Ik leun tegen de muur aan. Wat is er met hem? Ik kan moeilijk naar binnen lopen en het gewoon vragen, want dat wordt niet erg op prijs gesteld waarschijnlijk. Dus blijf ik wachten tot de dokter, de burgemeester en de vredebewaker de deur weer open doen en de gang op komen lopen. ‘Wat is er?’ Vraag ik maar de dokter schud zijn hoofd. ‘Rose, bemoei je er alsjeblieft niet mee.’ Zonder verder iets te zeggen lopen ze weg. Ik kijk ze na met gefronste wenkbrauwen. Denken ze serieus dat ik me er niet mee ga bemoeien? Vooral als ze zoiets zeggen ga ik me ermee bemoeien, wat denken ze wel niet. Ik leg mijn hand op de deur knop, die ijzig koud aanvoelt. Langzaam draai ik hem om en met een klik springt de deur open. De gordijnen zijn dicht getrokken en de lampen zijn uit. Het enige licht wat nu in de kamer valt komt van de gang. Voorzichtig en geruisloos glip ik naar binnen. Zacht sluit ik de deur. Mijn ogen moeten even wennen aan de duisternis. Ik zie dat de kamer anders ingericht is als die van mij, hij lijkt veel groter. Ik zie dat Ash in bed ligt, met de dekens strak om zich heen getrokken. Aan zijn regelmatige ademhaling hoor ik dat hij slaapt. Nu kan ik even rustig de kamer doorkijken. Ik kan nu meer onderscheiden. Ook een hoog plafond met een kroonluchter met kristallen eraan. Ik loop richting het raam, of in ieder geval ga ik er vanuit dat daar het raam is want er hangen gordijnen voor. Ik voel aan de gordijnen. Net zo zacht als die in mijn kamer. Ik wil het een stukje opzij schuiven om te zien wat voor uitzicht Ash heeft. Maar ineens voel ik dat er iets niet klopt. Ik weet niet hoe het komt, maar ik krijg een raar gevoel in mijn maag. Ik durf me niet te bewegen, maar als ik niks hoor besluit ik dat het misschien beter is om hier weg te gaan. Langzaam draai ik me om, tot ik recht in de ogen van Ash kijk.
Een gil ontsnapt uit mijn keel. Gelukkig wordt die gesmoord door de hand die Ash voor mijn mond slaat. ‘Stil nou.’ Sust hij en hij pakt met zijn stevige handdruk mijn schouder vast waarna hij me heen en weer schud. ‘Wat doe je hier?’ Hij kijkt me met samengeknepen ogen aan. Ik haal mijn schouders op. Zijn greep verslapt ondertussen niet en hij rolt met zijn ogen. ‘Ik vroeg, wat doe je hier?’ ‘Ik kwam kijken wat er met je was.’ Ik probeer me los te trekken, tevergeefs. ‘Ash laat me los, je doet me pijn.’ Ik zie iets in zijn houding veranderen, maar al snel is die verandering weer verdwenen en is hij weer scherp. ‘Waarom sta je dan bij het raam?’ Ik kijk hem boos aan. ‘Omdat ik je kamer wilde zien. Nou goed?’ Hij knikt. ‘Laat me dan alsjeblieft los ja?’ Hij knikt weer en laat me nu ook echt los. ‘Sorry dat ik je zo liet schrikken, dat was niet mijn bedoeling.’ Ha ha grappig Ash. Hij loopt naar zijn bed en gaat erop zitten. ‘Wat is er met je?’ Ik blijf staan bij het raam. Nu is het zijn beurt om zijn schouders op te halen. ‘Weet ik niet, niemand weet het. De dokter weet het ook niet.’ Hij zucht en gaat liggen. ‘Je hoeft daar echt niet te blijven staan.’ Mompelt hij en ik loop naar het krukje wat naast zijn bed staat. ‘Ik haat het. Nu kan ik eindelijk meedoen, krijg ik een of andere achterlijke, onbekende ziekte.’ Uit frustratie slaat hij tegen het bijzettafeltje aan wat naast zijn bed staat. Het wankelt even en valt dan om. Ash vloekt. Het glas water valt aan stukken en het water spat omhoog. De pillen die de dokter klaar had gelegd rollen over de vloer. Ik kom van mijn krukje af en ga op mijn hurken zitten om de scherven op te raken. Ash doet hetzelfde. Het zijn allemaal kleine stukjes, dus je moet goed zoeken. Ondertussen heeft Ash het licht aan gedaan, dat is wel handig. Ik hou de scherfjes in mijn hand en raap steeds weer nieuwe op. Als ze allemaal opgeruimd zijn kijk ik naar de plas water op de grond. Ash wilt zijn deken pakken om het op te doen maar ik hou hem tegen. ‘Doe nou niet, dadelijk is dat nog niet droog straks en dan kan je niet slapen. Hij haalt zijn schouders op. Met pijn in mijn hart pak ik de onderkant van mijn jurkje en scheur ik er een lap stof vanaf. Ash kijkt me verbaasd aan. Ik negeer de vragende blik en doe het water op. De natte lap stof gooi ik in de prullenbak en ik ga weer op het krukje zitten. Ash blijft staan en loopt rondjes door zijn kamer. ‘Ga nou zitten.’ Hij kijkt me nors aan omdat ik hem commandeer. Hij luistert niet en blijft rondjes lopen. Oké, dan niet he. Als hij langs de wasbak loopt grijpt hij deze vast om niet te vallen. ‘Ash!’ Gil ik. Zijn gezicht wordt lijkbleek en het zweet rolt over zijn voorhoofd. Hij laat de wasbak los en laat zich vallen op de grond. Ik ren naar hem toe. ‘Ash! Ash!’ Ik wil een reactie, maar die krijg ik niet. Hij ligt daar maar roerloos op de grond, met zijn ogen wijd open gesperd.

JE LEEST
Victor's Daughter
FanfictionAls dochter van een van de vele winnaar's van De Hongerspelen heb je een mooi leven. Behalve als je getrokken wordt om mee te doen. De ergste nachtmerrie van de 16 jarige Rose uit district 4 komt uit. Ash moet met haar mee de arena in. Hij is een ti...