Flashback
Hij was er. Ik had hem hier al vaker gezien. Hij kon me helpen. Hij moest me helpen. Eerst durfde ik niet naar hem toe te lopen, maar ik vond dat ik me aanstelde en liep met een hevig kloppend hart op hem af. Zijn bruine haar zat strak achterover en plakte door middel van gel aan zijn hoofd. Het glom en straalde een vage gloed uit. Om zijn brede schouders droeg hij een blauw colbert, met daaronder een wit overhemd. De kleur van zijn colbert was een beetje vervaagd door de zon. Om zijn nek had hij een rode sjaal met witte spikkels geknoopt. Zijn broek was eveneens blauw, en zat slordig om zijn benen. Op zijn rechterwang zat een kleine kras, waarschijnlijk een litteken, en hij had volle, donkere wenkbrauwen. Met zijn armen over elkaar stond hij met een blonde vrouw te praten, wiens zwarte jurk net iets te klein was, en daarom erg strak zat. Ik wist niet wie die vrouw was, noch wat ze hier deed. Met mijn gedachte beval ik haar om het gesprek af te kappen en weg te gaan, zodat ik met de man kon praten. Ze liep geheel gehoorzaam weg en gaf mij zo de ruimte om verder naar hem toe te lopen.
'Hallo, ik ben Bodí.' zei ik tegen hem, 'Ik heb een aanbod voor je.' Ik kreeg het er nog net uit, want ik voelde mijn keel kriebelen. De man keek me raar aan en trok een van zijn wenkbrauwen op in afschuw. 'Kan ik je een koffie aanbieden, dan zal ik het je allemaal uitleggen.' Aan zijn gezicht te zien kon ik merken dat hij uitleg nodig had. Hij knikte en ik hoorde nog net zijn gedachten. 'Mafkees'
Ik wees hem een tafeltje aan en bestelde twee capuccino. Daar hield hij van, had ik gezien in zijn biografie. Toen ik met de drankjes aan de kleine tafel ging zitten, keek hij me aan met een blik die niet goed thuis te brengen was. Het leek op een soort woede, maar dat verbeelde ik me vast. Ik was de eerste die mijn mond opende. 'Je...' En toen sloot ik hem weer, zoekende naar de juiste woorden. Dit had ik nog nooit gehad. Ik wist altijd meteen wat ik moest zeggen. Maar nu niet. Ik had wat losse woorden in mijn hoofd, die samen één geheel konden vormen, maar ik zag de goede volgorde niet. Mijn plan was geweest om er eersteen beetje omheen te draaien, maar ik gooide nu alles overhoop. Hij zou me alleen maar raar vinden. Iets wat ik niet kon hebben.
De woordenbrei loste opeens op en ik kon nog maar één ding zeggen. 'Jij hebt magische krachten, Vincent.'
Verschrikt keek Bodí op uit zijn gedachten. Voor het eerst dacht hij weer aan zijn eerste ontmoeting met Vincent. Het eerste moment van spreken. Vincent was de eerste persoon geweest waar Bodí na een lange tijd tegen sprak. Meestal gebruikte Bodí zijn gedachtengang. Zo communiceerde hij met mensen. Nou ja, daarmee gaf hij ze opdrachten. Ze praatten nooit terug. Dat konden ze gewoonweg niet.
Het gaf Bodí een fijn gevoel om weer aan de oude Vincent te denken. De Vincent die hij als student had gekozen. De Vincent die toen nog niet vol gepropt met wraak zat. De goedhartige Vincent. Wat had Bodí graag gewild dat hij zo gebleven zou zijn. Maar dat ging niet. Vincent wilde te veel, in een te korte tijd.
Bodí stond weer op uit de stoel waarin hij na zijn woede uitbarsting was gaan zitten en ijsbeerde heen en weer in de kamer. Hij moest en zou hier weg komen, om zijn wraak te nemen. Zijn zoete wraak. Hij had er zoveel moeite voor gedaan. Zoveel tijd in gestoken. Het kon nu niet mislukken. Maar ergens in zijn hoofd zat een klein stemmetje dat zei: 'Maar Vincent dan? Je gaf toch zoveel om hem? Ga je hem, alweer, opgeven?' En Bodí wist dat hij naar dat stemmetje had moeten luisteren, hier had moeten blijven. Maar dat deed hij niet. Een geweldig plan schoot hem te binnen. En niets ging hem tegen houden.
JE LEEST
Het onverwachte
FantasyWraak. Alles draaide om wraak. Zoete wraak. Het leek de enige oplossing. De enige manier om zijn verlies te verzachten. Zoveel tijd had hij er in gestoken. De voorbereiding was perfect. Maar was wraak wel verstandig? Wie nam nou wraak op wie? En wat...