Nadat ik ervoor gekozen had gezond, maar met mate te eten werd er nóg minder op mij gelet dan normaal het geval. Niemand had zich ooit echt in mij geïnteresseerd. Litz misschien een beetje, maar veel verder dan het aanbieden van een appel kwam hij niet.
Ik deed nog meer work-outs dan eerst en merkte dat mijn spieren sterker werden. Ik hoopte dat mijn plan zou lukken, hoe klein de kans ook was.
Hoop is de basis voor moed. Eén van mijn docenten gebruikte die zin als lijfspreuk. Moed was één van de zes kernwaarden van onze school. Ik kende niemand die iets deed met de kernwaarden, maar het was een leuk idee geweest om waarden in te stellen in de plaats van regels. Het probleem dat onze school had met dit geweldige plan, was dat de directie van onze school de belangrijkste stap was vergeten: het doen verdwijnen van de regels.
Toch hadden de kernwaarden hun sporen achtergelaten in de hoofden van wat leerlingen. De meesten hadden zich er nooit mee bezig gehouden, en zouden ze niet eens kunnen opzeggen, maar soms, wanneer het erop aan kwam, konden we ze toch wel toepassen. Soms werd er inderdaad teruggegrepen naar de kernwaarden en werd er in liefde met elkaar omgegaan. Meestal niet, maar hoe kon dat ook van ons worden verwacht.
Sinds ik in het witte huis was, probeerde ik iedere dag één van de kernwaarden uit te dragen. Ik was vandaag voor de derde keer opnieuw begonnen. Op een dag dat de kernwaarde 'moed' aan de beurt zou zijn, zou ik mijn plan uitvoeren. Als ik tenminste inderdaad genoeg moed had. Dat viel nog te bezien.Ik liep langs de kamer van Litz, van wie de deur opeens met een grote zwaai openging. Ik werd naar binnen getrokken en Litz smeed me op zijn bed. Ik schrok, zo deed hij normaal nooit. 'Wat ben je van plan?' riep hij. Ik had kennelijk weer eens in mezelf gepraat. Hardop. Ik probeerde hem te kalmeren door er wat omheen te draaien en te zeggen dat ik wel vaker rare dingen zei, zonder er bij na te denken. Het was nog waar ook. Ik vroeg hem hoe hij zich voelde. Dat was zijn zwakke plek. Als je over hem zelf begon, vergat hij alles wat er was gebeurd. Hij kon uren over zichzelf praten. Over zijn belevenissen, gevoelens en herinneringen. Hij begon zijn verhaal en ik zat op zijn bed.
Voor me stond een spiegel. Ik keek mezelf aan en het viel me op hoe ziek ik eruit zag. Ik had bleke wangen en doffe ogen. De kleur, die ik nog geen drie weken geleden zo prachtig had gevonden, had een grijstint in zich gekregen, zo leek het. Zelfs in je ogen spreken je gevoelens zich uit. Mijn coach wist als geen ander dat dat zeker ook voor mij gold. De telefoon rinkelde, maar ik negeerde het. Ik bleef mezelf aanstaren en wilde dat ik stopte, maar het lukte niet. Ik wilde schreeuwen, maar er kwam geen geluid uit mijn mond. Slaan kon altijd nog. Mijn vuist kwam met een gigantische snelheid naar voren. De spiegel kletterde op de grond en Litz hield geschrokken zijn mond. Hij zei niets. Ik ook niet en ik hing de spiegel weer rustig terug op zijn plek. De telefoon rinkelde nog steeds en ik rende naar mijn kamer om op te pakken. Ik was te laat.
Litz kwam op het hoekje van mijn bureau zitten, zoals hij vaker deed. Hij keek me aan met zijn zeeblauwe ogen. Het viel me op dat in zijn ogen geen splintertje grijs te bekennen was. Had hij geen verdriet? Miste hij niemand, of had hij zelfs niemand om te missen? Misschien had hij deze situatie wél geaccepteerd en zou hij hier zijn hele leven blijven wonen. Ik kon me het bijna niet voorstellen.Litz had al die tijd niets gezegd. Hij keek me ook niet meer aan, hij keek naar buiten. Er was een specht te zien, die met zijn snavel eindeloos geduldig bleef tikken, tot hij een gaatje in de boom gemaakt zou hebben en hij voedsel zou kunnen vinden. Als Litz opzij keek was hij nog knapper dan altijd. Hij had een prachtige strakke kaaklijn en zijn huid was een beetje gebruind. Ik wist niet hoe hij dat deed, want we mochten niet naar buiten. Hij mocht alleen af en toe de boodschappen doen. Misschien zat het in zijn genen.
Ik keek nog steeds naar hem, en voelde dat ik langzaam rood begon te worden. Werd ik nu verliefd? Dat kon toch niet! Dan zou ik moeten blijven, of Litz moeten meenemen. Samen vluchten is veel gevaarlijker dan alleen. De tranen sprongen in mijn ogen en ik baalde daar direct van, want op dat moment keek Litz om. Hij liep zachtjes weg en liet mij huilen op de rand van mijn bed.Na vijf minuten waren mijn tranen op. Ik dacht terug aan de spiegel, in de kamer van Litz, die na mijn klap niet kapot gegaan was, hoewel ik veel sterker geworden was. Het geluk van de scherven was voor mij niet weggelegd.
Morgen zou alles beter zijn.

JE LEEST
Morgen
Teen FictionJe denkt dat het alleen jouw overkomt. Je denkt dat er nooit eerder iemand is geweest en dat er niemand na je zal komen die hetzelfde zal meemaken. Dat is niet zo. Het is eerder gebeurt. Ik heb het allemaal al meegemaakt. - Na vijf minuten keek ik n...