Hoofdstuk 3

81 4 0
                                    

Vera point of view.

Ik zet mijn laatste tas in de auto en duw de klep dicht. Ik ga zo vertrekken naar Elise, want het is half twee en dat betekent dat het middag is.

Ik weet niet goed wat Rosie er van vond dat ze een tijdje bij m'n moeder en Richard moet blijven. Gelukkig huilde ze niet, maar ik kon wel aan haar gezicht zien dat ze het raar vond. Ik ben niet lang bij m'n moeder gebleven; alleen om haar op de hoogte te stellen hoe warm de melk moet en hoe laat ze naar bed gaat. De andere informatie is voor haar parate kennis, want dat weet ze natuurlijk wel omdat ze zelf ook moeder is.

Ik stap in mijn auto en besluit om geen afscheid te nemen van mijn buren. Ik ken ze toch niet goed en ze zeiden nooit iets tegen me. Ook zeg ik geen gedag tegen de huisbaas, want ik wil het niet ongemakkelijker maken. Ik stuur wel een zakelijk mailtje.

"Hier is je slaapkamer." Ik ken Elise's huis wel, maar toch leidt ze me rond. Mijn slaapkamer heeft een éénpersoonsbed, een nachtkastje en een kledingkast. De muren zijn wit en ook is er nog een raam, waarbij je door de hele buurt kan rondkijken.

"Hey," hoor ik Benjamin, de man van Elise zeggen. Hij is niet vaak thuis, omdat hij veel werkt en als hij thuis is rust hij uit.
"Hoi." De band tussen Benjamin en mij is niet heel erg goed, maar dat komt omdat ik hem amper ken en hij mij amper kent.
"Dus je blijft hier een tijdje wonen?" Vraagt hij voor de zekerheid en staan in de deurpost.
"Ja," zeg ik wat zachter. Waarschijnlijk vindt Benjamin het geen goed idee.
"Gezellig!" Van die reactie kijk ik toch een beetje op en geef hem een flauwe glimlach.

Met z'n drieën lopen we naar de woonkamer en dan zet Elise drie koppen koffie neer. Dat kan ik wel gebruiken, want ik ben hartstikke uitgeput, zowel mentaal als lichamelijk.

"Waar is Rosie eigenlijk?" Vraagt Benjamin en gelijk krijg ik een kleine steek in mijn hart. Ik mis haar nu al.
"Ze is bij m'n moeder." Hij knikt stilletjes en pakt zijn laptop er bij. "Elise en ik hebben wat research gedaan voor de biologische vader-." Verder laat ik hem niet uitpraten.
"Je hebt wat?" Mijn koffie zet ik op het tafeltje voor me neer. "Ik waardeer het dat jullie me proberen te helpen, maar ik wil geen contact met de vader."

"Maar een paar dagen geleden zei je nog iets anders?" Zegt Elise en kijkt me verwarrend aan.
"Ik heb er over nagedacht en ja, mijn eerste reactie was dat ik wel op zoek wilde, maar ik wil de vader helemaal niet kennen. Straks is het één of andere sukkel die helemaal niet voor iemand kan zorgen." Ik ben er 99% zeker van dat ik niet op zoek wil. Mijn handen heb ik een bij elkaar gevouwen.

"En Rosie dan? Je geeft haar dan niet een kans om een vader te hebben." De woorden die Benjamin zegt, komen er ruw uit.
"Ik zie wel hoe je -je groot probeert te houden, maar dat gaat gewoon niet. Je hebt iemand nodig waarop je kan bouwen en iemand die je steun geeft, iemand die er altijd voor je is," zegt Elise en ik kijk naar de grond.

"Ik wil gewoon géén man meer in mijn leven. Nick heeft mij én Rosie laten vallen en dan zal de biologische vader dat ook doen," probeer ik hen te overtuigen, maar weet niet of het lukt.

"Jij hebt geen enkel vertrouwen meer in een man? Misschien was Nick wel echt een dick, maar zo zijn ze niet allemaal. Je moet niet altijd het slechtste zien in mensen en zeker niet in mensen die je niet kent." Zo ken ik Elise niet. De tranen wellen in mijn ogen op en sluit mijn ogen, zodat er per ongeluk een traan op de grond valt.

"Ik weet het niet meer, oké? Blij om dat te horen? Voor Rosie kan het misschien het beste zijn, maar voor mij niet! Ik háát het gevoel als ik alleen ben en niemand heb, maar vanaf dat Nick me alleen liet, heb ik het goed kunnen redden en dat moet ik gewoon weer oppakken. Misschien heb ik dan niet zoveel geld of een mooi huis, maar één ding dat ik zeker weet is dat ik van Rosie houd en haar nooit, maar dan ook nooit alleen laat."

Meerdere tranen lopen over mijn wangen naar beneden en ongelukkig kijk ik naar mijn handen. Niet veel later laat ik mijn hoofd in mijn handen vallen.

"Vera, sorry, zo bedoelde ik het echt niet. Ik liet mezelf gaan, ugh, zo wil ik niet tegen je doen." Elise slaat een arm om me heen en trekt me in een knuffel.

"Nee, het maakt niet uit." Ik kijk haar aan en ze veegt dan mijn tranen weg. "Je hebt gelijk dat ik slecht over mensen denk," mompel ik en dan geeft Elise me een kus op mijn voorhoofd. "Mag ik gaan slapen?" Vraag ik, terwijl ik haar met een kleine glimlach aankijk.
"Tuurlijk, welterusten."
"Welterusten." Ik ben écht uitgeput.

The Search || Niall HoranWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu