/Buitengesloten\

317 21 14
                                    

Ik opende mijn ogen. 

Waar was ik?

Een pijnscheut schoot door mijn hoofd. Ik ging met mijn handen naar mijn hoofd en kreunde zacht. 

'Scarlett!' zei iemand. Ik keek op en zag Sirius zitten. 

Een gevoel van schuld raakte me in mijn borst. Ik had hem bijna vermoord. 

Wacht wat? 

Ik had geen schuldgevoel voor bloedverraders! 

Ik kon geen geluid maken. Ik had teveel pijn. Me verzetten tegen mijn vader was niet heel slim geweest. Op dat moment kwam madam Pomfrey binnen. 'Gaat het?' vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd, nog steeds niet in staat om te praten. Ze schonk me een meelevende blik. 'Ik ga iets halen tegen de pijn, wacht maar' zei ze. Ik knikte. Even later was ze terug met een middeltje. Ik dronk het in een keer op, de smaak negerend. Sirius keek er met walging naar. Ik grinnikte zacht. 'Ik ga er niet dood van hoor, hoewel, ik denk niet dat jij dat zo erg zou vinden' zei ik, ik slaakte een zucht en ging weer liggen. Naar boven starend. 

Sirius was even stil. 'Ik beschuldig je nergens van als je me de waarheid verteld' zei hij. Ik zuchtte. 'De waarheid is dat ik je bijna vermoorde, simpel te begrijpen toch?' zei ik vermoeid. Hij zuchtte. 'Je was jezelf niet, ik zag een meisje dat gebroken was, met de ogen van Jeweetwel. Ik zag hoe je je verzette. Je ogen werden rood, daarna weer gewoon. En zo flikkerde het een tijdje' zei hij. Ik zuchtte. 'En wat dan nog? Ik lieg toch over dit alles, ik vind het best. Ik heb je gewoon bijna vermoord, het zal wel' zei ik. Hij liet een geschrokken kreetje horen. 'Het zal wel?' siste hij. Ik knikte. 'Ja, niemand zal me toch ooit geloven als ik de waarheid zeg. Dus waarom zou ik het vertellen?' vroeg ik. Hij zuchtte. 

'Ik geloof je, je lijkt me niet het persoon om me te vermoorden, vrijwillig dan' zei hij. 

Hij moest eens weten. 

Ik maakte een 'Hmpf' geluidje. Ik wist niet wat het was. Maar het was gebeurd. 'Scarlett, ik haat je niet. Echt niet, vertel alsjeblieft wat er met je gebeurde, en wat er is. Ik heb het recht om het te weten' zei hij. Ik zuchtte, dat had hij inderdaad. 

Maar de echte waarheid zou hij niet te weten komen. 

'Mijn ouders zijn vermoord' zuchtte ik. Ik liet een pauze vallen. 'Door Voldemort, ik was er bij. Hij besmeurde me met zwarte magie, nu ben ik verbonden met Voldemort op een een of andere manier, de nieuwe professor was ook opgesloten bij Voldemort, we vluchtten samen. Ik hoopte het nooit meer te hoeven herinneren, wat duidelijk niet gaat, nu ik Voldemort 2.0 word ofzo' zei ik. 

Sirius keek me geschokt aan. 'Je word geen Voldemort 2.0 Scarlett, je bent goed. En dat weet ik, je zit in Gryffindor. Je bent niet geïnteresseerd in de Zwarte kunsten. Welke redenen wil je nog meer dat je geen Voldemort 2.0 bent?' zei hij. 

Dat ik niet de dochter was van Voldemort. 

Maar helaas, kon ik dat niet zeggen. 

'Ik ben een moordenaar' zei ik. En het was waar. En een martelaar, een bedrieger, een bedreiger, en een death eater.  

Onschuldig Sirius? 

Niet echt. 

Hij slikte. 'Je verzette je, dat was niet veel mensen gelukt' zei hij. Daar moest ik hem gelijk in geven, ik was sterk. Maar dat moest ook wel. Voldemort had me zelf opgevoed, en Bellatrix. Kom op, wat wil je dan?

'Kan' mompelde ik ongeïnteresseerd. Echter was ik wel geïnteresseerd. Maar ja, dat ging ik niet laten merken. 

'Scarlett, denk niet te laag over jezelf' zei hij. Ik wou er op in gaan maar wist dat dat mijn dekmantel zou beschadigen. 'Oke' mompelde ik zacht. Ik liet een paar tranen over mijn wangen stromen. Hij kwam bezorgd naar me toe en trok me in een knuffel. 'Ik hou wel van je, kleine' zei hij. Onbedoeld moest ik glimlachen. 'Noem me niet klein, ik ben even groot als jij' zei ik. Hij grinnikte. 'Maar toch ben je mijn kleine' zei hij, geen tegenspraak accepterend. Ik zuchtte en gaf me aan hem over. 'Best, grote' zei ik. Hij grinnikte en gaf me nog een knuffel. 'DE PATIËNT MOET RUSTEN!' gilde Madam Pomfrey. Ik rolde met mijn ogen. 'Ik voel me prima! Mag ik alstublieft naar de Great Hall om te eten? Alleen dat, daarna kom ik terug' vroeg ik met puppy ogen. 

Die werkten altijd. Ook bij mijn vader. Gek eigenlijk. 

Ze knikte, met tegenzin. Waarschijnlijk door mijn puppy ogen. 

Ik begon te glimlachen en sprong op. 'RUSTIG!' gilde de verpleegster. Ik rolde met mijn ogen maar knikte. 'Ik zal rustig doen mevrouw' zei ik. Ze knikte en liet me snel gaan. Samen met Sirius -arm in arm- liepen we al luid kletsend naar de Great Hall. 'Het spijt me nog steeds heel erg Sirius' zei ik verdrietig. Hij schudde mijn hoofd. 'Nee, het is niet erg' zei hij. Ik knikte. 'Dat is het wel, ik ben een slecht mens' zuchtte ik. 

Eigenlijk verbaasde ik me over dat ik zo goed kon toneelspelen, ik bedoel, toen vond ik het niet erg als ik Sirius zou vermoorden. 

'Nee, je bent juist een goed mens, die iets slechts is overkomen' zei hij op zijn beurt. Ik glimlachte zwak. Sirius was geweldig, hoe ik het wende of keerde. Hij hielp me. 

We liepen nu bijna de Great Hall in. Ik begon steeds langzamer te lopen. Wat als iedereen het gehoord had? Wat als iedereen dacht dat ik een moordenaar was? 

Sirius merkte dat ik gestopt was en draaide zich naar mij om. 'Wat is er?' vroeg hij. Ik kreeg tranen in mijn ogen. 'Weet iedereen het?' vroeg ik met een piepstemmetje. Hij schudde zijn hoofd. 'Alleen James, Remus en Lily. Voor de rest denkt iedereen ik je achterna zat en ik tegen je op botste en je met je hoofd tegen de wasbak aan viel, wat ook een beetje gebeurd is' zei hij. Ik zuchtte opgelucht. 'Vandaar mijn hoofdpijn' mompelde ik. Sirius had het gehoord en begon te grinniken. 'Maar wat als degene die te weten me een monster noemen?' vroeg ik. Hij keek me aan. 'Dan sla ik ze tot moes' zei hij simpel. Een grinnik verliet mijn mond voor ik er erg in had, geen giechel, dat hoort bij liefde. En ik kende geen liefde.

Hij keek me aan. 'Gaan we?' vroeg hij meelevend, echt waar, deze jongen wist precies wat je nodig had. En nee, ik was niet verliefd. Anders dan hij wist ik wel dat we familie waren. 

Ik knikte en glimlachte. Ik was toch wel blij met hem als neef. Hij viel wel mee, hij was minder erg dan mijn moeder zei. 

Ik liep zenuwachtig, ja zenuwachtig. De woorden van Sirius was ik al vergeten toen we de deur door stapten, naar de tafel. Sirius naast me. Met knikkende knieën liep ik naar de Remus, Peter, James en Lily. Hopend dat ze niks hadden gezegd en ze me begrepen. 

Ik vroeg teveel vond ik zelf. 

'Hey!' begroette Sirius de rest. Ze bleven akelig stil. Ik stond direct op. Ik moest hier weg. 'Scarlett' zei Sirius smekend terwijl hij mijn gewaad vast pakte. 'Nee Sirius, ze haten me, en ze hebben een goede reden, ik hou ze niet tegen, maar ik ga hier niet blijven zitten' fluisterde ik naar hem, ik wist wel dat de rest het hoorde, zo akelig stil waren ze. 

Ik kon het niet meer aan. Vreemd, normaal was ik veel sterker als het hier om ging. Ik rukte me los van Sirius en liep weg, met tranen in mijn ogen. 'Scarlett' hoorde ik Sirius nog fluisteren. Ik draaide me nog een keer om een verdrietige en verslagen Sirius te zien, ik schudde mijn hoofd en draaide me weer om. Ik liep langzaam, dramatisch, het was zeker dramatisch, voor mij dan, weg. 

GDFGDFRYTRFDBNGFHJGDFS

Oke, ik heb echt een spastisch probleem. Vanaf nu is mijn standaard zin iets vaags met letters. Zo herken je tenminste iemand, Onbekend: "FDSGSGFSF". Jij: "Hé Carlijn!". 

Maar goed, ik ga op vakantie. Heel leuk zou je zeggen, nou, dat is het ook. Ik ga naar Zuid  Frankrijk en naar Italië, maar zoals jullie allemaal verwachten, ik kan dan NIET updaten. 

Ik neem mijn laptop mee zodat ik wel kan schrijven, maar uploaden kan ik waarschijnlijk niet (ik weet het niet zeker). Ik zorg dat ik na de 17 dagen (WOW DAT IS ECHT VEEL ALS IK ER NU NAAR KIJK) veel hoofdstukjes heb om te uploaden. 

Ja, dat ja. 

HGFJHKGFD (geen autocorrectie bij deze, wat is dit?)  

Carlijn

Secret Life / Harry PotterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu