Dit geeft me meer motivatie!

HartelozenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu