Snel werp ik mezelf naar rechts en duik ik over de struiken heen. Ik maak een koprol, sta weer rechtop en ren verder. Een blik over mijn schouder, en dan weet ik waar mijn vijand is. Maar zoiets kan je fataal worden, dus ik durf het niet aan. Ik weet niet wie het is, wat hij of zij voor wapen heeft, maar ik weet wel dat diegene me wilt vermoorden, dus ik moet rennen voor mijn leven. Uit de geluiden van brekende takken maak ik op dat mijn volger ook over de struiken heen is gesprongen. Ik ren harder en harder, mijn voeten raken de grond bijna niet. Ik ben onder de indruk van mezelf, want ik wist niet dat ik zo hard kon rennen. Ik zigzag tussen bomen door en ontwijk stenen die op de grond liggen. Ik hoor gevloek en bladeren die kraken. Mijn vijand komt dichterbij, dat voel ik gewoon. Ik ren richting een laaghangende tak. Deze kan ik nog net ontwijken door te bukken, maar ik let niet op de grond. Een uit de grond gegroeide wortel steekt omhoog en mijn voet blijft erachter haken. Met een gil klap ik op de grond. Alle lucht wordt uit mijn longen geperst en ik hap naar adem. Ik wil opstaan en verder rennen, maar het heeft geen zin meer. Ik weet dat ik nu mijn voorsprong verloren heb, en dat mijn laatste uur geslagen is. Ik draai me om op mijn rug, zodat ik in ieder geval weet wie me heeft vermoord. Hij gaat boven me hangen en zijn ogen zo helder blauw als ijs kijken me doordringen aan. Zijn zwarte haar hangt naar beneden in mijn gezicht en ik voel zijn warme adem op mijn wangen. Hij grijnst. Het is geen aardige grijs. Het is een grijns van overwinning, van macht. En die grijs verdwijnt niet als hij met zijn mes mijn hart doorboord.
Met mijn ogen wijd open kom ik overeind. Ik gil oorverdovend en Ash naast me wordt wakker. 'Wat is er? Is er iemand hier?' Vraagt hij en spant voelbaar zijn spieren. Ik kijk hem aan en kan met moeite een gil onderdrukken. Hij trekt zijn wenkbrauwen op en steekt een hand uit. Ik sla hem weg en krabbel uit bed. 'Je hebt me vermoord.' Mompel ik en Ash fronst zijn wenkbrauwen. 'Net, in het bos, je hebt me daar vermoord.' Ik doe een paar stappen achteruit en neem een vechthouding aan. 'Nee, nee ik heb je niet vermoord, dat was een droom Rose, een droom.' Langzaam begint het tot me door te dringen dat ik inderdaad niet dood ben, en dat Ash me dus niet heeft vermoord. Mijn spieren verslappen en ik loop terug naar het bed. Ik ga op de rand zitten en ik voel Ash' stevige handen op mijn schouders. 'Kom maar liggen.' Zegt hij zacht en ik laat me naar achter trekken door Ash die mijn hoofd in het kussen legt. 'Probeer te slapen.' Zegt hij en hij veegt mijn haar teder uit mijn gezicht. Als zijn vingers mijn huid raken voelt het koud, maar prettig. Hij laat zichzelf ook weer zakken op zijn kussen en we vallen in slaap.
Als ik wakker word lig ik met mijn rug naar Ash toe. Zijn arm hangt losjes om mijn middel. Ik gaap een keer en blijf liggen, want ik wil Ash niet wakker maken. Ik de gang is het rumoerig. Ik hoor stemmen en zie onder de deur door dat er mensen voorbij lopen. De deurknop draait om en de vrouw die onze namen heeft getrokken, Syntia, komt de kamer in en ze slaat verschrikt een hand voor haar mond als ze ons ziet. 'O daar ben je dus Rose.' Zegt ze daarna rustig. 'Opstaan jullie twee.' Ik voel Ash bewegen, en een paar seconde daarna is hij uit bed gesprongen. Het voelt koud nu ik er alleen lig, dus ik sta ook maar op. 'Oké ga jullie maar opfrissen. Rose in jou kamer heb je ook een douche.' Ik knik en loop naar de deur, ik draai me nog eens om en het enige wat ik zie is de ijzige blik van Ash die op mijn gericht is.

JE LEEST
Victor's Daughter
Fiksi PenggemarAls dochter van een van de vele winnaar's van De Hongerspelen heb je een mooi leven. Behalve als je getrokken wordt om mee te doen. De ergste nachtmerrie van de 16 jarige Rose uit district 4 komt uit. Ash moet met haar mee de arena in. Hij is een ti...