WAARSCHUWING: Dit hoofdstuk bevat snijden en depressie. Kun je daar niet tegen, dan raad ik je aan om dit hoofdstuk niet te lezen. Omdat het verspreid zit over het hele hoofdstuk, zet ik geen waarschuwingen meer neer.
LET OP:
Finn HorayneIk zucht en ga weer zitten. Nee, Bezweringen was niet bepaald mijn favoriete vak. En we hebben het ook nog is met Zwadderich. Dubbele kans om mezelf te vernederen dus. Ik zit naast Hunter, aangezien hij mijn enige vriend is in Zwadderich en Huffelpuf. Nog steeds een raadsel hoe hij een Zwadderaar is geworden. Ik denk dat zijn ouders het de hoed verplicht hebben, aangezien zijn ouders nogal.... streng zijn. In zijn familie heeft iedereen generatie's lang in Zwadderich gezeten, en toen kwam Hunter ertussendoor. Volgens zijn vader is zijn moeder vreemdgegaan. Want Hunter lijkt absoluut niet op zijn vader. Hunter is aardig, knap, serieus en lief. Zijn vader is gemeen, lelijk, irritant en arrogant. Ik weet hoe het is om niet geaccepteerd te worden door je ouders. Ik leef ongeveer op Zweinstein sinds ik op mijn elfde het huis uit ben geschopt. Ik was volgens mijn ouders een mislukkeling, een vieze homo. Ik word sinds mijn zevende geslagen, omdat ik dik was, lelijk, verschrikkelijk en omdat ik een keer bijna het huis heb afgebrand. Toen ik op mijn elfde een brief van Zweinstein kreeg, was de maat vol bij mijn ouders. Ze hebben me afgezet op het perron, en daarna heb ik ze nooit meer gezien. Toen ik terugkwam van Zweinstein voor de zomervakantie, stond er niemand. Ik heb uren gehuild, ik ben zelfs lopend naar mijn hiis gegaan, om erachter te komen dat ze weg waren. Op vakantie, volgens de buurvrouw. Toen ik terugkwam op Zweinstein, na zes weken op straat hebben geleefd, was ik graatmager. Sindsdien mag ik op Zweinstein blijven van Perkamentus. "Finn, gaat het?" Ik word teruggetrokken uit mijn gedachten, en het eerste wat ik zie zijn Hunters prachtige, goudbruine ogen voor me. Ik schud mijn hoofd. Ik sta op en ren het klaslokaal uit, alle starende mensen negerend. Ik ren naar mijn kamer, en doe de deur op slot.
~♡♡♡♡♡~
(Hier begint het snijden )Langzaam zie ik het bloed naar beneden druppelen. Een omdat ik dik ben. Het mesje glijd over mijn huid, die toch al vol met sneeën zit. Een omdat ik lelijk ben. Het mesje zet een tweede, keurige rechte lijn. Een omdat ik homo ben. Het mesje gaat weer van links naar rechts. Een omdat ik niet hoor te leven. Het mesje laat een keurige streep achter. Tranen stromen over mijn wangen, terwijl het bloed naar beneden stroomt. Mijn heupen, onderbuik en bovenarmen zitten vol littekens. Sommige nieuw, sommige een paar jaar oud. Waarom maak ik er niet nu een eind aan? Een eind aan al het leiden. Een eind aan al dat gepest. Er is toch niemand die mij gaat missen. Hunter zal verder gaan met zijn leven, een meisje vinden en trouwen. Holden zou mij snel vergeten. Helena zou, na een paar dagen rouwen, gewoon weer verder gaan met haar leven. Ik heb maar drie vrienden, en ik heb zoveel pesters. De meerderheid wint, toch? Ik wil het mesje weer op mijn witte huid zetten, als ik iemand hoor schreeuwen. "Finn! Finn, zit je hierbinnen? Doe open!" Met grote ogen kijk ik naar de deurklink, die op en neer rammelt. Ik hoor Hunter wat vloeken. "Finn, ik ga de deur nú open doen!" Ik kijk geschokt naar de deur, waar Hunter achter staat. "Alohomora!" De deur vliegt open, en ik zie Hunter geschokt naar mij kijken. Ik kijk met grote ogen terug. Gaat hij mij slaan, net zoals mijn vader altijd deed? Of gaat hij wensen dat ik het mesje iets dieper had geduwd, zoals mijn moeder? Hunter doet nog een stap naar voren. Hij draait zich om en doet de deur dicht. "Doe me geen pijn! Asjeblieft..." Ik fluister haast, zo bang ben ik. "O Finn..." Hunter haast zich naar mij toe, en pakt het mesje van me af. Vervolgens pakt een natte handdoek, die hij tegen de wonden aan houd. Hij gaat op bed zitten en trekt me tegen zich aan. Ik barst in snikken uit. "Waarom, Finn? Waarom?" Hij zet mij op zijn schoot, terwijl ik mijn hoofd tegen zijn gespierde borstkas leg. Dus ik vertel hem stotterend het verhaal. Over hoe mijn ouders mij behandelden, over hoe ik gepest word en over het snijden. Als ik klaar ben met mijn verhaal zie ik een traan over zijn wang glijden. "Finn, je weet toch dat wij om je geven? Ik zou er kapot van gaan als jij zelfmoord zou plegen... Asjeblieft, ga je proberen te stoppen? Voor mij?" Ik knikte, terwijl ik probeerde om te stoppen met huilen. De vele sneeën waren gestopt met bloeden, dus ik haalde de handdoek voorzichtig weg. Ik legde de donkerrood bebloedde handdoek in een hoek en ga op bed liggen. "Ga maar slapen. Ik zeg wel tegen de docenten dat je je niet lekker voelt" Dat was nog niet eens gelogen. Ik voel me ook echt niet lekker. "Doei Finn.." Ik ga snel rechtop zitten. "Hunter..?" Zeg ik met een klein stemmetje. "Ja Finn?" Ik kijk hem aan. "Wil je- ehh, wil je blijven?" Ik kijk hem onzeker aan. Zijn gezicht verzacht en hij knikt. "Tuurlijk" ik knik opgelucht en ga weer liggen. Hij trekt zijn schoenen uit en gaat naast me liggen. Zodra hij ligt, kruip ik naar hem toe en knuffel ik hem. "Dankje." Ik voel zijn spieren zich spannen, maar kort daarna ontspant hij zich. "Geen dank" Hij slaat zijn arm om mij heen. Zijn warmte overspoelt me, en voor het eerst vandaag, glimlach ik. Ik leg mijn hoofd op zijn gespierde borstkas. "Slaaplekker angel" Ik weet niet of ik het verbeeld heb, maar kort daarna voelde in een kus op mijn geblondeerde haren gedrukt worden. Ik sluit mijn ogen en zucht tevreden. Ja, ik denk dat ik vannacht wel goed kan slapen.
Edited 28/03/2016
JE LEEST
Secrets-HP//ON HOLD\\
FanfictionO N H O L D Ontmoet Helena DeRose, een sarcastische fangirl die gevaarlijker is dan de meeste mensen die je ooit gaat ontmoeten. Ze zit in haar vierde jaar op Zweinstein. Ze heeft haar ouders nooit gekend. Het enige wat ze nog van hun herindert is...