9. Nadenken

121 13 2
                                    

Vanbinnen was het nog net zo mooi als buiten, misschien wel mooier. Natuurlijk hebben we niet een groot deel van het kapitool gezien, ik denk niet dat naar genoeg tijd voor was, (niet dat ze het dan wel aan ons zouden laten zien) maar het gedeelte dat we hadden gezien was schitterend.

Het hele gebouw was extreem modern, voorzien met alle nieuwste snufjes die er uit gevonden waren, en meteen hier naartoe gebracht toen ze in praktijk kwamen.

Ik hoorde een paar mensen grinniken toen ik met open mond om me heen had gekeken, maar ik had alleen oog voor het mooie interieur; ik was zulke luxe niet gewent.

Natuurlijk had ik wel enige luxe gekend, maar dit was zo veel luxer dan thuis.

Hoe erg ik het ook probeerde, het was moeilijk om niet met mijn gedachten bij thuis te zitten, en probeerde ik me bezig te houden met allerlei verschillende dingen, al was het maar de bediendes helpen met koken, wat ik gewend was van thuis. Hoe erg Donna het ook vond, - 'Oh schat, dat is hun werk!' - ik kom mezelf er niet toe brengen om gewoontes af te leren die ik al van zo vroeg af aan gewend was.

Ik kon het me nauwelijks voorstellen dat ik tot een paar dagen geleden, misschien een week, nog gewoon thuis had gezeten. Ook in deze korte tijd kon iemand leven totaal op zijn kop gezet worden, zowel positief als negatief.

Vroeger wou ik altijd iets mee maken dat het waard was om te herinneren, zoals sommige zeggen 'een ervaring rijker.'

Als ik er levend zou uit kunnen komen, wat erg onwaarschijnlijk was gezien mijn gebrek aan motivatie, strijdlust, en ik me verzette om iemand 'af te slachten', zou het wel zo'n ervaring kunnen zijn, maar al denk ik niet dat het een erg geweldige ervaring zou zijn. Ik zoú notabene wel iemand moeten vermoorden, of anders zou ik zelf vermoord worden.

Dit was ook zo'n ding waar ik liever niet teveel over nadacht, maar waar ik mijn gedachte soms even toeliet aan te denken; wat ik ga doen als ik in de arena sta.

Hoe erg ik me ook zou verzetten om te vechten, ik weet dat de spelmaker en zijn 'bende' wel een manier vinden om me te laten vechten, of anders zou het me tot me dood lijden.

Eigelijk was het zo simpel als dat; je kiest altijd voor de dood, maar je hebt ook de keuze om te kiezen of het jou dood is, of die van een ander.

De meeste mensen zijn egoïstisch; natuurlijk kiezen ze voor zichzelf. Ik weet zeker dat Jack zo'n jongens is, natuurlijk is hij bang voor de dood.

Het was eerlijk gezegd best ironisch; 'Hey, als je jezelf niet laat vermoorden, dus wij het wel voor je, je hoeft het alleen maar te vragen. We moeten immers wel wat op tv hebben voor de kijkers, hé?'

Aan de ene kant zou ik willen dat het snel voorbij zou zijn; geen pijn, gewoon in een keer, en dan denk ik dat ik dat wel zou gaan doen.

Maar als je erover nadenkt is het ook extreem egoïstisch; je zelf uit je lijden verlossen, uit je problemen, maar andere alleen maar meer opstapelen.

Ik wil er niet aan denken hoe mijn moeder zich gaat voelen als ze mij ook verliest; ze heeft Harry immers al verloren.

Men zegt dat als je dood bent je niks meer voeld, en dus het voor jou niet erg is, -je voelt toch geen pijn meer- , geen verdriet. Maar voor de mensen om je heen is het een hel. Zij moeten je missen.

'Doorlopen,' zei een man achter me op een strenge toon, en ik keek achter me op te kijken wie er achter me stond.

Lachend duwde ik Jack zachtjes, waardoor hij zijn evenwicht eventjes verloor, maar het al snel terugvond en me boos aan keek.

Uit mijn ooghoek zag ik dat zijn voorhoofd gerimpeld was, zijn kaak gespannen, en aan zijn ogen zag ik dat hij aan het nadenken was.

'Waar denk je aan?'

'Niks. Aan allerlei dingen.'

'Ik zie het. Je weet dat je last gaat krijgen van aardig veel rimpels als je zo blijft kijken, hé?'

'Hou je mond.'

'Ik probeer alleen maar te helpen.'

'Ik hoef jou hulp niet.'

Ongelooflijk. Als ik probeer te helpen word het op een onbeleefde manier afgewezen.

Het ging nog even zo door, ons praten over allerlei dingen, hier en daar een opmerking in het gesprek gooiend.

Het was fijn om mijn gedachten even van mijn toestand af te hebben, en een normaal gesprek te voeren met Jack, zoals ik eerder met mijn broer gedaan.

Want zo voelde Jack ook. Als een tweede broer. Dat was fijn, om in waarschijnlijk de laatste weken van mijn leven nog een broederlijk figuur te hebben.

~~~~~~~~~~~~~~~~~

Sorry sorry sorry!

Het spijt me dat de update zo lang duurde, maar ik had niet veel inspiratie en ik was druk met mijn andere verhalen. Ik weet dat het een kort hoofdstuk is, maar ik wou er iets op hebben voor de mensen die nog lezen, dus dit is het (: ik hoop dat ik snel weer kan updaten!

Enjoy 😊

x x julia

Hongerspelen 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu