Hoofdstuk 11

102 7 5
                                    

Met een glazige blik kijk ik naar de mooi aangeklede tafel. Gisteren stonden mijn ouders daar, gaat er door mijn hoofd heen. Meteen wend ik mijn hoofd van de tafel af en staar ik naar de hoofdingang. Daar zouden dadelijk de ouders van Tom doorheen lopen. Erick en Jan staan naast mij en ik voel Jans blik op mij branden. Niemand durft de gebeurtenis met mijn ouders van gisteren op te halen. Ze zijn bang voor de gevolgen die dat gesprek gaat hebben. Het is maar goed ook, want ik ben niet in staat om er over te praten.

Ongeduldig kijk ik naar de klok, die dicht bij de ingang hangt. Al een half uur is verstreken sinds we hier aankwamen, maar de ouders van Tom en zijn mentor zijn nergens te bekennen. Al even geleden is de laatste les voor de meeste leerlingen afgelopen. Nog maar een paar klassen hebben op dit tijdstip les.

Een geërgerde zucht verlaat mijn mond. Daarna kijk ik de mannen naast mij aan. Jan kijkt mij met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Weten jullie zeker dat jullie die afspraak goed hebben meegekregen? Ik bedoel, die mentor is nog niet eens hier," mopper ik.

"Ik weet het zeker, Olivia. Ik heb over de schouder van die mentor haar de tijd van het gesprek op zien schrijven," verdedigt Jan zichzelf en Erick. Zijn woorden klinken voorzichtig, maar wel streng. Ik krijg het gevoel dat ik mijn mond voor nu maar eens moet gaan houden. Langzaam draai ik mijn hoofd weer in de richting van de hoofdingang.

Na een paar minuten zien we daar een vrouw doorheen lopen. Ongemakkelijk kijkt ze om zich heen. Haar donkerbruine haren zijn strak naar achter gekamd en zitten vastgebonden in een staart. Naast mij hoor ik Erick ineens zijn adem inhouden. Iets wat erg zeldzaam is, want als geest is hij erachter gekomen dat je helemaal niet hoeft te ademen. Toch nam hij een teug lucht en houdt hij die nu gevangen in zijn longen. Een teken dat hij enorm geschrokken is door de vrouw, die net door de hoofdingang de school binnen is gelopen.

Met een frons kijk ik naar Erick en daarna weer terug naar de vrouw. "Dat is Jodie," hakkelt Erick. Met grote ogen kijk ik hem abrupt aan. "Ik weet het zeker," voegt hij er geschrokken aan toe.

Een beetje nieuwsgierig kijk ik naar de vrouw. Ze lijkt zo normaal voor een seriemoordenaar met psychopathische gedachtes. Van achter ons komt Tom aangesneld. Met een kleine lach pakt hij Jodies hand vast. "Kom mam, het lokaal is daar," zegt Tom. Woede borrelt in mij op bij de gedachte dat ze mij heeft vermoord, omdat hij gepest wordt door iemand die ik niet eens ken.

Jodie loopt met een kleine lach achter haar zoon aan als hij haar meetrekt naar het lokaal van zijn mentor. Met mijn haat voor deze vrouw kijk ik de twee mensen na. Daarna besef ik me dat Jodie de moeder van degene, die gepest wordt, is en er dus een goed verband tussen mijn moord en de moorden van de andere geesten is.

Als een bezetene begin ik naar het binnenplein te rennen, waar Vanessa en Fleur op mijn zouden wachten. Jan en Erick laat ik, zonder nog iets te zeggen, achter. Hopelijk zullen zij naar het gesprek tussen Jodie, Tom en Toms mentor gaan luisteren. Ergens verwacht ik dat wel van hun, maar ik heb op dit moment andere dingen aan mijn hoofd, die ons verder kunnen helpen.

De woede voor Jodie druk ik, tijdens het rennen, weg. Hier heb ik op dit moment gewoon geen tijd voor. Fleur moet dit te weten komen en daarna de volgende stap in mijn flexibele plan maken. Niemand anders zal die stap kunnen voltooien, behalve Erick misschien, maar een mens zal dit sneller kunnen dan een geest.

Op het binnenplein aangekomen, stap ik vastberaden op Fleur en Vanessa af. "Raad eens wie de moeder van Tom is." Vanessa kijkt mij aan en schudt haar hoofd als teken dat ze geen idee heeft. "Jodie is de moeder van Tom. Er was trouwens geen vader bij," fluister ik zodat Fleur het ook kan horen. Fleurs adem stokt in haar keel als ze hoort wat ik vertel.

Door Haar Ogen (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu