Dagen gingen voorbij, en mijn moeder hield zich koest, al leek het op een stilte voor de storm. Ik besloot met Lancelot nog even te wachten tot de tijd rijp was totdat we Nigell aan zouden spreken. Tot mijn spijt richtte Arthur zich compleet op zijn opleiding tot koning. De enige keren dat ik hem zag, was 's avonds in bed en soms op de gang. In bed was hij moe en wilde hij niet meer praten, op de gang had hij haast en rende hij van de bibliotheek naar de keuken naar het trainingsveld naar de studeerkamer en zo voort. Het deed me ergens wel pijn, hoewel hij altijd probeerde me zo lief mogelijk aan te kijken en zo opgewekt te doen als hij kon wanner hij me zag. Hij leerde gauw, dat merkte ik wel. Hij praatte deftiger, gedroeg zich volwassener en kleedde zich als een echte koning. Bij al deze tierelantijn kwamen natuurlijk ook de kapsones. Arthur begon er zelf in te geloven dat hij nu al de koning was. Ik kon er wel om lachen, maar niet iedereen vond het even leuk. Mijn vaders gezicht werd met de dag norser als Arthur voorbij paradeerde met zijn prachtige kostuum en zijn net geslepen wapens aan de riem. De vrienden van mijn vader en mijn ooms en neven konden hem ook niet luchten, al gold dat niet voor allen. Mijn neef Hubert bijvoorbeeld, was erg onder de indruk van hem en natuurlijk was ik zijn grootste volgeling.
Lancelot en ik liepen door de tuin, die vol in bloei was. Het was lente. De vogels floten en de bijen zoemden. Lancelot had een lichtblauw gewaad aan dat afgezet was met goud. Ik was er haast jaloers op, zo mooi was het. We waren stil en genoten van het prachtige, zonnige weer. De warmte die zwakjes op onze huid neerkwam en het geluk uit ons hart groef, zodat je eigenlijk niet ongelukkig kon zijn, ook al zou je het willen. We liepen langs de vijver en zagen in de verte het trainingsveld waar Arthur bezig was. 'Hij is een mooie man,' zuchtte Lancelot. Ik trok mijn wenkbrauw op. Half omdat hij iets zei, en half om wát hij zei. 'Ja, vind ik ook,' zei ik, ervan uitgaand dat hij Arthur bedoelde. Lancelot zuchtte nog eens. We naderden de kleine arena. Arthur was bezig met Nigell te sparren. Lancelot tikte me aan tegen mijn arm. Indringend keek hij me aan. "Praten" betekende dat. Ik knikte. Het moest vloeiend gaan. Ik moest Arthur weg zien te krijgen. Hij mocht nog niks weten, dat zou hem alleen maar stressen. 'Leid jij hem af?' Vroeg ik, knikkend naar Arthur. 'Ja is goed,' zei Lancelot, 'ik ga vragen of hij mee gaat rijden, dan ga ik hem even bijpraten,' 'nee!' Siste ik angstig. 'Hij mag nog niks weten, dan raakt hij gestrest,' Lancelot dacht even na en gaf toen toe. 'Goed, ze zijn bijna klaar, hij heeft Nigell in de tang en- oei,' Arthur doorboorde Nigell haast met zijn zwaard, maar hij stopte net voor zijn buik. Ik klapte en sprong over het muurtje. Arthur merkte me op vlak voor ik in zijn armen rende. Ik kuste hem. 'Goeiemiddag', glimlachte Nigell, leunend op zijn zwaard. Ik keek hem lachend aan. 'Is er iets?' Vroeg hij. 'Lancelot wil graag met Arthur een stukje rijden', zei ik. Arthur keek Nigell aan. 'Mag ik?', vroeg hij. 'Ga maar', knikte Nigell. Arthur gaf me nog een kus voordat hij naar Lancelot liep. 'Voorzichtig met mijn vrouw Nigell', zei Arthur, 'Ze is nogal teer'. Ik stak mijn tong naar hem uit en de heren liepen weg. Lancelot knipoogde naar me. Nigell ruimde de zwaarden op en ik liep achter hem aan het opberghok in. Zorgvuldig verzorgde hij de wapens en legde ze netjes terug waar ze vandaan kwamen. 'Wat moet je me vertellen', zei Nigell. Hij had me door. 'Er is iets aan de hand in het kasteel, zoals je misschien al opgemerkt had', begon ik. 'Vertel', zei Nigel. 'Mijn moeder', mompelde ik. 'Die is al langs geweest, ik sta aan jouw kant lieverd', viel hij me in de rede. Ik keek hem verbaasd aan. 'Die heks probeerde me een beetje te verleiden met geld en macht, maar zoals je weet werkt dat niet op mij. Ik heb haar wel gezegd dat ik aan haar kant sta, na haar hele betoog waarom ik dat zou moeten doen', grinnikte hij, 'Ik heb die vrouw nooit vertrouwd, zelfs je vader vertrouwt haar niet'. Verbijsterd stond ik voor hem. 'Mijn vader?', vroeg ik, 'Maar hij is haar echtgenoot!'. 'Ja... Maar heeft hij ooit van haar gehouden? Liefde vergt vertrouwen, en je moeder heeft dat al vaak genoeg geschaad', zuchtte Nigell. Ik kon mijn oren niet geloven. Zelfs mijn vader stond aan mijn kant. 'Maar let op Guinevere, je moeder is een gevaarlijke vijand. Je vader en ik zitten dan niet in haar net, veel anderen wel. Ze heeft voormalige tegenstanders voor minder het land uit gejaagd'. 'Als een spin', mompelde ik. 'En daarbij komt nog dat ze begeerlijk is, ze staat er al om bekend dat ze niet terugdeinst voor een avontuurtje', Nigell kreeg een glazige blik in zijn ogen. Ik trok mijn wenkbrauw op. 'Wat zij kan, kan ik ook. Al heb ik geen behoefte aan enige avontuurtjes', voegde ik er snel aan toe. 'Lieve Guinevere, als ik jou was, zou ik gauw wegwezen. Ga weg met Arthur. Naar het kasteel der koningen, ver van hier', zei Nigell, 'Jou mag niks overkomen, je vader zou me levend aan de wilden voeren'. Ik voelde de vage angst weer opborrelen, maar drukte het weg. 'Nee, ik ga die feeks laten zien hoe een koningin omgaat met haar vijanden,' knarsetandde ik, 'Ze zal wensen dat ze nooit geboren was'. Nigell vouwde zijn armen. 'Weet Arthur hier al van?', vroeg Nigell. 'Nee, maar ik wil hem er niet mee belasten', antwoordde ik. 'Hij gaat er snel genoeg achter komen', zei Nigel, 'Arthur mag dan onwetend zijn, maar qua intelligentie doet hij absoluut niet onder aan jou, onthoud dat'. Ik knikte. 'Dan is ons gesprek ten einde', besloot Nigell. 'Ga maar naar Broeder Karel, doe je Latijn, je filosofie, je Frans en je aardkunde, dan word je slimmer dan je moeder ooit droomde'. Ik knikte. Nigell gaf me een aai over mijn bol en ik verliet de ruimte, me verwonderend over Nigell's opmerkzaamheid.
Later die dag, het was bijna etenstijd, kwamen Arthur en Lancelot terug. Ze waren helemaal besmeurd met modder en zagen er niet uit. Arthur xkwam naast me aan tafel zitten en pakte me vast. Hij zoende me. Met walging trok ik mezelf los. 'Gatver-' grijnsde ik. 'Sorry,' zei Arthur, maar ik zag dat hij het niet meende. Mijn moeder keek ons zuinig aan. 'Tara, kun jij even aan de heer Arthur zeggen dat hij zich voortaan eerst moet wassen voordat hij aan tafel gaat?' Tara, het dienstmeisje van mijn moeder, nog zo jong als een madeliefje, knikte en liep rond de tafel. Het meisje bloosde terwijl Arthur en ik mijn moeder ongeloofwaardig aankeken. Tara vroeg naar Arthur die geïrriteerd zijn hoofd draaide en snauwde dat hij het heus wel gehoord had. Tara wendde beschaamd haar ogen af en ik gaf de vuilste blik aan mijn moeder die ik kon. Het eten werd gelukkig opgediend, zodat mijn moeder er niet veel plezier van kon hebben. Tijdens het eten was het stiller dan normaal.
Lancelot en ik liepen de volgende dag achter een boze Arthur aan. Hij ijsbeerde rond in de kamer en gooide woedend een paar boeken op de grond. 'Ik kan dat wijf wel steken, ik ben er echt helemaal klaar mee. Sinds het moment dat wij iets hebben heeft ze iets op ons aan te merken,' het was middag en mijn moeder had zich weer eens misdragen. Wat nu weer? Hoor ik je denken. Deze keer had mijn moeder Nigell benaderd. Ze had ons helemaal zwart lopen maken. Wat ze niet wist, was dat Arthur om de hoek stond. Arthur had mij gelijk ingelicht en zich afgevraagd wat er was. Ik had het hem verteld. 'Maar lieveling, het is echt niks, ik los het op,' 'dat vuile serpent, ze gaat het weten,' gromde Arthur. Hij wilde bijna mijn dure vaas van het kozijn af smijten, maar ik hield hem tegen. Zijn oren waren rood van de woede. Ik legde zijn handen om me heen. 'Rustig wildebras,' Lancelot keek naar zijn schoenen. Arthur keek me boos aan. 'Je lijkt wel een boze kleuter,' zei ik. 'Bedankt,' zei Arthur nors. 'En ik hou niet van kleuters,' zei ik. Arthur haalde zijn armen van me af. 'Ik hou wel van koningen,' zei ik. Hij wuifde me weg en stampte door de kamer terwijl hij een stel bronzen bekers van een tafeltje afgooide. Ik kromp ineen bij de klap. 'Ben jij nou een koning?' Riep ik. 'Die zich door de eerste de beste oude trut laat inpakken?' Arthur draaide zich verhit om. 'Nee, dat doe ik niet,' zei hij. 'Daar lijkt het anders wel op, en wanneer is die opleiding nou eens afgelopen, we moeten nu echt eens gaan nadenken over jouw koningsschap. We kunnen ons niet permitteren dat mijn idiote ouders ons onder de duim nemen,' zei ik. Lancelot besloot de kamer te verlaten. Arthur en ik bleven achter. Ik knoopte het bovenste knoopje van mijn jurk los, dat ding zat veel te strak om mijn keel. Arthur leunde op zijn bureau. 'Ze zijn bezig iedereen tegen ons op te zetten Arthur, zodat ze zelf de macht kunnen nemen,' zei ik. 'Dat weet ik,' snauwde Arthur. 'En ze zijn in staat om die macht te nemen,' zei ik. 'Dat wéét ik,' snauwde Arthur opnieuw. 'Waarom doe je dan niks en blijf je bij die stomme opleiding hangen!' Riep ik boos. Arthur draaide zich boos om en stampte op me af. 'Dat weet ik niet!' Riep hij. Hij marcheerde zo mijn armen in. Ik kuste hem. We vielen op het bed en hij begon mijn jurk los te maken. Ik haalde zijn kleed van hem af en trok zijn bloes uit. Oververhit begon hij zijn broek los te trekken. We bedreven de liefde, hoewel we eigenlijk veel te veel aan ons hoofd hadden. Alles werd even vergeten en nadat we klaar waren hijgden we lang uit. Arthur kon niet van me afblijven en krulde tegen me aan. Ik legde mijn armen om zijn hoofd en ik moest even lachen om de ironie van het moment. Na eerst wild elkaar te hebben bevredigd, liggen we hier nu, als miezerige kasplantjes tegen elkaar aan gedrukt. Alsof we ergens bang voor waren, dat er niet was. Hij kuste me zacht op mijn borst en ik woelde in zijn haren, dat deed ik graag. Ik was dol op zijn haren. Volle roodbruine lokken, zo bijgeknipt dat het soms alle kanten op stond. Arthur haalde zijn handen vaak door zijn haren waardoor het nooit goed zat. Ik hield van hem. En hij van mij. Zelfs mijn moeder kon dat niet kapot maken.
JE LEEST
Guinevere (on hold)
Historical FictionHet hof van mijn man zit vol met geheimen en intriges, en ik moet m'n hoofd maar boven water proberen te houden. Ik ben Guinevere, vrouw van Koning Arthur, die knappe. Mijn verhalen zijn het waardig om te lezen naar mijn idee. Arthur is een interes...