Vriendschap, Liefde en Verraad

Teun!

Ik zie een jongen aan komen lopen hij heeft rood haar, ik kijk nog eens goed. ‘Teun!!!!’ roep ik heel hard, Ik wist dat hij ging kamperen maar niet waar! Hij kijkt verbaasd  naar me, ‘Eelke!!’ roept hij dan en rent naar me toe. Ik geef hem een knuffel, ‘Wat doe jij hier!!?’ vraag ik nieuwsgierig, ‘Saai met mijn ouders kamperen!’ zegt hij met een sip gezicht. ‘Eej Teun maatje!!’ het is Ruben die nu  aan komt lopen met een big smile op zijn gezicht ‘Eej broodje’ zegt teun en hij lacht. Ruben kijkt hem aan van nee gewoon niet maar toch lacht hij.. Ook de rest komt naar Teun toe een paar van hen heeft Teun ontmoet maar de rest heeft allemaal wel verhalen van Ruben en mij gehoord. ‘So so en welke van jullie is nu die ‘hele knappe’ Thijs!?’ vraagt hij aan de jongen die bij hem staan. ‘Teun!?’ zeg ik met een beschaamd gezicht. Thijs komt langs me staan en slaat een arm om me heen. ‘Zo dus jij praat over mij’ en hij lacht en geeft me een kusje op mijn voorhoofd. Hij steekt zijn hand uit naar Teun en zegt ‘Ik ben die super knappe Thijs’ Teun lacht en schut zijn hand. Teun zijn moeder komt aangelopen ‘Zo Teun al vrienden gemaakt’ zegt de moeder van Teun. ‘Mam!?’ zegt nu Teun beschaamt. Ik lach en loop naar de moeder van Teun, ik steek mijn hand uit ‘Eelke’ zeg ik en de moeder van Teun kijkt me verbaast aan, ‘Eelke!? Wat leuk dat jij hier ook bent!’ zegt ze vrolijk, Ik lach want ze wist dat ik op  vakantie ging ze had me voor de vakantie nog gezien. Teun zijn moeder loopt weer weg. ‘Kom je mee naar de tent met zijn alle wat drinken!?’ vraag ik en we lopen met zijn alle naar de tent. We schuiven twee picknick tafels aan elkaar en gaan er met zijn allen rondom zitten. Ik zit op de schoot van Thijs en speel een beetje zenuwachtig met  mijn beker. ‘Waarom zo zenuwachtig?’ vraagt hij aan me terwijl hij mijn handen pakt en ze stil houd. ‘Ik weet het niet’ zeg ik en leg mijn hoofd naar achter op de schouder van Thijs. Ik kijk naar boven en denk, wat was dat vandaag met Bas en waar is hij nu!. ‘Waar is Bas?’ vraag ik aan Thijs, ‘I don’t know’ zegt hij en maakt zich er verder niet druk om. Ik kijk nog een keer de picknick tafel rond, geen Bas maar ook geen Ruben! ‘Teun waar is Ruben!?’ roep ik over de tafel. Teun haalt zijn schouder op en praat weer verder. Ik sta op en pak Thijs zijn hand, ‘Even een stukje lopen, ga je mee?’ vraag ik en Thijs staat op. Niet zo heel ver van onze tent af zie ik iemand op een bankje zitten iemand die heel veel op Ruben lijkt. Hij zoent met  iemand, Thijs ziet het ook en we lopen dichterbij. Het is inderdaad Ruben. We lopen ze voorbij en roep ‘Rub straks wel even voorstellen he!’ en ik loop door. Thijs en ik lopen naar het strand waar ik mijn schoenen uit doe en op bloten voeten door het zand loop. De zon hangt laag en gaat bijna onder. We gaan op het zand zitten en kijken naar de zon. ‘Weetje Thijs ik had nooit gedacht dat ik zo’n vriendje als jou kreeg..’ zeg ik en kijk hem aan. ‘Ik ook niet dat ik zo’n vriendin kreeg’ en hij geeft me een zoen. ‘Maar ik weet wel dat ik héél veel van je hou en als iemand je nou om zou toveren naar een lelijk meisje zou ik dat nog steeds doen, maar je bent knap en lief en alles wat goed is’ zegt hij en slaat een arm om me heen. ‘Ik hou zoveel van je!’ zeg ik en leg mijn hoofd op zijn schouder en samen kijken we naar de zonsondergang..