Ik hoorde dat de andere vogels begonnen met het fluiten, een nieuwe dag tegemoet gaan. Het is veel te vroeg, het is pas zes uur 's morgens... dacht ik. Ik gniffelde om de gedachte.
Het scheelde dat ik die morgen al wakker was voor ze begonnen met het fluiten, ik wist dat het niet ieder zo af gegaan was vanmorgen. Die vogels zouden de hele dag chagrijnig zijn, dat zou wat worden vandaag. Gierend van het lachen om de gedachten dat andere vogels de hele dag zuur zouden kijken, stond ik op en liep naar beneden.
'Wat sta jij nou te ginnegappen,' vroeg mijn pa nors. Zijn knorrigheid was ik wel gewend. Hij was bijna altijd bruusk, maar mijn broertjes, zusjes, mijn moeder en ik moesten er maar mee leven. Al wist ik dat het niet lang meer zou duren voor de merel en ik een plannetje gingen maken, dan hoefde ík er niet meer mee te leven.
'Goedemorgen,' zei ik quasi-vrolijk, mijn pa's vraag negerend.
'Hoe kom jij zo vrolijk?' vroeg Pèpin, één van mijn broertjes. Hij was een paar jaar jonger en een stuk kleiner dan ik.
Pèpin had niet door dat ik niet echt vrolijk was op dit moment. Hij geloofde bijna alles wat je tegen hem zei. Het enige wat hij wist dat het grap was, was als iemand zei dat mensen niet op je zouden schieten, met een lang apparaat die een kogel of zo'n kleintje die een flits maakte en je verblinde. Pa en ma hadden het hem zo goed, en alle andere kinderen, in de oren geknoopt dat hij dat onthouden heeft.
'Gaat je niets aan, jonkie.' Ik wreef met mijn vleugel over zijn kopje, hij schudde zijn hoofd als reactie en ging aan tafel zitten.
JE LEEST
De vrekkige kolibrie (#Wattys2016)
FantasyEen hebzuchtige vogel wil dat ieder hem gaat aanbidden in het vogelrijk, dat het zíjn rijk word, ieder moet doen wat híj zegt. Niets anders. Hoe gaat dit aflopen? (c) Bij Mirella197, niet kopiëren! Auteursrecht staat op: 'Alle rechten voorb...