De volgende morgen ben ik wel voor de zon wakker. Ik pak mijn rugtas en stop daar mijn andere paar kleren in (die ik gister naar beneden had gehaald), de overige verband spullen, mijn moeders haarborstel en nog wat toiletspullen. Dan loop ik de kamer van mijn broertje in, daar is hij niet. Hij is vast bij Julius. Ik doe ook zijn kleren in mijn rugtas. Dan loop ik naar mijn kamer. In mijn kamer zijn zoals ik al had verwacht mijn broertje en Julius druk in gesprek. Ik gooi de tas naar Jaden toe en hij vangt hem op.
'Pak je spullen, ik heb je kleren er al in gedaan.'
Glimlachend kijkt Jaden me aan. En dan stuift hij de kamer uit om zijn spullen te pakken.
'Ik ga zo brood en sla halen, wilt u dan op mijn kleine broertje letten?'
'Ja natuurlijk en Alice je hebt de goede keuze gemaakt.'
Hij kijkt me vriendelijk en oprecht aan. Ik glimlach naar hem en ga naar beneden. Ik trek mijn leren jack aan en pak de helft van mijn vangst dan loop ik naar buiten. Ik pak Harry en begin te rijden. De tocht naar de familie Joretan (de niet zo rijke familie) duurt ongeveer 10 minuten en als ik daar aankom staat mevrouw Joretan buiten de was op te vouwen.
'Ahh, je bent er weer.' Roept ze naar mij.
'Ja en ik heb best een goede vangst.'
Dat zijn onze vaste en enigste 2 zinnen. Ik geef haar mijn vangst en ze roept naar binnen. 'Johan kom het eten eens brengen!'
Johan Joretan is de enigste en de aardigste jongen buiten mijn broertje om, die ik ken daarom was ik vroeger altijd verliefd op hem. Maar ik heb mezelf verboden verliefd te zijn. In mijn ogen maakt je dat alleen maar zwakker. Johan heeft kort bruin haar en chocolade bruine ogen. Hij komt het huis uit met de zak waar het brood en de sla in zitten. Ineens schiet het door mijn hoofd dat ik hen waarschijnlijk niet meer zal zien. Ik pak de zak aan en knik. Ik durf niet te zeggen dat ik volgende week niet kom. Dus ik zeg niks en stap op Harry, ik kijk nog even achterom maar ze zijn het huis al in verdwenen. In galop rij ik weer terug. Thuis aangekomen hangt de zon hoog aan de lucht en hoor ik praten in het huis. Als ik binnen kom zitten Julius en Jaden tegen over elkaar in een diep gesprek beiden merken ze niet dat ik binnen kom. Julius is bezig uit te leggen hoe het eten systeem werkt bij de rebellen.
'We krijgen s'ochtends, s'middags en s'avonds eten.'
'Ook s'middags?' Vraagt Jaden gretig.
Julius knikt. Ik schraap mijn keel om te laten weten dat ik er ben. Ze draaien allebei hun hoofden naar mij toe.
Dan springt Jaden op en zegt 'Hoor je dat Alice, we krijgen zelfs s'middags eten!'
Hij is zo vrolijk dat ik moet lachen. En geloof me maar als ik zeg dat ik bijna nooit hardop lach. En door mijn gelach word Jaden nog vrolijker.
Julius glimlacht ook en zegt dan 'Ik ga boven even mijn horloge halen.'
In zijn eentje loopt hij de trap op. En ik stop de laatste spullen en eten in de tas. Dan hoor ik gebons op de deur.
Dat zullen Julius vrienden wel zijn. Ik zeg met een blikt tegen Jaden dat hij achter in de kamer moet gaan staan. Weer gebons.
'We weten dat er iemand thuis is!' Hoor ik iemand buiten roepen.
Het is een man zeker weten alleen kan ik niet inschatten hoe oud hij is. Ik loop naar de deur en trek hem open. Buiten staat een groepje jongens, van 6 personen. De voorste heeft raven zwart haar en diepe donker blauwe ogen. Ik zie een blik van herkenning over zijn gezicht schieten maar zo snel dat ik er niet zeker van ben. Voordat ik hem en de rest beter kan bekijken schreeuwt hij 'Pak haar.'
JE LEEST
Dark light
Science FictionWat doe je als je ouders zijn vermoord en jij zelf in een wereld leeft waar veel mensen op hun 17 worden vermoord. En jij bent bijna 17. Ook heb je nog een broertje waar je op moet letten. Dan komt er ook nog eens een man bij je die zegt dat hij van...