Deel 1

463 23 18
                                    

'Ik heb hem! Kom we gaan,' roept een lange breedgebouwde man van links. Terwijl een groep gasten met bivakmutsen op langzaam hun pistolen laten zakken roept hij dat hij de chip heeft. Evert -die bewusteloos is- geeft geen kik, terwijl Bram bezorgd kijkt, denkend aan de chip die Liselotte bij zich had. De gure wind blaast door de bossen, wat een onaangenaam geluid veroorzaakt. De mannen knikken een paar keer naar elkaar en verlaten het grasveld stilletjes. Ze laten Evert en Bram alleen.

'Klootzakken!' Bram zucht, wrijfend over zijn been. 'Evert. Aah kut... Evert,' kucht hij. Hij tijgert naar hem toe en legt een hand op zijn rug. Evert lijkt langzaam bij te komen. 'Fuck mijn been,' zegt Bram gefrustreerd, terwijl Evert zuchtend wakker word. Bram wrijft over zijn rug en geeft hem een man-hug. Dan draait hij zich op zijn rug en en spreidt zijn armen.


De mannen gaan ervandoor en komen aan op het terrein dat ongeveer 500 meter verderop ligt. Het stroomt al snel vol met mensen en voertuigen. 'Handen omhoog!' schreeuwen de agenten. De mannen met bivakmutsen gooien hun handen de lucht in en laten hun wapens vallen. Ze worden omsingeld en al snel in de boeien geslagen. De lichten verspreiden zich over het terrein voor de camping waar het team zich verstopte. In een mum van tijd staan er meer dan zes auto's en busjes voor de bende en worden ze gearresteerd. 

De man met de chip kijkt vanuit achter een auto toe hoe zijn maten worden opgepakt. Hij duwt het plastic zakje met de kleine groene chip erin in zijn broekzak en gaat ervandoor. 


'Fenna. Waar zijn jullie?' mompelt Evert door de telefoon, na dat hij haar nummer had ingetoetst. Hij wacht gespannen af. Ondertussen komen Menno en Liselotte aangerend. Bram lijkt erg opgelucht dat Liselotte oké is. 'Jezus, jongens,' zegt Menno bezorgd, terwijl Liselotte gespannen zucht. Menno knielt bij Bram neer en bekijkt de wond die aardig bloedt. 'Kijk uit, mijn been,' kreunt Bram, terwijl hij zich achterover laten vallen waardoor zijn hoofd op het gras kan leunen. Menno haalt zijn mobiel tevoorschijn en belt de alarmcentrale. 'Godzijdank, Fenna en mijn dochters zijn oké,' zegt Evert opgelucht. Hij legt zijn telefoon naast zich neer en legt zijn hand op zijn hoofd. Hij veegt door zijn ogen. 'Oké, goedzo. Gaat het?' vraagt Liselotte, die bij hem gaat zitten. Ze pakt hem bij zijn middel en wrijft. Weer kreunt Evert. 'Ja, pijn aan mijn kop.' Liselotte -die ook een klap met een wapen had gekregen- heeft ook last van haar hoofd, maar laat daar niks van merken. Ze zorgt op dit moment liever voor de mannen.

"Carla, met mij," zegt Liselotte luid door haar telefoon. Een klein gemompel aan de andere kant van de lijn. "Er is een schietpartij geweest. Bram is in zijn been geraakt," zegt ze, kijkend naar de gewonde Bram. Een korte zucht. "En we zijn de chip kwijt," zucht ze teleurgesteld. Ze kijkt neer, peinzend over dat het haar schuld is. Ze wrijft over haar voorhoofd waar de man haar had geslagen met het pistool. Liselotte kijkt bezorgd om zich heen, terwijl ze Carla aan de lijn houdt. Opeens worden hun blanke gezichten verlicht door fel wit licht. Een heel AT komt het grasveld voor het bos oplopen. Ze roepen onverstaanbare dingen en houden het team onder schot. Liselotte heeft nog steeds de telefoon in haar tengere linkerhand.

