Mijn Reis Naar Fantastica En Verder

Starlight

A/N JAAAH DAAR IS IE DAN EINDELIJK!!! sorry dat het zoo lang duurde... maar ik had zo onmenselijk veel toetsen dat je je moet af vragen of ik nog wel leef... what ever ik heb nu lekker vakantie dus ik hoop dan wat meer te schrijven.. maar ja docent begrijpen vaak de defenitie van vakantie niet.. maar goed we dwalen af... Hierbij een nieuw hoofdstuk... ENJOY
-----------------------------------------------------------
We komen aan in de bibliotheek waar ik vanmiddag ook met Layla zat. Alleen staan er nu geen twee fauteuils maar vier. Fleur gaat zitten in een van de stoelen en wij volgen snel het voorbeeld. 'Zoals jullie weten is er een profetie geschreven waar jullie en nog iemand anders in voor komen.' Ik wil wat zeggen maar Layla seint mij een blik. 'In de profetie' vervolgt ze. 'Staat geschreven dat de ridder, de prinses, de dapperste en de opvolgster de ketting hangers van robijn en saffier met elkaar moeten verenigen zodat er eeuwige vrede zal zijn. En dat is alleen mogelijk wanneer de morgenster als eerst zal schijnen.' BAM. Die zat. Ik kijk naar Simon. Heel geconcentreerd luistert hij naar het verhaal. 'Het halve hart van Saffier is in goede handen van een goede vriend van mij, Zaverion. Maar het het hart van Robijn is in slechte handen, Kaidah.' Ik kijk naar Simon en ik zie hem weer wit worden. Ik pak zijn hand en knijp erin. 'Het komt goed.' fluister ik. Hij kijkt mij aan en glimlacht even. Ik richt mij weer tot Fleur. 'Je zei zo net dat er vier mensen zijn.. Maar volgens mij zijn wij hier met zijn drieën.' 'Klopt' antwoord Layla. 'Die ridder, Arthur ken ik heel goed. W-we hadden een relatie. Hij wilde in zijn eentje het halve hart bij Kaidah halen, maar nadat hij vertrok hebben we niets meer van hem gehoord.' Ze snikt even. Ik zie een traan over haar wang glijden. Maar ze vermant zich snel en veegt de traan snel weg. 'Er is geen tijd om te janken. We moeten actie ondernemen.' Zegt ze. 'Precies.' zegt Fleur. 'Zoals ik al vertelde vertrekken Simon en Luna morgen ochtend.' 'Gaat prinses Layla niet mee?' vraagt Simon. Layla schudt haar hoofd. 'Ik moet eerst nog wat anders doen, maar ik beloof je dat ik me snel genoeg weer aansluit bij de missie.' We knikken alle twee. Dan staat ze op en loopt ze de bibliotheek uit. we kijken haar alle drie nog even na. 'Jullie krijgen alle twee een ring,' zegt Fleur na een tijdje . 'Simon voor jou is hij bekend en weet jij hoe hij werkt.' Ze geeft Simon een ring met een zilveren edelsteen op. Hij pakt hem aan en schuift hem om zijn vinger. Heel even licht de edelsteen op. 'Met deze ringen kunnen jullie contact met mij en met elkaar nemen. Ook kan je er eventueel spullen mee in meenemen. En hij schiet je te hulp wanner je in gevaar bent. Jullie moeten deze reis undercover doen om niet herkend te worden. Aangezien Simon al een paar keer Fantastica gered heeft, maar dat moet wel lukken.' Ze geeft mij een ring met een lichtblauwe maansteen. Ik bekijk hem goed en daarna doe ik hem om mijn vinger. Meteen voel ik een soort krachtige energie door mijn lichaam stromen. 'In jullie nieuwe identiteit zijn jullie broer en zus van elkaar.' Simon en ik kijken elkaar aan en we willen het bijna uitproesten maar we houden ons in. 'Hoe wil dat dat gaan doen?' vraag ik. 'We lijken totaal niet op elkaar.' 'Dat komt wel goed, Luna. Ik hoop dat jij het niet erg vindt om je haar bruin te verven?' Ik schud nee. 'Simon, jouw nieuwe naam wordt Aiden. En die van Luna Evelijn. Samen zijn jullie broer en zus Goedhard. Morgenochtend doen jullie deze kleding weer aan. Ik zal ervoor zorgen dat jullie kleding schoon zal zijn. Jullie mogen gaan.' Simon en ik staan op en willen de bibliotheek uitlopen. 'Oh en Luna?' roept Fleur. Ik draai me om. 'Ja?' vraag ik. Fleur vliegt nog een klein stukje naar mij toe. 'Zoals ik al vertelde nemen die ringen spullen op. Dus ook jouw rugzak. Je denkt gewoon aan wat je wilt en hij neemt het op.' 'Oké, bedankt.' En we lopen de ruimte uit.

We zitten op mijn balkon naar de zonsondergang te kijken. 'Dus, euhm, je-euh.. je had het beloofd te-euh..' stamel ik. Simon lacht. 'Ja? Wat is er?' grinnikt hij. Nu lach ik ook. 'Nou, je weet best wat ik bedoel, grapjas.' 'Ja, dat weet ik, sorry.' Hij zucht even. 'Ik heb een tweelingzus. Had.' 'Oh Simon, dat spijt me voor je.' Ik pak zijn hand en knijp er zachtjes in. 'Dat geeft niet, je kon het niet weten. Goed, ik zal beginnen bij het begin. Mijn zus, Stella, en ik zijn geadopteerd toen we nog heel jong waren. Wie mijn biologische ouders zijn, weet ik niet en ik wil het eigenlijk ook niet weten. We zijn opgegroeid in een liefdevol gezin en ik kan me echt geen gelukkigere thuis bedenken.' Hij lacht even in zichzelf. 'Hoe dan ook, toen wij tien jaar oud waren, zaten we met zijn tweeën op de zolder van mijn oma. Daar vonden wij een zilver amulet. Hij leek een beetje op jouw ketting. Stella wreef erover en toen verscheen er een trap. Zo nieuwsgierig als wij waren zijn wij die trap op geklommen. En zo kwamen wij in Fantastica. We hebben hier veel avonturen beleeft en ik heb hier ook vele namen. 'Namen?' 'Ja maar mijn meest voorkomende is de Strijder Zonder Angst.' Ik grinnik. Zonder angst... en dan zo bang voor Kaidah? 'Wat is er zo grappig?' 'Niks hoor.' 'We zijn hier ook achter gekomen dat...' 'Dat wat?' vraag ik. Hij haalt diep adem 'Dat Stella de maanprinses was.' Mijn ogen worden groot. Dit betekent dat Stella mijn voorgangster was, dat Simon de oom van Layla is en dat ik nu begrijp waarom Simon zo'n grote angst voor Kaidah heeft. Er valt een stilte. 'Weet Layla dit?' Simon schudt zijn hoofd. Ik sta op en loop naar de rand van het balkon. De zon is inmiddels onder. 'Het spijt me echt Simon..' Ik draai me om en loop naar hem toe. 'Of moet ik Strijder Zonder Angst zeggen?' grap ik. 'Voor jou is het Aiden.' Grinnikt hij. Hij haalt een plukje haar uit mijn gezicht. 'Heb ik je al gezegd hoe mooi je bent.' Ik voel mijn gezicht zo rood kleuren. 'Dankje.' fluister ik zo zacht dat ik me afvraag of hij het wel heeft gehoord. En dan omhels ik hem. 'Je bent een hele fijne vriend.' fluister ik hem in zijn oor. Ik voel zijn handen om mijn middel heen slaan. 'Jij ook.' fluistert hij terug.