Geschreven aan de hand van het lied: Saturday Night ~Herman Brood
Het fel knipperende "Open all night," neonlicht flikkerde in de weerspiegeling van zijn grijze ogen. Zilverkleurige irissen die vol smart afwachtten naar dat ene moment, dat ene opwindende moment aan het eind van haast elke zaterdagnacht voor de club 'Aldemonis' in Londen. Heel de week had hij uitgekeken naar vandaag. Met argusogen volgde hij vanuit de donkere schaduwen elke beweging in het steegje naast de club. Er was nog niet veel te zien, niet meer dan een groepje ladderzatte mannen in versleten kleding, high van de drugs. Een aantal dronken meisjes die giechelend de club uit wankelden op hun torenhoge hakken over de vieze met kauwgom beplakte stenen, hun te kleine jurkjes omhooggetrokken, hun voorgevels uitpuilend. Hij rilde, meer bij het aanzicht dan van de kou, en trok nog verder terug, de schaduw in. Hij zou geduld hebben, hij had al een hele week gewacht, een extra uurtje was geen probleem.
Langzaam kwam de zon op, en steeds meer mensen verlieten de club, struikelend, kruipend over de grond, of kronkelend in allerlei richtingen. Allemaal hadden ze een ding gemeen: ze waren verschrikkelijk dronken. Dat is niet waarvoor hij kwam! De zon zou nog lang niet boven de gebouwen uitkomen, maar de hemel werd al verlicht door de eerste stralen, liet de doffe stenen van de club zien, de vieze voorgevel, de smerige steegjes vol afval.
Hij grijnsde toen hij hen zag, zijn entertainment, zij die zijn ziel oplichtten en hem een kick gaven waar hij weer een week van kon leven. Zijn handen ineenslaand keek hij verrukt naar wat er zou komen over een niet al te lange tijd. Hij kende hun patroon, wist precies waar ze de volgende keer toe zouden slaan. En hij zorgde er altijd voor dat hij er was, ruim op tijd, zodat hij er uitgebreid van kon genieten.
De mannen gingen in een groepje aan de rand van zijn steegje staan, waardoor hij, in tegenstelling tot normaal, delen van hun gesprekken op kon vangen.
"Welke...?"
"Zwart een-nul-vier... schulden..."
Hij hoorde hen mompelen en was helemaal geïntrigeerd door hun aanwezigheid in zijn buurt. Zij merkten hem echter niet op toen hij langzaam een stapje dichterbij zette om alles beter te kunnen aanschouwen.
Het duurde niet lang voordat er een dikke man in een net pak voorbij kwam lopen, gouden oorringen flikkerden in het neonlicht van de nachtclub die nog steeds open was. Met een dubbele tong vroeg hij luid wat ze aan het doen waren, wat ze nodig hadden, terwijl hij met zijn vette worstvinger wees naar de overkant van de vieze straat, waar een jongen van zijn leeftijd op een leeg kratje bier zat, zijn haren vies en door de war, zijn spijkerbroek versleten en vol gaten. Zijn vest was goor, besmeurd met bloed en alcohol. Met een afwezige blik keek hij voor zich uit, een lege fles whisky in zijn handen.
"Wat bedoelde izzie niks an't doen?" zei de man luid, die begon met het verheffen van zijn stem. Waggelend kwam hij dichterbij, vetrollen wiebelden mee. "Ie zit doar moar gewon! Ie kiekt me an! Zit d'r moar te zitten as unne wijze snotjong!"
Zijn grijns werd alsmaar groter toen hij vanuit de schaduw zag dat de mannen geïrriteerd begonnen te raken. Was dit dan het moment? Het moment voor zijn ultieme entertainment?
Ja, het kon niet anders.
De leider van de bende waar hij al een tijdlang naar zat te kijken, kreeg een duivelse glimlach op zijn gezicht toen het hem duidelijk werd wie de man was. Een enkele gouden tand werd zichtbaar toen hij zijn met tattoos bedekte armen en nek kraakte en gewoon glimlachte. De glimlach was niet gemeend, maar ook niet nep. Het was gewoon een zelfvoldane, arrogante, geweldig gemene glimlach met blikkerende gouden kiezen. De dikke man in het pak leek niets door te hebben van de recente ontwikkelingen, maar hij, de jongen die zich nog altijd verborg in de schaduwen, keek vol vreugde toe, zijn ogen schitterend van afwachting.
Vanuit het niets werd de dikke man het steegje ingetrokken, de groep ruige mannen trokken hem mee, een hand om zijn mond slaand zodat hij geen geluid kon maken.
Vlak langs zijn schuilplaats in de schemerachtige schaduw kwamen ze, hun kale hoofden vol inkt, hun gepiercete wenkbrauwen en oren vol glimmend goud en zilver.
De man stribbelde maar amper tegen toen zij hem meesleurden, uit het zicht van de dronkenlappen en zwervers aan de overkant van de straat, maar beter in zijn eigen blikveld.
Nu zou zijn favoriete deel komen.
De leider van de bende "El Ijucawai" zoals hij ook wel werd genoemd, kwam in stilte, nog altijd die glimlach op zijn lippen, zijn zwarte ogen glimmend als gepoetst metaal. Hij draaide met gemak een scherp mes in zijn rechterhand rond, zijn blik slechts gericht op de dikke man die hem met ogen vol van pure doodsangst aankeek. Hij wurmde in het rond, maar tevergeefs.
Verscholen in de schaduwen klapte hij bijna in zijn handen van verrukking. Het ging gebeuren, nu. Het moment waar hij al de hele week naar uitkeek.
Met een enkele beweging sneed El Ijucawai de keel van de zatte man door. Hij sputterde even, maar zijn gekronkel en gemurmel waren maar van korte duur. Binnen enkele seconden zakte hij helemaal in elkaar, geen enkele vorm van weerstand meer gevend terwijl de rode vloeistof uit zijn nek stroomde in golven.
Geruisloos snoof hij die heerlijke ijzerachtige geur op, de zoete smaak van het bloed bijna proevend. Hij kon alleen maar naar het vers geproduceerde lijk kijken, die nu vlug in een zwarte zak werd gerold, waarna deze door twee bendeleden werd opgepakt en werd meegenomen, een busje in aan het eind van de straat.
Terwijl de kale mannen zich snel uit de voeten maakten, genoot hijzelf nog even na van deze schitterende moord. Het was weer perfect georganiseerd, zoals altijd. Het was vlug, net, maar gruwelijk. Heerlijk.
Hij zou moeten wachten tot de volgende zaterdagnacht voor een nieuw spektakel.
Oh, hij kon echt niet wachten.
Zaterdagnacht.
JE LEEST
Korte verhalen
Short StoryEnkele korte verhalen, ze lopen los van elkaar... Enjoy! x Cover gemaakt door @bbluememory