"Carla we..." probeert ze uit te brengen door het geschreeuw door. "Carla we worden gearresteerd," zegt Liselotte terwijl ze worden omringd door agenten. Ze slikt ongemakkelijk en blijft proberen iets te zeggen tegen Carla, maar tevergeefs. Door het lawaai van de arrestatie krijgt Liselotte niks meer mee van wat er door haar mobieltje wordt gezegd. "Carla?" probeert ze nog een keer, voordat ze de telefoon moet opleggen omdat ze wordt geboeid.


De telefoon wordt opgelegd.

'Wat is er?' vraagt een iets molligere vrouw genaamd Maria Wassinq, staatssecetaris. De roodharige dame kijkt Carla verward aan. 'Mijn teamleden worden op dit moment aangehouden door een AT,' brengt ze moeizaam uit. 'In opdracht van wie?' vraagt ze. Ik denk in opdracht van de AIVD, het kan bijna niet anders,' zegt de blonde Carla. Maria ijsbeert. Ze heeft een net jasje aan met daaronder een zwarte kokerrok. Haar haar is netjes opgestoken. Ze kijkt Carla weer aan.

'En u heeft me zojuist verteld dat de AIVD helemaal niet op de hoogte is van dit alles. Hoe konden ze dan weten waar uw team zich bevond?' vraagt Maria. 'Weet ik ook niet. Maar belangrijker op dit moment, er is een schietpartij geweest. Ze zijn de chip kwijtgeraakt,' zegt ze streng, terwijl ze haar katoenen broek glad strijkt. 'Mijn hemel...' zegt Maria oprecht bezorgd. 'Ik moet naar ze toe!' zegt Carla vastbesloten. 

'Mevrouw Vreeswijk.' Carla kijkt op. 'Ik vind het vervelend om dit op dit moment te zeggen, maar het wordt nu steeds moeilijker om u en uw team de hand boven het hoofd te houden.' Carla peinst. 'Ookal dient u uw ontslag in, uw team heeft clandestien gehandeld en is de chip kwijtgeraakt. Er is teveel gebeurd om dit te laten passeren,' zegt Maria kalmpjes. 'Geef me nog even de tijd. Ik moet van mijn mensen horen wat er nou precies gebeurd is, en overleggen wat we nog verder kunnen doen. Dit is een crisissituatie. Het is essentieel dat we onze informatie naast die van de AIVD kunnen leggen,' zegt Carla snel, maar duidelijk.

'Goed,' zegt Maria. 'Ik zal Willem Broekhoven opdracht geven om met u samen te werken, maar als hij dan al voorbij is, ja...' Ze schraapt haar keel. 'Het is inmiddels wel duidelijk dat we niet meer weten wie we wel en niet kunnen vertrouwen.' Ze loopt naar de hoek van de woonkamer, waar een kluisdeur uit de muur steekt. Ze tikt een viercijferige code in en draait aan het kleine zilveren hendeltje. Het deurtje van ongeveer 15 bij 20 centimeter gaat open. Maria haalt er een witte nokia-telefoon uit en sluit het kluisje weer.

'Dit is een beveiligde lijn. Mijn nummer staat erin,' zegt ze terwijl ze Carla de telefoon overhandigt. 'Ik wil dat u me persoonlijk op de hoogte brengt, en als u weer in bezit bent van de chip dan brengt u die direct naar mij, beschouw dat als een opdracht,' zegt ze regelrecht. Carla knikt braaf. 'Goed, dat is duidelijk. En wat gaat er nu gebeuren met Joost van Kemenaren?' vraagt Carla nieuwsgierig. Ze heeft haar jasje al over haar onderarm geslagen, klaar om te vertrekken. 'Als ik uw verhaal zo beluister, dan heeft hij heel wat uit te leggen.' Ze knikt bedenkend. 'Ik pak dat verder op. En gaat u nu snel naar uw team.'

'Hartelijk dank!' zegt Carla. Ze glimlacht en gaat de hoek om.







Ik hoop dat jullie het tot nu toe leuk vinden, ik zal snel weer een nieuw stuk publiceren!😊❤

Tips & Tops zijn altijd welkom!

Moordvrouw: Blinde vlekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu