POV Tony
De volgende dag kwamen we nog niks te weten. De dag daarop ook niet. Toen moesten we naar het paleis tijgeren. Het is middernacht, pikkedonker en heel stil. Ik en Silferina hebben de paarden in het bos gelaten, bij een meer zodat ze kunnen drinken en met genoeg eten voor een week, als ze er verstandig mee om gaan. Ik heb Bellado uitgelegd wat we gingen doen. Hij leek me succes te wensen met zijn gehinnik, net als Danser dat bij Silferina deed. Sil stompt me tegen mijn arm en wijst naar de muur. Heel vaag is er een mannetje te zien, die nu aan zijn ronde begint. Een minuut om bij het paleis te komen. Silferina heeft dit eerder gedaan, als ze stiekem ging oefenen. Dat was in de tijd dat we nog op kasteel Redmont woonden, en toen was het overdag, dus moet het nu al helemaal een makkie zijn. Ik ga op de grond liggen en tijger vooruit. Met mijn kap op ben ik als ik geen beweging maak helemaal onzichtbaar. Dit voelt ook veel beter dan vechten voor me. Gewoon sluipen en spioneren, niets gevechten. Silferina is daar beter in, dus vullen we elkaar perfect aan. We zijn een goed team samen. Silferina houdt haar hand omhoog. Ik stop met tijgeren. Silferina neemt het voor haar rekening dat we veilig aankomen, ik moet er gewoon achteraan. Hopelijk staat er iemand op ons te wachten binnen. Géén soldaat of iemand die tegen onze bedoeling is. Iemand van Jenny van de herberg, Jenny, Madelyn, Claire, Lucinda of vrouwe Pauline. Het liefst Madelyn, een van de twee Jenny's of vrouwe Pauline. Ik vertrouw Claire en Lucinda ook niet helemaal, maar dat is eerder omdat ik ze een jaar niet gezien heb en geen idee heb hoe zij hier tegenover staan. Van de andere vier weet ik dat wel. Silferina tijgert weer verder, wat betekent dat ik ook weer verder kan. Al tijgerend, stoppend als er een wachter langs kwam en als hij weg was weer verder tijgerend komen we dicht bij de kasteelmuur. Vanaf hier zouden we niet meer te zien zijn vanaf de muren. Ik en Silferina gaan staan en rennen het laatste stuk. Zachtjes natuurlijk, anders horen de wachters boven ons misschien. We drukken ons tegen de muur. Daar blijven we even staan. Voetstappen sterven weg, en we lopen naar de enige plek waar we het kasteel in zullen komen, via de keukens. Silferina voor me begint te rennen, en ik snap meteen waarom. Beneden lopen er ook wachters, en een van hen komt zometeen de hoek om. Vanaf hier is dat goed te horen, door het gerammel van de maliënkolder die man draagt. Ik ren achter haar aan, naar de deur die voor ons open staat. Als de wachter die opmerkt hebben we een probleem, want die deur is alleen van binnen uit te openen. Silferina rent de deur door. Ik ren er achteraan. Wie of wat daarachter is maakt me even helemaal niets uit, ik moet erin zien te komen. Net als ik de deur dichttrek horen we de wachter langs de hoek komen. Ik haal opgelucht adem. We zijn binnen, dat is in ieder geval al iets. Silferina kijkt naar buiten. "Niemand. We kunnen ons rustig omkleden." Ik knik en pak onze spullen uit een rugzak die onder mijn mantel verstopt zat. Ik geef Silferina's spullen aan Sil en pak de mijne. Ze waren niet moeilijk te vinden. Midden op de tafel waar we vroeger altijd aan aten lag een zak met kleding. Die hebben we meegenomen. Voor Silferina zat er een witte jurk met een ceintuur en laarzen in. De jurk komt tot net over haar knieën, dus haar broek kan ze aanhouden. Voor mij zaten er laarzen, een maliënkolder en een wit shirt in. Broeken deden ze blijkbaar niet aan. We deden de spullen aan, stopten onze eigen spullen en wapens in de zak en gingen naar buiten. Het plan is gestart.POV Silferina
Na een tijdje gelopen te hebben in de gangen alsof er niks aan de hand is werd ik toch een beetje zenuwachtig. Tot nu toe waren we nog niemand tegen gekomen. Normaal zou dat fijn zijn, maar nu maakte het me extra zenuwachtig. Niemand betekent ook geen vrouw Pauline, Jenny of wie dan ook die ons goedgezind is. Tony pakt mijn hand en knijpt er zachtjes in. Ik knijp terug. Hand in hand lopen we verder. Onze wapens zitten in de zak, dus als iemand besluit ons aan te vallen moeten we het met de blote vuist zien te klaren. Niet dat het echt een probleem is, ik bedoel, wegduiken en klappen verkopen kunnen we wel. Maar onze overlevingskans is dan niet echt groot. We lopen de hoek om. Daar stond een wachter voor de deur. Ik laat Tony's hand snel los, voor hij dat gemerkt kon hebben. Ik weet niet of mensen in het paleis met elkaar mogen daten. "Wat doen jullie hier?" De wachter klonk streng, alsof we hier normaal niet mogen zijn. Ik kijk vlug naar de deur. Het is een stevige houten deur, met een balk aan de voorkant. Ik denk dat dat de deur naar de gevangenissen is. Vlug herhaal ik de route in mijnn hoofd van de keukens naar hier. Later moet ik dit terug zien te vinden. "Nou? Wat doen jullie hier?" Ik en Tony wisten niets te zeggen. "Emma! Johan! Daar zijn jullie! Hebben jullie de brief?" Jenny kwam vanuit de andere kant aangerend. Onze reddende engel. Ik glimlach naar haar en speel het spelletje mee. "Ja. Ik heb het." Zo leek het alsof ik er niet over mag praten, zodat de wachter snapt waarom we niks zeiden. "Mooi. Vrouwe Pauline verwacht jullie." Ze draait zich om en loopt weg. Ik en Tony lopen achter haar aan. Als we zeker weten dat de wachter ons niet hoort beginnen we zachtjes te praten. "Johan? Serieus?" Jenny kijkt Tony verontschuldigend aan. "Sorry, op een betere naam kwam ik niet. Dit is je naam vanaf nu, dus wen er maar aan. Waarom zit Goldur in de gevangenis?" "Leeft hij?" vraag ik opgelucht. Jenny knikt. "Maar je beantwoordt mijn vraag niet, wat doet hij daar? Hij kwam gisteren aan, helemaal bont en blauw. Hij werd in bedwang gehouden door drie soldaten, die hem met kettingen vasthielden. Ik schrok me rot, maar kon niks doen." Jenny kreeg tranen in haar ogen. Ik vertel met een brok in mijn keel wat er gebeurde toen we in het dorp kwamen. Na mijn uitleg stond ik op het punt in tranen uit te barsten. Tony slaat zijn arm om me heen en knuffelt me. Jenny zwijgt. "Vertel straks het hele verhaal maar. Vrouwe Pauline wil het waarschijnlijk ook horen." Ze glimlacht naar ons. "Jullie zijn binnen, dus het plan kan in ieder geval starten." Ik glimlach terug. Het plan om Araluen te bevrijden is gestart. Nu gaat het op of onder worden, winst of verlies. Een van beide zal het uiteindelijk moeten worden.
![](https://img.wattpad.com/cover/53752289-288-k53227.jpg)
JE LEEST
De grijze jaagster, boek 2, Schuld
FanficIk sta in een hoekje, met naast me Tony en Goldur. Wat hebben we ooit misdaan? Ik leg een pijl op mijn boog, maar voordat ik schieten kon waren ze al bij ons. Soldaten van de koning. Het hele grijze jagerskorps is opgedeeld. De meesten zitten in de...