1. Austin Hale, ik ga je vermoorden

428 29 5
                                    

Lief dagboek,

School was echt prut vandaag. Rowan vroeg me of hij een pen mocht lenen. Hij heeft nog nooit iets tegen me gezegd. Vandaag waren zijn eerste woorden tegen mij! Hij zei:'Jessica, jij hebt wel een pen voor me toch?' Ik haalde zo snel mogelijk mijn etui over de kop en mijn hele pennencollectie kwam op tafel te liggen. Mijn hart ging tekeer. Ik gaf hem zo snel als ik kom een rode pen. Rood is namelijk van de liefde. Hij liep er mee weg en aan het eind van de dag kwam hij me andere pen terug. 'Sorry, je rode pen is kapot, hier heb je een andere' zei hij. Hij legde de andere pen op mijn tafel en liep weg. Niet dat ik het erg vond, ik bedoel, het was niet een lelijke pen of zo... Hij was ook niet mooi... Oké, hij was spuuglelijk! Hij was groen met een spuuglelijk poppetje erop die heen en weer kon...

Even iets heel erg anders. Ik keek net naar buiten en daar lag Austin in de tuin. Zonder t-shirt. Hij heeft een sixpack! Zo'n duidelijke heb ik nog nooit gezien! Niet dat ik op sixpacks let hoor, het viel me gewoon op. Als ik een vriendje had met een sixpack zou ik hem een uur lang willen aanraken en niet los laten! Maar ik heb geen vriendje. Niet dat ik daar behoefte aan heb, het zou leuk zijn. Denk ik. Eigelijk heb ik ook nog nooit een vriendje gehad.. Ik heb er ook geen behoefte aan. Tenzij hij 'Rowan' heet, snap je?

{Jessica}

'Lieverd, wil je even komen?' Ik kijk op en sluit mijn dagboek. Ik stap van bed en loop naar beneden. Mam staat in de keuken met haar auto sleutels in haar handen. 'Ik moet even boodschappen doen, wil je mee?' Ik denk kort na en knik al gauw. 'Tuurlijk.' ik weet dat ze boodschappen doen niet leuk vind. Verschrikkelijk zelfs. Ik durf zelfs te wedden dat ze nu in haar zelf haar Jessica-gaat-mee-boodschappen-halen vreugde dansje doet.
Mam pakt haar tas van het aanrecht en trekt haar jas aan. Ik doe hetzelfde. Ik kijk nog even in de spiegel of mijn haar en make-up nog goed zit. Je weet maar nooit wie je allemaal tegen komt in de boodschappenwinkel. Straks kom ik Rowan tegen in de winkel.

Ik zit in de auto en kijk naar alle bomen en huizen die we voorbij rijden. Mam onderbreekt de stilte. 'Nog iets mee gemaakt op school?' Ik haal mijn schouders op. 'Mijn rode pen is kapot.' mam kijkt kort naar me. 'Hoe komt dat?' Ik haal mijn schouders op. 'Weet ik niet.' mam fronst haar wenkbrauwen. 'Weet je het niet of wil je het niet vertellen?' Ik zucht. 'Ik had hem aan Rowan uitgeleend.' mam zucht. 'Is Rowan die jongen die zoveel vriendinnetjes heeft gehad?' Ik knik. 'Ik denk het.' zeg ik. 'Ik vind hem wel schattig.' zeg ik zacht met een kleine glimlach op mijn gezicht. Mam kijkt naar me. 'Maar vind hij jou ook schattig?' Ik kijk naar mijn schoenen. Hij vind mij vast niet leuk. Tenminste, hij heeft vandaag iets tegen me gezegd! Precies 20 woorden om precies te zijn. Misschien word deze dag een jubileum.

'Zoek jij maar wat koekjes uit.' ik duw de boodschappen kar vooruit naar de koekjes. 'Mag het ook chocola zijn?' Mama rolt met haar ogen. 'Vooruit, voor deze ene keer.' ik grinnik. Niet dat ik nooit chocola mag uitzoeken, ik mag elke keer een paar repen meenemen en als ze in een goeie bui is -wat ze al is als ik mee ga met boodschappen doen- dan mag ik zelfs lekkers uitzoeken voor op mijn kamer. 'Ik mag toch ook wel wat lekkers voor op mijn kamer?' Mam lacht. Ik bijt zacht op mijn lip. 'Tuurlijk, zoek maar wat uit.' ik lach en geef haar een vlotte knuffel. 'Dankjewel.' ik loop snel naar de chips en pak een paprika chips en gooi hem in de kar.

'Bedankt dat je even mee ging.' ik sjouw de boodschappen met mam naar binnen. 'Ik ging graag mee.' ik bedoel, ik heb een paar repen chocola, chips en nog wat snoep voor op mijn kamer gekregen, door alleen even een half uurtje boodschappen te doen. Ik leg de boodschappen op tafel en pak mijn zak chips, chocola en de rest voor ze haar bedenkt. Ik neem het snel mee naar boven en plof op mijn bed neer. Ik maak de zak paprika chips open en begin te eten. Wat was ik net aan het doen? O ja, ik schreef ik mijn dagboek. Ik draai me om zodat ik op mijn buik lig en zoek mijn pen. Ik kan hem niet vinden dus loop ik naar mijn bureau en pak ik een andere pen. Ik plof weer op bed neer en neem een handje chips. Ik kijk om me heen.

Waar is mijn dagboek?

Ik kijk onder het deken en haal mijn hele bed overhoop. Ik weet zeker dat ik hem op bed had neer gelegd!

'Mam?!' Mam komt mijn kamer binnenlopen. 'Wil jij deze zwijnenstal even opruimen?' Ik schud mijn hoofd. 'Ik ben mijn dagboek kwijt.' gil ik. Mam rolt met haar ogen. 'Pubers.' zucht ze. Ze sluit de deur en loopt weg. Ik loop naar mijn bureau en kijk in alle laatjes. Nee, hier kan het niet liggen. Tenzij ik kabouters op mijn kamer heb. Misschien hebben zij hem meegenomen en verstopt.

Ik loop gefrustreerd met mijn handen in mijn haar naar mijn vensterbank en kijk in de vensterbank. Ik draai me weer op en loop naar mijn bed. Wacht! Ik draai me weer op. Mijn raam stond toen ik weg ging niet zo ver open. Ik weet nog dat ik hem vanmiddag op een kier zette, maar nu staat hij wijd open. Ik ren naar het raam en kijk op het dak van de schuur. Ik zucht en staar wat naar buiten.

'AUSTIN??!' Ik zie hem lachen naar een boek, een boek dat verdacht veel op mijn dagboek lijkt. Ik pak mijn verrekijker -die ik wel eens gebruik om hem te stalken- en kijk erdoor heen. Mijn mond valt wijd open en ik gooi de verrekijker op de vloer en schreeuw Austins naam.

'AUSTIN HALE, IK GA JE VERMOORDEN!' ik ren snel naar beneden.

Ik pak mijn jas en ren naar de deur. Mam komt snel voor de deur staan.

'Ho, jij komt niet de deur uit totdat je die zwijnenstal boven hebt opgeruimd.' ik rol met mijn ogen. 'Maar mam..-'

'Niks gemaar, naar boven en opruimen die troep.' ik zucht en loop weer naar boven.

Ik kijk nog een keer door het raam naar Austin en denk na. Ik moet een plan bedenken! Hoe is Austin op mijn kamer gekomen? Hij moet door het raam zijn gegaan. Ik heb wat plannen bedacht:

Plan A: Ik bel aan en vraag mijn dagboek terug.

Plan B: Ik wacht tot hij weg is en zoek dan zijn kamer door.

Plan C: Ik ontvoer hem en vraag dan mijn dagboek terug.

Plan D: Ik heb geen inspiratie meer...

Welke zal ik gebruiken? Plan A kan niet, want ik moet mijn kamer opruimen. Plan B vind ik te spannend, want straks word ik door iemand betrapt. Plan C is dan denk ik nog de beste optie! Ik ontvoer hem gewoon.

Ik open mijn raam en spring op het dak van de schuur. Ik loop erover heen en kijk dan hoe ver ik moet springen om op hun dak van de schuur te belanden. Dat is 2,5 meter. Dat is wel haalbaar. Ik haal een keer diep adem en neem een aanloop. Ik spring en je kon al verwachten dat ik van een paar meter hoog in de tuin van de buren beland...

Ik sta snel op en probeer via hun hek naar de achtertuin, op het dak te klimmen.

Eenmaal boven hijg ik als een hond, maar dan zonder kwijlen natuurlijk. Ik loop naar het raam van Austin en ga eronder zitten. Ik luister wat hij doet. Ik hoor hem lachen. Ik kijk zo boos mogelijk en sta dan op. Ik pak zijn raam vast en wil hem open doen. Wat ik nog niet doorheb, is dat hij zijn raam op slot heeft... Ik sta aan zijn raam te trekken en kijk op. Ineens staat Austin met een grijns op zijn gezicht bij het raam naar me te kijken. Ik schrik me dood en val van de schrik achteruit in een grote waterplas. Austin begint nog harder te lachen en ik steek mijn tong naar hem uit, wat niks helpt, want hij begint nog harder te lachen. Ik sta op en veeg wat over mijn vies en nat shirt. Ik ga weer bij het raam staan en probeer hem te seinen dat hij het raam moet open doen, maar hij doet alsof hij het niet begrijpt. Ik begin helemaal uit te beelden en dan ineens opent Austin het raam alsof hij mij dat hele half uur al door had. Ik zucht en klim naar binnen.

'Jij, jij...' ik steek met mijn vinger tegen zijn borst. Hij heeft trouwens nog steeds geen shirt aan. Bij die gedachte begin ik zacht te blozen en Austin lacht. 'Wat is er?' Ik bekijk zijn kamer. 'Waar is mijn dagboek?!' Austin lacht. 'Jouw wat?' Ik zucht. 'Je hoorde me wel.' Austin knikt. 'Ik hoorde je wel, maar wat zou ik met jou dagboek moeten?' Ik haal mijn schouders op. 'Lezen.' Austin lacht. 'Ik meen het, ik heb je dagboek niet, maar als je hem vind, ik wil hem wel lenen, of de oppas er van zijn.' ik rol met mijn ogen en doe mijn handen over elkaar.

'Ik weet zeker dat jij hem hebt, want ik zag het.' ik loop zijn kamer wat door en zie de grijns op Austins hoofd. Ineens struikel ik over een schoen van Austin en beland ik met mijn neus op de grond. En dat doet pijn.

My Neighbor Stole My DiaryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu