2

117 8 1
                                    

Ik denk dat er nog nooit zo'n spectaculaire dag is geweest als de dag van het ridderspel. Ridders van heinde en verre kwamen om deel te nemen. Ze hadden hun beste paarden uit de stal getrokken. Ik ontmoette er wel vijftig of misschien zelfs meer. En ieder gaf ons een cadeau. Ridder Gewain gaf ons een schaal, gemaakt met stenen uit zijn land. Ridder Galahad gaf ons een schild met ons eigen teken erop. En toen kwam Ridder Lancelot, die mij een kus op mijn wang schonk en mijn ouders een pijl met boog die prachtig versierd was. Ik was gecharmeerd van deze edelman die me telkens toelachte als hij langs kwam.
We keken naar het lansstoten en het zwaardvechten en pijl-en-boogschieten, maar daar vond ik niet echt iets aan. Ik keek uit naar vanavond, naar het bal, waar ik zou mogen dansen en er zou een banket zijn en we zouden tot in de nacht doorgaan.

'Vrouwe! Wat vind u van ridder Gewain?' Vroeg Myrtle opgewekt. Ik maakte een verveeld geluidje. Mijn hoofd rustte in mijn hand. 'En ridder Lancelot dan vrouwe?' 'Die mag er zeker zijn Myrtle,' 'Met wie gaat u vanavond dansen?' Myrtle porde me in mijn zij. Op het veld werd ridder Gewain van zijn paard gestoten door ridder Lancelot. Het publiek applaudisseerde uitbundig. Ridder Gewain krabbelde op en Lancelot draaide zijn paard. Triomfantelijk maakte hij een ererondje. Hij stopte voor de eretribune en gaf me een roos. Ik glimlachte en nam hem in ontvangst. Ik vroeg me af waar hij die in godsnaam vandaan had gehaald maar dat deed er niet toe. Myrtle keek me schuin aan en klapte. Ik rolde met mijn ogen. Toen ik naar de roos keek moest ik vaag weer aan Arthur denken. Een minstreel kwam op de baan en begon spontaan te zingen:
'Nu is het eind,
Klaar met de strijd
Laat de winnaar juichen
Laat hem voor de dochter buigen
Want haar hand zal hij verkrijgen
Als door hem 't zwaard uit de steen zal stijgen.
Geluk heeft zo'n bengel
Met zo'n engel
Hulde aan de koning!'

Daarop begon het publiek opnieuw te juichen. Ik schrok op. Hoorde ik dat nou goed? "Want haar hand zal hij verkrijgen, als door hem 't zwaard uit de steen zal stijgen," Ik keek Myrtle bezorgd aan. Myrtle keek mij vragend aan. 'Wat is er vrouwe?' 'Wat een rotstreek!' Bracht ik uit. 'Wat vrouwe?' 'Mijn vader heeft me uitgehuwelijkt aan degene die het zwaard uit de steen trekt. Ik ben de prijs!' 'Maar vrouwe, dat is toch niet erg! Daarbij, het moet een dappere en edele ridder zijn die het zwaard eruit weet te trekken, hij wordt koning van Engeland!' Dat stelde me enigszins gerust, maar ik was nog steeds bang en een beetje boos op mijn vader. Ik wist wel dat het normaal was dat een vader zijn dochter uithuwelijkte, maar ik was zijn enige dochter en ik verwachtte we dat hij daar een beetje rekening mee zou houden. Dat hij me dus niet zomaar als een stuk vee zou weggeven. Myrtle pakte mijn hand. 'Er zijn genoeg knappe en edele ridders die u ontzettend gelukkig kunnen maken,' zei ze. 'En ik ga met u mee, waar u ook gaat,' Hierdoor werd ik ontzettend gevleid. 'Oh Myrtle, wat moet ik ook zonder jou,' glimlachte ik.
Mijn vader stond op, daarom stond iedereen op. Iedereen richtte zijn blik op mijn vader, die zijn handen ophief. 'Beste mensen, het is nu tijd om naar het plein te gaan en iedere ridder een poging te geven om het zwaard uit de steen te trekken. Hierop begonnen de tribunes leeg te stromen.
Op het plein mochten mijn ouders, ik en Myrtle vooraan staan. Één voor één begonnen de ridders pogingen te doen om het zwaard uit de steen te trekken. Geen succes. Lancelot was aan de beurt, de winnaar van het toernooi. Hij stapte trots op de steen af, pakte het handstuk vast en trok uit alle macht. Geen succes. Rood van frustratie liep hij boos terug naar zijn ouders. Ik moest een klein lachje onderdrukken. De rest probeerde en probeerde, maar niemand kon het zwaard uit de steen trekken. Mijn vader keek wanhopig naar mijn moeder. Toen stapte hij naar voren, duwde een miezerig ventje dat wanhopig aan het zwaard stond te trekken weg en begon te spreken:
'Beste onderdanen en metgezellen, is er iemand die het lef heeft om een poging te begaan het zwaard uit de steen te trekken?' Ik voelde me vernederd. Zometeen zou ik met één of andere idiote boer moeten trouwen! Maar tot mijn vreugde bleef het plein stil.
Toen opeens een luide kreet klonk. Verschrikt keek iedereen naar de kant waar het geluid vandaan kwam. 'Ik wil een poging doen, maar ik wil eerst u iets vragen!' Klonk het en toen kwam er een bleke, dunne jongen naar voren die donkerrood of misschien meer kastanjerood haar had en bruine ogen die je donker en hartelijk aankeken. Hij had enkele sproetjes die zijn gezicht sierden. Mijn vaders ogen glommen en mijn hart sprong open. Ik maakte even oogcontact met hem en het was alsof mijn maag zich omdraaide, hoewel ik het niet helemaal snapte. Hij was niet zo knap als Lancelot en niet zo sterk als ridder Galahad, maar hij had iets speciaals en dat trok me aan. 'Mijn beste jongen, wat is je naam en waar kom je vandaan?' Vroeg mijn vader. Arthur draaide zijn hoofd naar mijn vader. 'Ik ben Arthur en ik kom uit het bos. Ik ben in de leer bij Merlijn, de tovenaar,' 'Dappere Arthur, doe een poging!' Jubelde mijn vader. 'Maar meneer, mag ik het zwaard houden als het me lukt? Ik moest een zwaard vinden voor Merlijn, maar helaas waren alle smidsen dicht,' Mijn vader keek Arthur verbaasd aan. 'Maar natuurlijk jongen. Je bent koning als het je lukt!' 'Dat weet ik heer, ik wilde het alleen zeker weten,' Arthur pakte het heft vast en trok. Doodse stilte op het plein. Er gebeurde niks. Langzaam voelde in de teleurstelling in mijn hart kruipen. Mijn vader grinnikte en mompelde: 'Natuurlijk niet'. Maar hij had zijn conclusie net iets te snel getrokken. Het zwaard kwam in beweging! Ieders mond viel open. Arthur trok het zwaard helemaal uit de steen. Gejoeld werd er niet, iedereen keek slechts vol ontzag naar Arthur, die er opeens ontzettend machtig uit zag met het zwaard in zijn hand. Ik keek opgewonden om me heen naar alle verbaasde gezichten. 'Hoera!', riep ik, om de stilte te verbreken. 'Leve koning Arthur, King of the Brittons!' Toen brak er een luid gejoel los. Arthur stak trots het zwaard in de lucht. Mensen vielen op hun knieën en begonnen te buigen voor Arthur. Ik rende op hem af en omhelsde hem. 'Ik wist het wel,' zei ik zachtjes. 'Ik wist dat jij het zou doen,' 'Ik niet,' lachte hij. 'Maar bedankt voor het vertrouwen,' En even stonden we daar, in een innige omhelzing en het plein was even weg en de mensen waren even verdwenen en ik voelde me zoals ik me nog nooit gevoeld had en ik wist op dat moment dat dit was wat ik wilde. Toen kwam mijn vader tussenbeiden. Hij trok me weg. 'Jullie kennen elkaar?' Vroeg hij. Ik voelde hoe mijn hoofd rood werd en Arthur keek naar zijn schoenen. 'Het is onmogelijk' bracht mijn vader uit. 'De nieuwe koning!' En het plein juichte opnieuw en het feest startte en iedereen was zo gelukkig zoals ze nog nooit geweest waren en ik ook en ik heb de hele avond met Arthur gedanst en ik voelde me zo gelukkig!
Hoe kon ik ook weten wat voor vreselijk lot ons te wachten stond...

Guinevere (on hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu