Liam en Bernard

774 16 1
                                    

Ik kijk op mijn telefoon, ‘Half 7 pas!’ roep ik in mijn gedachten, ik vind het nog te vroeg en draai me om en probeer weer te slapen. Ik kom met geen mogelijkheid in slaap en sta op pak mijn laptop en loop naar buiten. Ik ga op een stoel zitten en zet mijn laptop op mijn schoot, als hij is opgestart ga ik naar mijn dj programma. Ik hou er van om er een beetje mee te klooien, ik zet mijn koptelefoon op en begin een beetje te mixen. Als ik er genoeg van heb kijk ik op mijn telefoon ‘half 8’ nog steeds vroeg… Ik besluit even te kijken of de receptie al open is, Ik leg een briefje op tafel met de tekst ‘Als ik weg ben ben ik even weg! Xxxx’  als ik bij de receptie aan kom staan er al een paar mensen om brood te halen. Ik kijk een beetje tussen de foldertjes, naast mij komt een hond zitten.  Het is een sint Bernard, ik aai hem over zijn kop. Hij doet me denken aan mijn hond.. Ik loop naar de balie. ‘hoe heet de hond?’  vraag ik terwijl ik de hond over zijn kop aai. ‘Bernard’ zegt de vrouw achter de balie. Ik moet lachen om zijn naam.’mag  ik met hem wandelen? Vraag ik en de vrouw schud van ja. Ze wijst naar een deur, ‘Door  die deur en dan aan de linkerkant hangt zijn riem’. Ik loop door de deur pak zijn riem en doe hem om bij Bernard. Dan komt er een klein heel schattig jongetje van ongeveer vijf. ‘Mag ik ook meemama?’ vraagt het jongetje heel lief. ‘Dat moet je aan.’ ‘Eelke’ zeg ik vlug. ‘ aan Eelke vragen’ zegt ze tegen het jongetje, het jongetje kijkt me vragend aan.  ‘Tuurlijk! Als je zegt hoe je heet!’ zeg ik lachend terwijl ik naar hem toe loop. Heel netjes steek hij zijn hand naar me uit, ‘Liam’ zegt het jongetje. Ik schut zijn hand, ‘Aangenaam kennis te maken’ zeg ik lachend en we lopen naar buiten.  Liam loopt langs me, ‘Ik weet wel ergens waar we naar toe kunnen!’ zeg hij blij en springt op en neer. ‘Nou laat maar zien!’ zeg ik terwijl ik kijk hoe hij vrolijk rond springt. Liam weet de weg er naar toe precies we moeten een stuk omhoog lopen. Vrolijk liep Liam naar boven, Bernard beetje sloom langs mij lopen.. Tsja die honden zijn nou eenmaal niet de snelste. ‘Hier!’ roept Liam die al boven is. Als ik naast Liam sta kijk je recht uit over de zee. ‘Waauuw!’ is het enige wat ik te zeggen heb en dat is niet veel voor zo’n grote prater. ‘Mooi hé!’ zegt hij blij. ‘Ja zeker’ zeg ik en kijk naar Liam. Hij begint vrolijk rondjes te rennen op het gras langs het mooie plekje. Ik ren naar hem toe, ‘Ik ga je pakken ventje!’ roep ik en hij begint te gillen. Ik moet lachen voor een jongetje kan hij best hoog gillen.. Ik til hem op en leg hem over mijn schouder, hij lacht en ik begin rondjes te draaien. Als ik hem na 10 rondjes neer zet wil hij meer. ‘Sorry ben een beetje duizelig nu’ zeg ik en ga op het gras liggen met mijn hoofd op de buik van Bernard. ‘Lekker kussentje ben je vriend’ zeg ik tegen hem. Liam doet me na en komt langs me liggen. ‘Eelke het begint te regenen!’ zeg Liam. Ik voel nu ook druppels. ‘Ja, daar bij die stenen met dat mooie uitzicht zijn we droog’ zeg ik. We staan op en lokken Bernard mee. Als we droog zitten begint het alleen maar harder te regenen. Liam zucht ‘Stom weer!’ zegt hij met een sip gezicht. ‘Het gaat zo wel over!’ zeg ik. Maar het stopt niet met regen en begint alleen maar harder te regenen. ‘Ik weet iets, jij gaat op mijn rug en doet mijn vest aan dan rennen we naar huis want het begint alleen maar harder te regen en zo te zien houd het ook voorlopig nog niet op’. Zeg ik en Liam knikt van ja. Ik trek mijn vest uit en sta in mijn hemd. ‘Heb jij het dan niet koud?’ vraagt hij bezorgt. ‘Jawel maar ik wil niet dat jij het koud hebt’ zeg ik tegen hem. ‘Dan wil ik het niet’ zegt hij, een jongetje van vijf en zo eigenwijs en ik lach. ‘Doe maar het is niet erg!’ zeg ik en help hem mijn vest aan doen. ‘Eelke? Ik vind het eng dadelijk gaat het onweren..’ zegt hij verdrietig. ‘Nee het gaat niet onweren’ probeer ik hem te geruststellen. ‘Ik haat het om bang te zijn..’ zeg hij en springt op mijn rug. ‘Bang zijn allemaal wel eens het is niet erg, het hoort er bij’ zeg ik en pak Bernard zijn riem.  ‘Jij ook?’ zegt hij aarzelend. ‘Ja ik ook, en voor wat ook’ dat laatste zeg ik wat zachter. We zuchten tegelijkertijd en we schieten in de lach. ‘Ah mooi je kan nog lachen’ zeg ik plagerig. En we beginnen te lopen. Na een minuut of twee zijn we allebei al kletsnat.

Vriendschap, Liefde en VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu