Dark light

Hoofdstuk 5

Opgegeven moment hoor ik iets kraken aan de rechter kant. Direct pak ik een mes in mijn rechterhand. Ik zie dat de jongens zich ook aanspannen. Dan komt er een jongen uit de bosjes met blond stekeltjes haar en blauwe ogen. Als de jongens hem zien ontspannen ze. 'Hè Per, hoe is het?' Roept Stijn. 

Per wat een rare naam. Dacht ik bij mezelf.

'Per dit is Alice, Alice dit is Per. Hij is de stalknecht en hij gaat je paard daar verzorgen. Oo en Per ik zou maar goed voor haar paard zorgen want ze word waarschijnlijk een van je leraren.' Per kijkt me verbaast aan. Ik word een beetje rood. Dan richt Per zijn aandacht op Julius. 

'U bent weer terug!' Roept hij vrolijk. 

'Ja maar mogen we er door ik moet nodig zitten.'

'Natuurlijk. En Alice jij kan je paard bij de stallen neer zetten. Over een uur ben ik klaar en dan zal ik hem verzorgen. Heeft hij ook een naam?'

'Ja hij heet Harry en ik ben Jaden.' Zegt Jaden die net wakker is geworden. 

'Hallo Jaden ik zal goed voor Harry zorgen.'

'We gaan, mijn Opa moet nu gaan zitten. Er is geen tijd voor gezellig gepraat.' Komt Daniël er tussen.

'Ja natuurlijk.' Antwoord Per.

We lopen nog een stukje verder en na 10 minuten kom ik op een open plek. Wat ik daar zie had ik zeker niet verwacht. Het is een open plek van zo ongeveer 600 bij 600 meter. Aan de linkerkant staan allemaal tenten op gesteld met in het midden een grote tent en aan de rechter kant is plek om te trainen, ik zie ook de stallen staan het is een grote open tent waar een paar paarden staan er zijn in het in het midden 6 tenten waarvan ik denk dat het de school moet voorstellen en er is een kampvuur plek waar tafels en houten banken omheen staan. Het is zo groot. Maar waar ik me nog het meest om verbaas is de enorme grote massa mensen die er lopen. Als ik moest kiezen 300 man. Jong en oud. Verbaast kijken Jaden en ik onze ogen uit.

'Apart hè.' Lacht Drake. 

'Het is zo groot.' Zeg ik.

'Stijn en Drake jullie helpen Alice en Jaden. Alex jij gaat met mij mee en Josh en Stan ga een opdracht halen bij Lucas.' Zegt Daniël dan. 

Ik kijk naar hem en krijg direct een raar tintelend gevoel in mijn buik. Snel druk ik dat gevoel weg. 

'Kom we gaan.' Zegt Stijn. We lopen nu richting de tenten. 

'Wie is Lucas?' Vraag ik.

'Hij is de leider van deze hele groep en hij deelt samen met Julius de taken uit. Je kan hem meestal in die grote tent daar vinden.' Antwoord Stijn. Ik knik simpel weg. We lopen nu tussen de tenten door soms stopt er iemand met werken om naar mijn broertje en mij te kijken. Ik merk het nauwelijks want ik ben druk bezig overal om me heen te kijken. Ik zie Drake grinniken om mijn uitdrukking. En rol met mijn ogen we komen helemaal achterin aan. 

'Dit is jullie tent.' Zegt Drake wijzend naar de achterste tent bij de rand van het bos, daar ben ik blij om.

Ik stap van Harry af en til Jaden er ook van af. 

'Jaden ga jij maar al vast kijken.' en ik geef hem mijn spullen.

Jaden sprint de tent in en ik draai me om naar de 2 jongens.

'Dank jullie wel.'

'Graag gedaan en morgen komt er iemand jullie om 7:15 uur ophalen om jullie een rond leiding te geven, en maak je geen zorgen dat je je verslaapt. Ik slaap hier 10 tenten vandaan dus als je me nodig hebt geef je maar een gil. En ik neem je paard mee.' Antwoord Drake met een knipoog. Ik geef hem een glimlach als dank teken. Dan lopen ze samen met Harry weg. Dan ga ik de tent binnen. En zie 2 matrassen op de grond liggen met dekens. Het is niet veel maar ik hen er blij mee. Jaden heeft mijn spullen al op het linker bed gelegd en zit zelf op het rechter bed. Als ik naar Jaden kijk zit hij te geeuwen. Dan bedenk ik me pas dat de zon al aan het ondergaan is ik geef hem een stuk brood.

'Hier eet maar op.'

Hij pakt het aan en begint er op te knabbelen. Zelf pak ik ook een stukje. En als het op is gaat Jaden in bed liggen en ik kom erbij zitten en aai hem over zijn bolletje.

'Alice wil je alsjeblieft een liedje zingen?

Ik heb niet meer gezongen sinds mijn ouders dood zijn gegaan en Jaden heeft me er nooit om gevraagd. Daarom ben ik nu ook zo verbaast.

'Alstjeblieft.' Smeekt Jaden.

Met een zucht geef ik toe. Zachtjes begin ik het slaapliedje van mijn vader te zingen. Aan het eind van het liedje rollen de tranen over mijn wangen. Maar Jaden is gelukkig wel in slaap gevallen. Ik veeg de tranen van mijn wangen af. Ik moet sterk blijven. Dan ga in bed liggen. Al snel val ik in slaap.