4. Jack

183 11 0
                                    

Langzaam dringt het tot me door dat Donna mijn naam heeft opgenoemt. Wat? Dit kan niet, dit moet een vergissing zijn! Mijn broer heeft al meegedaan, ik kan dan toch niet meer meedoen? Snel schuif ik die gedachte weg. Natuurlijk kan het, dit is het kapitool. 

Geschokt kijk ik om me heen. Kim heeft haar hand voor haar mond geslagen, en heeft grote ogen opgezet. Ik voel mijn gezicht vertrekken, en mijn mond opengaan. Maar deze expressie veranderd snel, als ik weet dat ik naar het podium moet gaan lopen. Mijn hart zit in mijn keel, ik breek uit in het zweet, en laat snel Kim's hand los. Om me heen stappen allemaal kinderen voor me weg, en kijken achteruit, naar mij. Sommige hebben opluchting in hun ogen, anderen verdriet. Ik krijg een klein duwtje in mijn rug, en draai me met een ruk om. Achter me staat een meisje dat een arrogante blik in haar ogen heeft, en een grijns op haar gezicht. Al snel herken ik haar als Melissa, wie deel uit maakt van een van de rijkere gezinnen van district 4. Ik zie haar lippen bewegen, en ik herken het als het woord 'ga'. 

Komop Emma, verman je en ga het podium op. Zo lijk je zwak, en dan zullen de anderen tributen al snel achter je aan gaan. Ik draai me om, slaak een diepe zucht, en dwing mijn benen te lopen. Ze komen in beweging, en ik loop naar het podium toe. Om me heen kijken mensen me aan, en ik kijk met een gefronst gezicht terug. Mijn hoofd gaat van links naar rechts, naar alle gezichten die medeleven tonen naar me. Als ik bij het podium ben aangekomen, kijk ik even achterom naar Kim, die met tranen die zachtjes over haar wangen rollen naar me toe kijkt. Ik probeer het trapje op te lopen, maar bij de tweede trede blijft mijn voet haken, maar ik weet me vast te pakken aan de leuning, en trek mezelf weer omhoog. Ik loop naar Donna toe, die met een grijns naar me toe kijkt. Ik sta half met mijn rug naar het publiek toe, en draai me snel om, zodat mijn voeten recht naar iedereen voor me staan. 

'Hallo, Emma Evans', zegt Donna met, alweer, een grijns, maar ik kan mijn mond niet openkrijgen. Het voelt alsof ze op elkaar gelijmt zijn, en er geen klein woordje kan ontsnappen. Ik knik, en Donna ziet dat ik niet wil/kan praten, dus gaat ze door.

'En, hoe voel je je?', vraagt ze me. Mijn voorhoofd is gerimpeld, als ik probeer een woord uit mijn mond te krijgen. Ik krijg er net een schore 'Oké' uit, die ze maar aanneemt.

Ik veeg mijn bezweette voorhoofd af met de achterkant van mijn hand, en neem een stap achteruit. Donna staat bij de microfoon, klaar op aan te kondigen dat ze nu een jongensnaam gaat uitkiezen. 

'Uhm, mag ik jullie aandacht weer even?', zegt ze, met haar kraaiende stem. Ik heb de neiging om mijn handen over mijn oren heen te slaan, maar ik besef dat ik nu op het podium staat, en er allemaal vredebewakers achter me staan, samen met andere belangrijke mensen, dus het beter is om het maar niet te doen. 

Donna heeft haar hand alweer boven de bok geheft, en stopt haar hand erin. Weer draait ze een paar rondjes, en pakt er dan een licht gevouwen kaartje uit. Ze pakt met haar andere hand ook het kaartje vast, en vouwt hem open. Ze gaat met haar gezicht dichter bij de microfoon staan, en schraapt haar keel, om weer even alle aandacht te krijgen, die ze eerlijk gezegd niet verloren was. 

'Jack Stephen'. Waar herken ik die naam van? Ik zweer dat ik hem eerder heb gehoord. Oh ja. Jack's vader was gestorven een paar jaar geleden ,en mijn vader was goede vrienden geweest met Jack's vader, maar na zijn dood hebben we geen contact meer gehad met zijn gezin. Ik weet ook nog dat ik hem vroeger leuk vond, maar dat is nu vast wel over. Hoop ik.

Uit de jongens van 17 jaar komt een lange jongen lopen, waarvan de aderen over zijn armen lopen, waarschijnlijk omdat hij best sterk is, wat je ook ziet aan zijn gespierde armen. Zonder aarzeling kwam hij het podium op lopen, en kwam naast Donna staan met een lach op zijn gezicht. Was deze kerel helemaal niet bang ofzo? Of verkeerd hij is een soort van shock? Aan zijn gezicht te zien niet, de lach zit nog steeds op zijn gezicht alsof ie er vastgeplakt zit. Hij loopt zelfverzekerd het podium op, en gaat naar Donna staan. Hij lacht voorzichtig naar mij, om te laten zien dat hij mij nog kent, denk ik. Ik lach terug naar hem, en kijk naar weer daar de mensen voor me. Donna kijkt naar mij, en dan weer naar Jack. Ze pakt mijn linker pols, en de rechter van Jack, en brengt ze naar elkaar toe. Voorzichtig pak Jack mijn hand, en ik glimlach naar hem. 

'Iedereen, dit zijn de tibruten van Disctrict 4!'

Hongerspelen 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu