Spørre

18 2 2
                                    

Spørre=vragen :)
~
Alexia
Mijn benen bewegen uit zichzelf. Geschrokken flitsen mijn ogen alle kanten op, ze zien niets. 'Alexia, sta stil.' zegt Dean. Zijn spanning is te ruiken. Het frusteert me. 'Dean... Kan. Het. Niet.' Mijn mond openen doet pijn. Het vergt ontzettend veel kracht. Ik stap een drempel over, en de geuren van bos overspoelen me. 'Wat bedoel je?' Dean loopt me met een klein drafje achterna. Weer wil ik mijn mond openen, maar iets houdt me tegen. Ik zwijg en loop door. De geur van een boom bekruipt me. Ik sta stil, voor de boom. Het lijkt wel alsof er iets is dat me tegen houdt. Iets wat ik niet kan besturen. 'Alexia?' Deze keer is het de stem van Raphael. Ik wil me omdraaien. Ik wil zeggen dat het allemaal prima is. Maar het kan niet. Mijn rechterhand begint iets in de boom te krassen. Ik weet niet hoe, maar het lukt om lijntjes te maken in het harde schors. Na een tijd krassen stap ik achteruit.

Gwen

Er staat Gwen. Ik weet niet hoe ik dat weet, maar mijn vingers voelen over de ondiepe krassen die ik met mijn eigen nagels heb gemaakt, het spelt Gwen. Ik zucht en lijk mezelf weer kunnen besturen. De anderen lijken het woord niet te lezen, en ik besluit om het zo te houden. Dean en Raphael staan achter me, allebei geschrokken. Ik knipper. Er is iets. Ik kan het niet plaatsbrengen en even lijkt dat gevoel te blijven.

Ik zie ze.
Ik zie Dean en Raphael achter me staan.

'Dean. Raphael.' Ik klink geschrokken. 'Wat-' begint Raphael, maar zijn stem stokt. 'De sneeën in je ogen zijn weg.' mompelt Dean verbaasd. 'Ik zie jullie!' zeg ik blij. Ik spring op en neer van blijdschap. 'Ik ben niet meer blind!' Dean glimlacht even, maar Raphael fronst. 'Hoe?' zegt Raphael. 'Daar hebben we het later wel over.' zeg ik. María komt aangelopen en schenkt me een verbaasde blik. 'Ik kan weer zien!' zeg ik. María fronst ook maar trekt me toch in een blije knuffel. 'Lex, we hebben iemand voor je.' zegt ze. Ik trek me verbaasd los uit de omhelzing. Mijn reukzin is niet minder geworden nu ik niet meer blind ben. María ruikt verdrietig. Achter haar staat iemand. María stapt weg en meteen beginnen mijn longen naar adem te zoeken. Alsof het er zomaar uit is geslagen. Degene die achter haar staat is Gabriella. Gabriella, mijn stiefzusje. Ze ruikt bang, maar als ze mij ziet is het meer een lichte verbaasdheid.

Ik ga voor haar op mijn hurken zitten, zodat we op de zelfde ooghoogte zitten. 'Hoe kom je hier?' zeg ik verbaasd. 'Eh, weet ik niet. Ik werd hier wakker in het bos en rook andere weerwolven!' zegt ze blij. 'Wie zijn dat?' zegt ze, wijzend naar Dean, Raphael en María. Ik pak haar vast en laat haar in mijn armen zitten, zodat ze de anderen goed kan zien. Met één hand wijs ik naar Dean. 'Dat is Dean.' zeg ik. 'Hij is een Jeger, heeft papa je daar ooit over verteld?' Gabriella knikt bang. 'Hij gaat je niet vermoorden, hoor. Hij is hier al een tijdje.' zegt María geruststellend. 'Papa zei altijd dat ze onze soort vermoordden.' zegt Gabriella. 'Deze niet.' sus ik haar. Gabriella schenkt Dean even een vijandige blik en wijst dan naar Raphael. 'En hij?' vraagt ze zich af. 'Dat is Raphael, de Alfa van deze roedel. Hij is ook aardig.' zeg ik. Gabriella glimlacht even naar Raphael en Dean mompelt iets wat lijkt op "vooroordelende kinderen". 'En wie is zij?' zegt ze wijzend naar María. 'Dat is María, een mens.' zeg ik. Gabriella glimlacht ook even naar María en kijkt dan om zich heen. 'Wat is er met je ogen gebeurd? Ze waren toch altijd blauw?' zegt ze met een verbaasde blik op mijn ogen. Ik werp een blik op Dean, die nu ook verbaasd naar mijn ogen kijkt. 'Ze zijn bruin.' constateert María. 'Alsof ze vervangen zijn, of zoiets.' zegt Dean. 'Jaja, oké.' mompel ik. Genoeg rare dingen voor vandaag. 'Ik ga Gabriella rondleiden.' En daarme loop ik weg van het trio, die ik verbaasd achterlaat.

Gariella is een slim meisje, ze laat niet zomaar iets gaan en leert snel. Ookal is ze nog jong: zeven jaar. 'Wat is er gebeurd in de laatste week?' zegt ze, als ik haar op het bed van het kamertje neerzet. Daar gaat ze zitten, met haar zachtblauwe jurkje en haar donkerbruine haar in een vlecht. Haar bruine ogen kijken nieuwsgierig naar mij. Het kamertje was precies zoals ik me had voorgesteld. Zelfs de beige muren had ik goed. 'Nou, het blijkt dat ik niet alleen een weerwolf ben.' zeg ik, terwijl ik naast haar op het bed neerplof. Ik kan het gevoel dat er iets mis is maar niet wegkrijgen. Ik besluit het te negeren. 'Ik ben ook nog een vampier.' zeg ik. Gabriella's wenkbrauwen schieten omhoog. 'En ik ben ook nog een heks, maar dat is nog niet helemaal zeker.' vervolg ik. Het klinkt allemaal zo debiel. 'Wat?' Gabriella begint te giechelen. 'Ik ben serieus, Gabriella.' zeg ik kalm. Gabriella giechelt nog steeds. 'Heb je het dan echt niet door?' zegt ze. Een springerige, stinkende geur vult de kamer. 'Wat heb ik niet door?' Angst bekruipt me. Er is iets mis.

Alone. (ON HOLD)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu