2. De jongen

94 7 0
                                    

Ik word wakker, de vogels fluiten en de zon is aan het opkomen. De frisse lucht stroomt door mijn neus. Een perfecte dag om eten te zoeken en een plek te vinden waar ik een tijdje kan blijven. In de buurt is een beekje waar ik me snel in was. Ik pak mijn spullen en laat de auto achter.

Fluitend loop ik door het bos. Even tussendoor zoek ik wat bessen en eet ze op want, ik krijg best wel veel honger, hoe lang ik ook al loop.

Verderop zie een rivier, hij is heel wild. Maar om verder te komen moet ik er toch echt overheen. Ik wil namelijk naar het noorden en niet naar het oosten naar het westen of naar het zuiden. Als ik net het water in wil gaan, hoor ik achter me geritsel. Uit de struiken komt een jongen tevoorschijn hij heeft donkerblond haar en een lichte huidskleur. Zijn ogen zijn heel mooi gekleurd, groen-bruin. Hij is gespierd en heeft geen shirt aan. 'Daar kom je niet overheen, zonder hulp.' zegt hij. Ik antwoord: 'aha, en hoe weet jij dat nou zo goed?' Leuk kennismaken dit. 'Een brutaal meisje dus?' Met een extra klemtoon op meisJE. 'Ik ben al 17 hoor.' Antwoord ik. 'Trouwens, mijn naam is Raf.' zegt hij. 'Aangenaam, ik ben Louise.' We kijken elkaar diep in de ogen aan.

En toen was het stil, een beetje gênant dit. 'tja, wat doe je hier eigenlijk?' Vraag ik. Als hij geen antwoord geef begin ik maar over een ander onderwerp. 'Help je me dan de rivier over?' Vraag ik. Hij knikt instemmend en haalt een touw. Als hij vraagt of ik een beetje kan klimmen, pfff tuurlijk kan ik klimmen (als je in een bos wil wonen moet je wel kunnen klimmen). Hij gooit het touw naar de overkant van de rivier, gek genoeg precies om een stevige tak. Als hij ziet dat ik verstelt sta, zegt hij: 'oefenen en dit vaak doen. Dan kan je dit uiteindelijk ook.'

'Zal ik het eerst voordoen hoe het moet of zal ik je helpen en dan zien we wel?' Vraagt hij lief. 'Ik ga wel eerst'  zeg ik stoer. Hij geeft me aanwijzingen om te klimmen en daar ga ik dan. Het is best eng hier boven de rivier, zo hoog en boven kolkend water. Gelukkig kom ik aan de overkant, zonder moeilijkheden. Raf komt binnen notime mij achterna. Hij springt zo uit de boom dat ik schrik, ik val op de grond. Hij moet een beetje lachen en helpt me daarna overeind. Ik heb het gevoel dat hij mijn hand iets langer dan normaal vasthoudt, maar dat is vast verbeelding. En daar gaan we op weg het bos in.

NatuurkindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu