Mijn storm

102 8 2
                                    

Je was als een storm, als een wilde raas
van regen en wind, krachtig maar gehaas-
t. Ik, schichtig, door jouw licht geraakt, verbaas
me van je stilte voor je storm.

Voordat de regen als tranen uit de lucht komt.
Wanneer mijn adem mijn stem stomt.
Voor de denderende woordenstroom de donder overstemt.
Wanneer een donkere wolk de troostende zon dempt.

Zo snel als die storm op kwam zetten,
was zij alweer uitgesproken, volledig tot rust gekomen,
in het blauw opengebroken, om rustig verder te dromen.

Uitbetoogd, uitgedroogd, niet uit het oog.
We mogen, gedoogd, terug naar boven,
om weer op onze woorden te letten.

33- Kinderlijke VolwassenheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu